Na de mediahype die volgde op het lekken van 260,000 wikileaks documenten door Julian Assange is nu de volgende hype begonnen over Edward Snowden. Deze voormalig CIA en NSA medewerker heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden en het nieuws wereldkundig gemaakt dat de Amerikaanse overheid massaal de digitale communicatie in de smiezen houdt en zelfs dat het bondgenoot Duitsland beschouwt als ‘aanvalsdoel’, waarbij het de twijfelachtige eer heeft om op dezelfde ranglijst te prijken als Saoedi-Arabië, China en Irak.
Ik kan mij voorstellen dat de Amerikaanse ambassadeur in Berlijn geen beste dag had toen Snowden bekend maakte dat Duitsland nog steeds als een dergelijk doelwit wordt gezien in de schemerige spelonken van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken…
Echter in de media en op internetfora lijken mensen massaal te juichen om deze ‘moderne helden’ die eens even mooi laten zien hoe de zaken achter de schermen geregeld worden, maar daarbij lijken we massaal één ding uit het oog te verliezen: in wiens belang is het eigenlijk dat dergelijke staatsgeheimen worden gelekt?
Julian Assange ontvangt staatsgeheime informatie van de 22-jarige soldaat Manning die gemarkeerd is als Classified, Secret of ‘No Foreigners’. Deze documenten zijn eigendom van de Verenigde Staten en omvatten o.a. verslagen van hun diplomaten inzake vertrouwelijke gesprekken met buitenlandse bronnen of overheden die meestal gaan over derden.
Assange zelf selecteert de documenten niet eens op basis van relevantie maar besluit gewoon om ze alle 260,000 te publiceren op het internet zodat u en ik deze kunnen inzien… én Ahmedinejad… én Poetin… én Hu Jintao… én Al Qaida
Assange is namelijk een anarchist en vindt dat staten naargeestige uitvindingen zijn die stiekem worden bestuurd door het grootkapitaal en geheime politieke elites die samen hun greep op de wereldheerschappij in stand houden tijdens het graaien in borrelnootbakjes op Bilderbergconferenties.
Laten we het voor het gemak eens terugbrengen naar proporties die wat minder wereldlijk zijn. Ik stuur dus een e-mail aan jou – lezer – waarin ik mijn mening ventileer over iemand anders. Assange heeft mijn computer gehacked en onderschept mijn e-mail, waarna hij besluit deze openbaar te maken. Hij vindt namelijk dat ik eerlijk moet zijn over alles wat ik vind van anderen om vervolgens te zeggen dat ik daar niet over mag klagen omdat hij vrijheid van meningsuiting heeft en zijn publicatie daar toch zeker onder valt: nou nou, driewerf hoera voor de vrijheid van meningsuiting in deze!
Dat is absoluut waar; het buitenlandbeleid krijgt zodoende ook gestalte in ambtstelegrammen van onze ambassadeurs en van uitvoerige notities die de (democratisch aangestelde) Minister van Buitenlandse Zaken publiceert nadat deze grondig over een land of regio is bijgepraat door zijn diplomaten, door spionnen en bronnen met wie zij ter plaatse in contact zijn.
Maar het is natuurlijk niet zo dat elke diplomaat in elk denkbaar land zijn notulen op Facebook plaatst onder het mom van ‘vrijheid van informatie’. Niemand wordt daar wijzer van behalve onze geo-politieke concurrenten.
Het is juist essentieel dat iedereen vrijelijk zijn gedachten kan kanaliseren in een ambtstelegram aan het thuisfront zodat daar een ‘totaalplaatje’ gevormd kan worden en men op basis daarvan onze strategische belangen veilig kan stellen.
We hebben nu eenmaal internationale belangen en die belangen worden het best gewaarborgd wanneer overheden publiekelijk met de grootst mogelijke charme hun diplomatieke opponenten tegemoet kunnen treden ondanks dat ze in hun achterkamers twijfels, verwonderingen, zorgen en ordinaire roddels delen. Zolang dat in die achterkamers blijft draagt dat bij aan de vorming van een buitenlandbeleid waar niemand zich voor hoeft te schamen en waar slechts weinigen aanstoot van kunnen nemen. Yay wereldvrede.
Maar Assange en Snowden verstoppen dan plotseling een microfoon in die achterkamers waardoor de gehele wereld kan meeluisteren. De voormalige Amerikaanse ambassadeur in Den Haag schreef ooit in een telegram aan Washington dat Wouter Bos een ijdele man is die het best door vleierij in hun kamp gekregen kan worden – een zekere Maxime V. had hem dat tijdens een lunch verteld. Moeten we dat écht weten? Wie heeft daar nu eigenlijk belang bij volgens Assange en Snowden?
Maar nog heel veel erger dan de dagelijkse roddels uit het corps diplomatique zijn de documenten die zeer expliciet spreken over zogeheten ‘soft targets’. Concreet hebben we het dan over strategische of tactische doelwitten die beschermd moeten worden wanneer ergens een plotselinge geweldsuitbarsting uitbreekt. Denk bijvoorbeeld aan een ‘elektriciteitshuisje’, die gek genoeg midden in de duinen staat en waar op zondagmiddag menig Nederlands gezin langs wandelt bij Noordwijk maar waarvan dergelijke documenten verraden dat het in feite een vermomd verbindingsstation is voor glasvezelkabels die over de bodem van de Atlantische oceaan lopen.
