Kunst

Waarom George Duke een legende is

09-08-2013 12:00

Wat maakt iemand geliefd, en hoe komt het dat iemand door een specifieke groep erkenning kan krijgen? Dit zijn twee vragen die ik mij de afgelopen tijd vaak gesteld heb, zeker na de dood van George Duke afgelopen dinsdag. Na een lange strijd tegen leukemie moest Duke dan toch het hoofd voor de ziekte buigen en overleed hij in een ziekenhuis in L.A.

De ogen van veel van mijn muzikantenvrienden beginnen te glimmen als zijn naam valt. George Duke, dat is die meesterlijke componist, producer, toetsenist en visionair. Zijn arrangementen en producties zijn befaamd, net als zijn concerten. Maar hoe komt het echter dat er een paar muzikanten zijn zoals Herbie Hancock, Nile Rodgers en George Duke die op veel waardering kunnen rekenen terwijl ze nooit de echte ster (bijvoorbeeld Stevie Wonder) in hun genre zijn geworden? En wat maakt het dat velen op facebook en twitter die iets met muziek te maken hebben rouwen om zijn dood?

Bekend verhaal

Het verhaal van Duke begint zoals dat van vele andere muzikanten. Op jonge leeftijd geraakt door muziek, vanuit daar doorgegroeid naar een instrument en zo op het muzikantenpad terecht gekomen. Waar het verhaal van George Duke echter in afwijkt is dat hij niet alleen Trombone als instrument koos, maar daar ook voor naar school ging. Waar vele jonge zwarte muzikanten hun instrument spelenderwijs onder de knie kregen, scoorde Duke een beurs voor het conservatorium van San Francisco. Na glansrijk geslaagd te zijn (met contrabas als bijvak nota bene) vervolgde Duke zijn educatie op de universiteit in dezelfde stad waar hij een master titel voor compositie binnen haalde.

Schaduw

Na zijn eerste album in 1966 met zijn eigen kwartet begon het jazz-funk balletje pas echt te rollen. Duke collaboreerde met de Franse violist Jean-Luc Ponty met tracks als foosh en Cantaloup Island (dat overigens geschreven is door Herbie Hancock maar met solo van Duke). Dit was het begin van een carrière die tot meer dan 40 soloplaten en tal van features en producties zou leiden. Duke was in zijn beginjaren zelf weinig vocaal te horen op zijn albums en zijn tracks waren uitdagend en op het randje van het toelaatbare in de toenmalige jazz wereld. Hij koos ervoor om in de schaduw te blijven en het leek even alsof die trend niet doorbroken zou worden.

In de spotlights

Totdat Duke de man ontmoette die hem in de spotlights zette. Begin jaren 70 ging George Duke namelijk met Frank Zappa om. Niet alleen vriendschappelijk, maar Duke speelde ook in zijn band en schreef tracks voor een aantal Zappa-albums die dat decennia uitkwamen. Zappa was voor Duke de juiste man die op het juiste moment zijn leven binnen kwam. George kwam meer naar voren en verliet de schaduw. Zelf was hij er nooit zo happig om geweest, maar toen Frank Zappa hem vroeg om ook de lead te gaan zingen en meer met synths op de voorgrond te treden bleek hij in beide een klasse apart te zijn. Zo sprak hij op het podium, speelde hij het spel met Zappa mee en het absurdisme van Zappa’s muziek was hem op het lijf geschreven. Tot laat in de jaren 80 bleven te twee met elkaar samenwerken met een uitgebreide discografie tot gevolg.

Veelzijdig

Ook als producer maakte Duke aardig naam, zo was hij verantwoordelijk voor Backyard Ritual en Cobra van Miles Davis en met tracks als Dukey Stick begonnen zijn soloalbums steeds populairder te worden. Met zijn uitstapjes naar Braziliaanse muziek bewees George Duke zijn veelzijdigheid, zo werkte hij onder andere met Airto Moreira, Milton Nascimento en gebruikte hij zijn ervaringen in Brazilië voor zijn eigen solo album A Brazilian Love Affair. Zijn discografie is simpelweg indrukwekkend en bijna niet samen te vatten in een column.

Fabelachtig, energiek en toegankelijk

Maar hoe komt het nou dat George Duke zo’n legendarische status heeft bereikt? Laten we bij het begin beginnen, zijn live shows waren fabelachtig, energiek en toegankelijk. Trompettist Teus Nobel verwoord het als volgt: “De eerste en enige keer dat ik George Duke in levende lijve mocht beluisteren, was tijdens een dubbelbill met Robert Glasper. Alhoewel het twee vooraanstaande toetsenisten betrof met beiden ontegenzeggelijk veel kwaliteit, kon het contrast niet groter zijn. Glasper maakte er een elitair gebeuren van met een uitstraling a la ‘probeer er maar niet te veel van te begrijpen, dit is high-class stuff’. Duke daarentegen was maar voor 1 reden naar het MC Theater gekomen; een feest bouwen met de aanwezigen. Een 2 uur lange ‘trip’ waarin niet-bewegen geen optie was.” Een kwaliteit die bij veel hedendaagse acts van ondergeschikt belang lijkt, zeker in de jazz. Het credo lijkt: ‘bij intellectuele muziek is geen plaats voor vermaak, niet bij George Duke’. Misschien is dit de voornaamste reden van de drastische terugloop in publieke interesse in de laatste decennia?*

Geen lijntjes

Een andere belangrijke reden is dat Duke buiten de lijntjes durfde te kleuren. Zowel in zijn live shows als in zijn arrangementen en producties zocht hij de grens op zonder daar overheen te gaan. Radio 6 en Wicked Jazz Sounds dj Phil Horneman vindt: “Duke zat qua talent op hetzelfde niveau als Herbie Hancock, maar George Duke durfde veel verder te gaan met improvisatie. Noem het freaken of geniaal, Duke wist altijd wanneer het genoeg was en hield zo de balans in orde.”

Ik denk vooral dat George Duke een revolutionair in zijn soort was, mede door hem is het mogelijk voor Teus Nobel om zijn liquid jazz te spelen en voor Phil Horneman om jazz-funk en andere gerateerde muziek in zijn radio show te kunnen draaien. Waar andere revolutionairen als Stevie Wonder, James Brown en Michael Jackson op de voorgrond traden, is George Duke altijd het overzicht op de achtergrond blijven houden. Velen zullen weten dat Stevie Wonder met Michael Jackson heeft gewerkt, maar hoeveel daar van zullen doorhebben dat Duke verantwoordelijk was voor de keys op Off The Wall. Ondanks zijn bescheidenheid hoorde hij gewoon bij de zware jongens van zijn tijd. Misschien is het wat laat, maar laten we zijn dood aangrijpen om hem weer even in het zonnetje te zetten, net zoals Frank Zappa dat deed meer dan 40 jaar geleden.

P.S Omdat het oeuvre van George Duke zo groot is zou ik je vooral aanraden om deze link te beluisteren. Phil Horneman heeft namelijk een greep in zijn werk gedaan en dat voor ons op een rijtje gezet!

DJ D-Rok (Daan Koekelkoren) draait onder andere op Wicked Jazz Sounds, Lovebirds en Zwarte Koffie, schrijft en produceert eigen tracks, maar is ook niet te beroerd om ons te onderwijzen in zwarte muziek.