Hop, daar gingen ze, onze jongens. Als van de roetsjbaan het klassement door, in een vaartje naar beneden. Bauke en Laurens; twee bovenstebeste knapen die met zijn tweeën niet zouden misstaan op een tjalk of ander gammel bootje in de Friese meren, avonturen belevend die je vroeger las in van die truttige zeikboekjes met grote letters. Heel Nederland zuchtte, opgelucht welhaast. Daar had je het al. Wat hadden we ons nu ook helemaal verbeeld? Wij? Op dat podium? Laat ons niet lachen!
Her en der werden nog gauw wat ratels onder tafel geschopt en wat vlaggetjes onder het tapijt gemoffeld.
Het tekent onze volksaard. Tijdens het WK voetbal 2010 denderden we naar de finale en zouden we het wel even flikken tegen die nuffige paellavreters. Kwestie van vaker scoren. Ikzelf heb tot de late goal van die kalende rot-Iniesta met stalen gezicht lopen herhalen dat het allemaal goed zou komen. Ondertussen goot ik in moordend tempo pils in mijn mik om de groeiende pijn in mijn maag te bezweren. Niks aan de hand dames en heren! Straks staat Van Bronckhorst met die beker te zwaaien en bezwanger ik van pure vreugde het eerste meisje waar ik tegenaan loop!
Meteen na het laatste fluitsignaal draaide de stemming in de kroeg 180 graden. Ach, wat hadden we onszelf nu wijsgemaakt? Wereldkampioen? Wij? We moesten goddomme een beetje normaal doen! Met onze rood aangelopen harses onder onze oranje opblaaskroontjes. Gauw alle feestartikelen in de prullenbak frotten, die bos wortelen van je kop trekken en doen alsof het nooit gebeurd is.
We zijn een schizofreen volkje. Er hoeft maar een balletje in te vliegen of we staan massaal op onze barkruk te zingen van hopfalderie en te zwaaien met vlaggen en toeters. Maar als het dan tegenvalt – en God, wat valt het vaak tegen – dan daalt er een landelijke schaamte neer en keren we vlug terug naar onze breekbare nuchterheid. We zijn tenslotte maar Hollanders. Wij worden geen kampioen.
Nee dan Brazilianen, die gooien huilend hun tv-toestel uit het raam als ze een potje voetbal verliezen. Of Spanjaarden, die praten gewoon alleen over hun overwinningen. En Engelsen zijn tegen het eind van de wedstrijd zo dronken dat ze geen flauw idee hebben wie of wat er gewonnen heeft, laat staan wat de uitslag was of waar ze überhaupt zíjn. Allemaal ook uiterst merkwaardig gedrag natuurlijk. Maar wel lekker consequent.
Het moment van schrijven is 19 juli. Bauke en Laurens zijn van hun 2e en 5e plaats gesodemieterd en staan respectievelijk 6e en 10e. Mijn eigen tour-koorts duurde welgeteld drie dagen. Ik begrijp geen lor van de sport maar liet me met gulzige graagte meesleuren door het enthousiasme rondom onze gelegenheidshelden. Die storm is – behalve bij de echte liefhebbers – inmiddels geluwd. Zoals dat eigenlijk altijd gaat. Maar ergens hoop ik op een verrassing. Op een miraculeuze herrijzenis van die twee dekselse kornuiten en een nieuwe lancering in het klassement. En dat dan heel Nederland die lek geprikte opblaasklompen uit de vuilnisbak moet vissen en nieuwe schmink moet gaat kopen.
Consequent zijn in inconsequentie: laten we het dan maar tot kunst verheffen.