Of denk aan informanten in Pakistan, Syrië, Afghanistan, Egypte en waar dan ook die dagelijks spreken over wat zij weten met diplomatieke vertegenwoordigers. Ineens zien ze dat zij met naam en toenaam door Assange op het world wide web worden geplaatst, inclusief de strategische informatie die zij delen met buitenlandse overheden. Je kunt in Saoedi-Arabië al gestenigd worden voor overspel en men moet er toch niet aan denken wat de strafmaatregel kan zijn voor hoogverraad. Het lijkt mij evident dat deze mensen niet meer op bankjes in het park gaan zitten met onze vertegenwoordigers in den vreemde om tijdig te waarschuwen dat er in Pakistan drie koffers zijn verdwenen met dirty bombs waarmee je een gebied zo groot als Londen (8.2 miljoen inwoners) kunt besmetten. Die Westerlingen kunnen niks geheim houden! Daar sta je dan op een willekeurige dinsdagochtend kwart voor acht in de metro in Londen op weg naar je werk. Maar gelukkig hebben onze nabestaanden – althans volgens enkelen – recht op totale vrijheid van informatie waar niemand iets aan heeft…
Dit heeft niets met vrijheid van informatie te maken; het is op zijn best aan te duiden als schaamteloos voyeurisme.
In een vlaag van teleurstelling schreef de voormalig Secretaris-Generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken Han Boon (SG 1950-1952) zijn boek ‘Afscheidsaudiëntie’ waar we als lezer niet zelden vlagen van schaamteloos dedain voor democratie en volk – door hem aangeduid als ‘de massa’ – onder ogen krijgen. Hij schrijft onder het kopje ‘massadiplomatie en polarisatie’ het volgende:
“In deze passage wordt de kern van het vraagstuk geraakt nl. of het werkelijk mogelijk is de grote massa bij het buitenlands beleid te betrekken en als dit geschiedt, wat daarvan dan de gevolgen kunnen zijn. Het is duidelijk dat zelfs de beste en meest diepgaande en brede voorlichting de massa niet in staat kan stellen om zich een verantwoord oordeel te vormen over belangrijke kwesties van het buitenlands beleid die veelal zeer ingewikkeld zijn. Zelfs personen die zeker niet van behoudende opvattingen kunnen worden verdacht, achten dit onmogelijk. Zo zegt Prof. Röling: ‘De grote massa is incompetent inzake de buitenlandse politiek en geeft blijk van onkunde, inconsistentie, emotionaliteit en irrationaliteit die onverdraaglijk is in vitale kwesties’.
(…) In zijn inleiding bij de opening van de Leergang Buitenlandse Betrekkingen zei de toenmalige hoofdredacteur van de Haagse Post W. L. Brugsma hierover dat, zolang het internationale recht niet door doeltreffende sancties is geschraagd, het aanvaardbaar is om het beleid over te laten ‘aan verlichte geesten, die de zaken redelijk regelen zonder te worden gehinderd door de passies van volksstammen, die bij internationale voetbalwedstrijden met bierflessen beginnen te gooien.'”
AUTCH! Sorry nog dat wij massamensjes ook stemrecht hebben gekregen, Verlichte geest! Maar eventjes voorbij de hardnekkige arrogantie van deze drie genoemde heren, hebben ze misschien toch ergens een punt? Is de diplomatie niet altijd een praktijk geweest die zich het beste liet bedrijven in de onaangename schaduwen van ons collectief belang? Is “stiekemdoenerij” niet essentieel voor de uitvoering van hun vak?
Willen we eigenlijk niet gewoon heel graag dat opgedofte mannen en vrouwen op de roemruchte diplomatieke cocktailparty’s met uitgestreken smoelen elkaar smerige roddels influisteren, tussen twee (of vier, of acht) toasts door handelsverdragen in elkaar friemelen? Dat ze schuddebuikend nucleaire ontwapening op de agenda plaatsen en bij tijd en wijlen op bankjes in het park met lokale ‘vrijheidsstrijders’ of spionnen enveloppen uitwisselen waarvan niemand van ons zou willen weten wat er precies in zit? Nou ja, allemaal behalve Assange, Snowden en hun bewonderaars dus.
Hoe kan Zijner Majesteits ambassadeur te Moskou nog onderhandelen over mensenrechten met Poetin en zijn maten wanneer onze moderne ‘helden’ de inhoud van zo’n envelop hebben onderschept die werd uitgewisseld tussen onze ‘cultureel attaché’ (algemeen aanvaarde functie voor leden van de inlichtingendiensten in het buitenland) en een Russische topambtenaar die zich bezig houdt met de emancipatie van minderheden. Hoe kun je opkomen voor je belangen als het onderhandelingsmandaat al door de tegenpartij is gegoogled en op wikileaks moeiteloos kon worden gevonden.
Of om het nog maar eens minder wereldlijk te maken: U, lezer, ziet op marktplaats die felbegeerde nieuwe eettafel, u wilt onderhandelen over de prijs maar Assange heeft de verkoper al een bericht gestuurd over uw maximaal aanvaardbare aankoopprijs. Succes met uw onderhandeling!
De vrijheid van informatie is een groot goed, en journalisten en electoraten moeten in staat gesteld worden om de macht te controleren en indien nodig ter verantwoording te roepen.
Waar het onze internationale belangen betreft moeten we misschien accepteren dat het een beetje is zoals bij ons nationaal veiligheidsbeleid: waarborging is alleen mogelijk indien er zo min mogelijk over bekend is.
In de huidige tijden van hyperglobalisering waarbij internationale ontwikkelingen en onze eigen rol daarbij constant in de media voorbij komen zou het allicht passen om voor het buitenlandbeleid – net als voor het beleid van nationale veiligheid – een ‘commissie stiekem 1.2’ in het leven te roepen. Zodoende kunnen volksvertegenwoordigers nog steeds toezien op een ethisch en verantwoord buitenland beleid, maar dan zonder dat details publiek bezit worden en door Poetin of Kim Jong-un googlebaar zijn.
Is dat nu werkelijk zo vreemd voor te stellen voor ons voyeuristische massamensjes?