Voor de laatste keer lopen we het terrein op. Het is stoffig en mensen dragen doeken voor hun mond. Vandaag lijkt het drukker op het terrein dan gisteren. Later zal blijken dat er een recordaantal van 42.000 bezoekers aanwezig is. In totaal ontvangt DOUR dit jaar 183.000 festivalgangers.
We zijn overdag bij Watsky, een zeer vlotte rapper die groot werd via Youtube, en Kadaver. Beide acts zijn sterk, maar vooral Kadaver maakt indruk. Al is het maar vanwege de woeste vikingkapsels. Het lijkt sterk op Black Sabbath en weet ons, ondanks de hitte, tot het einde van het optreden in de tent te houden. Bij Alborosi gaat het er rustiger aan toe. De Italiaan brengt het publiek, ondanks zijn afkomst, vakkundig in de Jamaicaanse sferen. Terwijl hij zingt over de eeuwige zoektocht naar marijuana gaan tientallen joints de lucht in. Hij scoort op DOUR, wat natuurlijk te verwachten is op een festival waar hele velden wiet worden opgerookt.
‘s Avonds staat DJ Shadow klaar om het publiek gek te maken. Volgens de programmeur van het festival de moeilijkste artiest om geboekt te krijgen dit jaar. Het blijkt een goede zet, want Shadow geeft een daverende show. Met bassdreunen, waar je zicht letterlijk wazig van wordt, hypnotiseert hij de de tent. De set wordt wilder en het publiek gaat uitzinnig tekeer. In plaats van mensen tot rust te bedaren, zwepen de stewards hier het publiek nog verder op. Ze feesten mee en dat is typerend voor DOUR.
We sluiten de dag af met Sexy Sushi. Hoewel de naam een middelmatig indiebandje doet vermoeden, is deze groep van een heel andere orde. Het is Franse elektro. En het is bizar. Elektronische dreunen begeleiden de zangeres, die een poeslief stemmetje afwisselt met grunten. Ondertussen overgieten bandleden elkaar met hondenbrokken, springt de zangeres topless rond en wordt het decor afgebroken en in het publiek gesmeten. Als een roedel hongerige wolven verslinden de bezoekers het decor en gooien het door de lucht. En dan hebben we het nog niet gehad over de liters nepbloed en het feit dat de halve zaal uiteindelijk op het podium mee danst. Het is een optreden dat in dezelfde lijn ligt als het festival zelf. Rauw, bizar, maar ook heel indrukwekkend.
Om vier uur ‘s nachts komt er een einde aan DOUR. Een festival met alternatieve muziek en veel samenhorigheid. Een oase van vrijheid waar vrijwel alles kan en mag. Daarmee is het festival als een Gallisch dorp in de Romeinse tijd. Het gezag laat de mensen hun gang gaan en de bezoekers nemen het roer over. Het geeft een sfeer die lijkt op die van een illegaal krakersfeest. Je kunt zo lang feesten als je wilt en op de manier waarop je dat zelf wilt. Of je nu in de stijgers van de tent klimt of flink aan de drugs gaat, je zult er niet snel op aangesproken worden. In de trein naar Nederland wordt de sfeer nog even doorgezet. Een jongen besluit dat het bagagerek een prima slaapruimte is. Niemand kijkt op of om.