Zomerbloggers: Amanda Bynes

25-07-2013 21:01

Amanda Bynes ligt in de kreukels. Daar kon je natuurlijk op wachten. Als vroeg gelanceerde tienerster tel je vandaag de dag niet meer mee als je jezelf niet volledig naar de gallemiezen feest.

Eerst een paar jaar met maagdelijk rond koekeloerende hertenogen videoclipjes en poppige films opnemen die de wereld veroveren, en dan rond je achttiende jezelf he-le-maal de vernieling in snuiven; dat houdt je carrière gezond. Wie zit er, als je eenmaal volwassen bent, immers nog te wachten op al die suikerzoete troep?

Je fans zijn met je mee gegroeid en hebben smaak ontwikkeld. Dus moet je het ergens anders vandaan zien te halen. Neem Christina Aguilera. Niet ontspoord, wel erg dik geworden en hard op weg naar het archief der vergane glorie. Duidelijk niet goed naar de instructies van haar vader geluisterd. Of gewoon besloten dat het mooi geweest is. Hoe dan ook, ze heeft haar eigen ontslagbrief geschreven en de weg vrij gemaakt voor andere meisjes die wel de vereiste zelfvernietigingspapieren hebben.

Maar, dames en heren tienersterren, de lat is zojuist een paar tandjes hoger gelegd. Door Amanda Bynes, dus. Lindsay Lohan, Britney Spears; deze wereldberoemde treinongelukken staan in één klap een flink stuk achter in het klassement. Want Amanda, bekend van instant videotheekhits als What a girl wants en She’s the man, zit in het gesticht. The looney bin. In een donker hoekje met een ratel te zwaaien, griezelige, ijle tonen neuriënd. Daarbij steken die afkickklinieken van Britney en Lindsay toch wat flets af. Een beetje jezelf volgooien en domme tatoeages laten zetten; dat kunnen we allemaal wel. Maar proberen het huis van een oud vrouwtje in lichterlaaie te zetten en daarop gediagnostiseerd worden met schizofrenie, kijk, dan ben je een grote speler. Dan zet je je concurrentie op een lekkere achterstand.

Lin en Brit kunnen nog maar één ding doen: in de achtervolging. Bekennen dat ze ‘s nachts levende muizen de kop af bijten omdat ze het lekker vinden als eten beweegt. Zichzelf op het podium in de nek schieten met een verdovingsgeweer. Een vereniging opzetten om acceptatie van necrofielen te bevorderen. Het kan niet gestoord genoeg. De tienerjaren liggen ver achter ze, het echte werk moet nu beginnen.

Elke dag worden er in duizenden huishoudens in Amerika kindertjes met mooie zangstemmetjes door hun ouders hartstochtelijk gedrild voor eventueel sterrendom. ‘Op een dag zul je beroemd zijn, schat!’, ‘als je achttien bent kent de hele wereld jouw naam!’

Wat er daarna gebeurt, dat is aan god. En aan de miljoenen op hun bankrekening die ze nu naar hartenlust kunnen plunderen. En, niet te vergeten, aan hun psyche, gevormd door wereldwijde aanbidding en een werkdruk van zevenduizend bar.

Wat kan er misgaan?