Het is negen uur ‘s ochtends wanneer de kampeerders op DOUR hun tenten uit branden. Van de modder die er vorig jaar lag is gelukkig niets over. Onder een strakblauwe hemel begeven we ons richting het terrein. Terwijl de eerste bezoekers hun entree maken, drijven grote stofwolken voor ze uit.
Een luid applaus uit de Jupiter stage trekt ons richting de Belgische band Raketkanon. Het aanwezige publiek, met nog kleine oogjes van de afgelopen nacht, wordt overladen met een bak van schel geschreeuw. Het hangt tussen metal en rock in, maar hard is het zeker. De temperatuur in de tent stijgt snel en de bandleden overgieten elkaar met water.
We besluiten af te koelen en ‘even een biertje te halen’, maar dat blijkt niet zo simpel te zijn. Tenminste, niet voor een stel Hollanders die gewend zijn overal te kunnen pinnen.Papieren bonnetjes voor drank of eten zijn alleen verkrijgbaar met contant geld. Op het gehele festivalterrein is slechts één punt te vinden waar je kunt pinnen. Daar staan dan ook lange rijen. Dat is jammer, maar ook typisch Belgisch. Met een biertje in de hand trekken we ons terug in de schaduw en zitten we het heetst van de dag uit.
Om vijf uur ‘s middags mag de Belgische Murdock de eerste set draaien in de drum ‘n bass tent. Dit genre is veel te vinden op het festival en zeker vandaag. Bijna twaalf uur achtereen storten DJ’s als Loadstar, Camo&Krooked en Black Sun Empire hun beats uit over het publiek. Het zweet gutst door de tent. De DJ’s en het publiek geven alles om dit feest zo wild mogelijk te maken. Een jongen klimt hoog in de steigers naast het podium en het gejoel zwelt aan. Voor ons worden er vingers in zakjes MDMA gedipt, om vervolgens weer voluit door te gaan met dansen. Dat kan natuurlijk nooit lang goed gaan met de hitte. Kletsnat en met de ogen op halfzeven strompelen sommigen dan ook de tent uit.
Wie denkt dat DOUR alleen wilde elektronische muziek biedt, heeft het mis. Charles Bradley staat namelijk klaar in de Dance Hall voor een goede portie soul. Deze zanger geeft het publiek, dat vooral uit jongeren bestaat, werkelijk een verbluffende show. De Amerikaan van dik in de zestig imponeert vooral met zijn oldschool danspasjes, waarbij het zweet van hem af vliegt. Liggend op het podium zingt hij de laatste noten, waarna hij het publiek in stapt voor een knuffel.
‘s Avonds staan Gold Panda en Bonobo op het programma. Hoewel de stijlen overeenkomsten tonen, zijn de optredens een wereld van verschil. Gold Panda, bekend van het nummer ‘You‘, begint rustig en probeert zijn set vervolgens op te bouwen. Helaas is het geluid dusdanig slecht dat de baslijnen amper van elkaar te onderscheiden zijn. Tot twee maal toe wordt er gerommeld aan de boxen, maar het mag niet meer baten. De tent loopt leeg. Bonobo daarentegen weet het publiek wel te vermaken en zet een fantastisch optreden neer. Wanneer we rond een uur of vier ‘s nachts uitklokken, is het feest op het festival duidelijk nog lang niet voorbij.