Comme des Amis
We zijn geen vrienden. Nooit geweest ook. Het begon allemaal aan het begin van een nieuwe dag, nadat de eerste vier en een half uur voorbij waren. De zon durfde zichzelf nog niet te laten zien, maar onze lichten schenen wel sluimerend. Alsof wij xerofieten waren temidden van teveel drank. Vochtafdrijvend, maar wij wisten wel wat te doen. De dorre tijden lagen bijna achter ons. Hij keek mij niet aan, maar ik voelde zijn hart harder kloppen. Aderen opgezwollen, mijn ogen die zochten naar iets om aan vast te houden. Vastgebonden aan wat wij zouden kunnen zijn.
We zijn geen vrienden. Getracht hebben wij het wel, maar in proberen zit een onechte vorm van leren. De Tivoli is zo bij nacht. Iedereen die op een ander wacht bij de ingang. Hij drong voor en vond mij omhuld in een nieuwe vorm van kracht.
En ik ga niet zeggen dat de overtuiging er was
Zeg niet dat ik bang was
En ik ga niet zeggen dat ik er om heb gelachen
En ik ga niet zeggen dat ik niet heb verlangd
En ik ga niet zeggen dat ik heb verlangd
Het blauw kwam dichterbij, en de hemel keek mij aan. Als er een hogere macht zou bestaan, heeft die mij de weg gewezen. Waar moest ik anders heen gaan. De zandloper was vele zandkorrels dichter bij het opkomen van de zon. Duister heb ik hem gegeven wat hij niet had verwacht, maar in dat moment onnoemelijk naar had gesmacht.
We zijn geen vrienden,
snap je dat?
Lees al onze Zomerbloggers.