Noorse politici lopen precies 2 jaar na de bomaanslag in Oslo en de schietpartij op het eiland Utoya meer gevaar dan ooit. Dat zei Benedicte Bjørnland, chef van de Noorse binnenlandse veiligheidsdienst (PST), maandag tegen de publieke omroep NRK.
De beveiliging van politici is in Noorwegen een zaak van de PST. Bjørnland zei dat er nu juist meer dreigementen tegen de landsbestuurders zijn dan voor de aanslagen. “We proberen er altijd op tijd bij te zijn, maar we kunnen niet uitsluiten dat het een keer misgaat”, aldus de hoogste Noorse veiligheidsbaas.
Geheel tegen de Noorse traditie in hebben veel politici in het land persoonlijke lijfwachten gekregen sinds de aanslagen op 22 juli 2011. De Noorse extreem-rechtse terrorist Anders Behring Breivik doodde op die dag eerst acht mensen in het regeringswijk van Oslo met een autobom. Daarna schoot hij op het eiland Utoya 69 veelal jonge aanhangers van de regerende Noorse Arbeiderspartij dood.
Breivik is in augustus 2012 voor de aanslagen veroordeeld tot een gevangenisstraf van minstens 21 jaar. Daarvan heeft hij er nog 19 te gaan.
Vorige week werd de Noorse rechts-extremist Varg Vikernes opgepakt in Frankrijk. Hij was vermoedelijk een aanslag aan het voorbereiden. Ook werden vorig eweek invallen gedaan in Nederland, Duitsland en Zwitserland. Het Duitse openbaar ministerie heeft vermoedens van een extreem-rechts terreurnetwerk in Europa.
In EenVandaag waarschuwde de Noorse onderzoeker Kjetil Stormark vorige week ook al voor herhaling. Breivik wordt volgens hem gezien als een leidersfiguur in extreem-rechtse kringen. Volgens Stormark is er te weinig onderzoek gedaan naar de internationale contacten van Breivik.