Gisterochtend moest ik, en velen met mij, wel even lachen om de vacatureoproep van het WNF, Wereld Natuur Fonds. Onze dierenvrienden zochten een nieuwe medewerker. Fulltime. Zo’n 40 uur per week dus. Voor een riant salaris van 125 euro per maand. Meteen commotie natuurlijk, en terecht. Een schande! Profiteurs! Slavenwerk! Het WNF was naar eigen zeggen ‘ontzettend geschrokken’ en paste het bericht aan. Het ging namelijk om een vrijwilligersfunctie. Een foutje. Nou, iedereen bijgekomen, en door.
Dit alles deed me denken aan een akkefietje van laatst. Ik stond te wachten in de Zwolse binnenstad, omdat mijn vriendin in een eindeloze rij stond nadat ze ergens op ‘t raam die vier verraderlijke, rode koeienletters zag staan. Het begint met de S en eindigt op complete chaos in een vrouwenwinkel. Maar gelukkig kon ze, zoals altijd, iets uitkiezen binnen tien minuten. Ze bestaan nog.
Plotseling stond er een witte jas voor m’n neus. “Hoi! Mag ik jou wat vragen?” Vreemde vraag vind ik dat, want ze vraagt dan al iets. Maar goed. “Tuurlijk mag dat.” Ze nam een flinke hap lucht en leek een autocue op mijn voorhoofd te volgen. “Wist je dat de hoorn van de neushoorn wordt gebruikt voor versieringen? Vreselijk natuurlijk want het zijn prachtige dieren!” Meteen maakte ik van de gelegenheid gebruik om mijn boekje over die geweldige safari in Oost-Afrika in 2010 te promoten. Het gesprek liep lekker. Want ja, het meisje was natuurlijk enoooorm geïnteresseerd in mijn verhaal.
Ik vertelde haar dat ik er over na wilde denken. (NOT!) Ik steun Greenpeace al en stop altijd wat in collectebussen aan de deur. Vond het wel even prima zo. “Ik heb ‘t als student niet breed en kijk het even aan. Ik wil financieel alles een beetje op orde hebben straks.” Prima reden, toch? Míjn reden in ieder geval. Klaar. Voor mevrouw was ’t echter nog niet klaar. Ze vroeg vier keer hetzelfde, daarna in het Duits, Frans, Mandarijn én Swahili, en iedere keer bleef mijn antwoord hetzelfde: NEEN.
Uit het niets kwam er nog een witte jas bij staan. “Ik heb ’t gesprek gevolgd.. je staat wel een kwartier te praten met haar, maar geeft uiteindelijk niets?” Ik keek verbaasd op. “Uh ja, ben ik verplicht geld te geven als ik het gesprek aanga dan?” De jongen keek half weg en mompelde iets van: “In die tijd had zij anderen kunnen aanspreken.” “O ja kerel, sorry dat ik haar tijd verdoe”, antwoordde ik geïrriteerd. “Klantvriendelijkheid een tien, goed bezig man.” Het meisje werd rood en deed lacherig, en liep langzaam naar achteren. Toen mijn vriendin naar buiten kwam snelde ik meteen samen met haar weg. In mijn ooghoeken zag ik het corpsballetje nog even z’n bruine lokken achter z’n oor strijken. “Mafkees”, zei ik hardop, in de hoop dat ‘ie me hoorde.
Ach, dacht ik later, die gozer heeft z’n quotum vandaag waarschijnlijk niet gehaald. Hij is nu humeurig en er helemaal klaar mee dat ‘ie zoveel moeite moet doen om een fatsoenlijk salaris te krijgen deze maand. Het Wereld Natuur Fonds, een goed doel, kan of wil een aantal van haar medewerkers geen redelijk bedragje uitkeren en probeert mensen te ronselen voor een Aziatisch fabrieksloontje of nog minder. Of niets. In deze tijden. En nu is het hele berichtje aangepast en gaat het ineens om 16 uur per week, in plaats van fulltime, en gaat het om een vrijwillige functie. Als de directeur ballen heeft neemt hij het goede voorbeeld en staat ‘ie een deel van zijn 160.000 euries per jaar af aan een paar gemotiveerde nieuwe collega’s. Dan wordt alles wat geloofwaardiger.
Denk aan de panda!