Yes! Ze zijn voorbij, althans, hier in mijn woonplaats wel. Die altijd beregezellige zomermarkten. Al die grijze wandelende takken kunnen eindelijk weer terug naar hun één slaapkamer appartement en hun rolator weer aan de kapstok hangen. Buurten bij ieder kraampje, kijken, kijken en niet kopen. Want nee, dat kan natuurlijk niet op een markt. Iets kopen. Stelt u voor dat u iets koopt op de markt. Behalve bij de eetkraampjes hè, lekker nootjes en Turkse pizza eten. Want dan is multicultureel wel lekker. Dan wel. Die oude taarten leven nog met hun walnoot in 1950, toen alles veel en veel beter was. “Het waren simpele tijden”, hoor ik nog een aantal vrouwen zeggen terwijl ik aanstalten maak een biertje te scoren om het einde der zomermarkten te vieren.
Meeensn’ kiekn’, da’s potdomme vermakelijk. Onder het genot van een nootje en een biertje. Goed, daar kan ik mij in vinden. Ik zal u alleen vertellen dat u niet vrolijk wordt van het aanzicht. Het duurt twintig tot dertig minuten voordat u een geheel nieuw gezicht heeft gezien. Die wandelende takken lopen me namelijk een partij langzaam. Bovendien praat iedereen op het terras over hoe goedkoop ze iets hebben gekocht, want áls u dan toch iets koopt op de markt. Dan moet het wel een heul heul héúl goeie deal zijn. Logisch. De situatie ontneemt mij het plezier de mooie serveerster op te merken terwijl ik haar wat geld geef voor een koude Warsteiner. Jammer. Kans gemist.
U merkt het al, voor een zomermarkt hoeft u me niet wakker te maken. Vier dagen in het jaar een hels feest met gebakken lucht en gebrande pinda’s. Een gezellig dagje uit want er is immers niets nuttigs te doen in de zomer…