Jaren geleden stond ik op de lijst voor de stadsdeelraad van Amsterdam Oud Zuid. Bij de algemene ledenvergadering presenteerden de nieuwe kandidaten zich die een plaatsje op de lijst wilden innemen. De hoogste nieuwe binnenkomer stond op nummer 3: een mevrouw uit een lokale allochtone gemeenschap was uitverkoren in de hoop deze hele gemeenschap aan de VVD te binden. Of dat lukte is onbekend, maar ze bleek als raadslid in ieder geval geen succes. Ze verdween na vier jaar geruisloos uit de lokale politiek.
Momenteel zijn veel partijen bezig hun kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar samen te stellen. Veel partijen willen hierbij recht doen aan de diversiteit onder de eigen achterban of in de eigen gemeente. Dus: als er veel allochtonen in de gemeente wonen, moeten er ook allochtonen op de lijst staan. Kijk naar hoe GroenLinks in Amsterdam dat doet. Zij streeft naar ‘een goede weerspiegeling van de kwaliteiten en kenmerken die bij leden en achterban (…) zijn vertegenwoordigd’. Hoe zinvol is het als een kandidatenlijst deze diversiteit laat zien?
Allochtonen blijken in veel onderzoeken niet de burgers die het meest bij de politiek betrokken zijn. Hun desinteresse kan niet los gezien worden van het idee dat er ook allochtonen op kandidatenlijsten moeten staan. Dit zou immers de herkenbaarheid van de politiek voor allochtonen vergroten en het voor hen gemakkelijker maken meer interesse op te brengen voor lokale politiek. Rachna Menes onderzocht of dit idee voor allochtone jongeren klopt: zien zij de meerwaarde van politici die van allochtone komaf zijn? Of maakt het voor hen niets uit? En hoe zit dat voor autochtone jongeren?
Uit groepsinterviews met zowel allochtone als autochtone jongeren blijkt dat de verschillen tussen deze jongeren klein zijn. Beiden zijn meer bezig met de inhoud van de politieke boodschap dan met de achtergrond van politici. Allochtone jongeren voelen zich niet meer aangetrokken tot allochtone politici dan tot autochtone. Zij willen wel dat de politiek een afspiegeling van de bevolking is, maar daarin verschillen zij niet van autochtone jongeren die dit ook een goed idee vinden.
Maar allochtone jongeren zijn ook tegenstander van een specifiek voorkeursbeleid: iemand moet niet in de Tweede Kamer komen omdat hij allochtoon is. Het gaat uiteindelijk om de politieke standpunten die politici nastreven. Daar valt volgens allochtone jongeren vaak veel aan te verbeteren. Allochtone jongeren klagen regelmatig over negatieve beeldvorming in de media, waar de politiek volgens hen een grote rol in speelt. Het is volgens hen belangrijker om iets aan die beeldvorming te doen, dan om allochtone politici op een kandidatenlijst te zetten.
Zie hier de dilemma’s van de hedendaagse politiek. Om allochtone kiezers te kunnen trekken, is het weliswaar nuttig om allochtone kandidaten te hebben, maar het is belangrijker om inhoudelijk aan te sluiten bij de ervaringen van de mensen die op je partij zouden moeten stemmen. Het probleem is dus meteen duidelijk: partijen kunnen gemakkelijker allochtonen vinden die op een kandidatenlijst willen staan dan kandidaten die in staat zijn de gevoelens van specifieke kiezersgroepen onder woorden te brengen.
Chris Aalberts promoveerde op politieke betrokkenheid van jongeren.