De vraag of de nieuwbakken studenten van dit jaar lid moeten worden van een vereniging, is te beantwoorden met een eenvoudig ja. En niet vanwege het o zo fantastische netwerk dat u er aan over houdt (fanatieke voorstanders) of tegen betaling van uw ziel en waardigheid (fanatieke tegenstanders). Dit zijn argumenten die gelden voor de individuele student alleen. Maar de academische gemeenschap en de samenleving als geheel zouden het voordeel van lidmaatschap van een studentenvereniging moeten bezien voor de nieuwe generatie van artsen, advocaten en ambtenaren. Want dit voordeel geldt nu nog zwaarder dan ooit.
De generatie die zich deze weken met haar hele hebben en houwen in een Boedelbak naar een studentenstad zal begeven, is de generatie die in haar puberale bestaan wellicht de minste échte sociale interactie ooit hebben gehad. Een generatie die meer tijd naar een beeldscherm heeft gekeken dan in de ogen van een ander. Een generatie die vaker haar ongezouten mening heeft gegeven vanachter een laptop, dan dat ze in real life naar de mening van een ander heeft geluisterd.
Een generatie met de ouders die te bang waren dat hun prins(es)je iets te kort kwam.
Een generatie met een leventje, dat dankzij onze levensstandaard geen zware tegenslagen bevat.
Een generatie kortom die overtuigd is van de heiligheid en belangrijkheid van het eigen individu.
Een studentenvereniging is een instituut dat juist op deze tekortkomingen een toevoeging kan vormen. Bij studentenverenigingen ontmoet je nieuwe mensen, ook buiten de muren van je collegezaal.Het is een kans om andersdenkenden te ontmoeten. Het beeld dat corpssociëteiten vooral gevuld worden door rechtse jongeren is een anachronisme. De enige plek waar het nog wel zo is in de BNN-serie Feuten.
Het gaat niet alleen om het leren kennen van nieuwe mensen, maar ook dat je elkaar daadwerkelijk spreekt. De borrelvloer is voor zover bij mij bekend de enige plek waar het gebruik van telefoons structureel is verboden, zodat de fysieke sociale interactie kan worden bevorderd. Een maatregel waar veel mensen wellicht stiekem van dromen wanneer zij met een biertje in de hand naar vrienden kijken, die meer aandacht hebben voor de vakantiefoto’s van een oude schoolvriend die ze al vier jaar niet meer gesproken hebben. En die ze de komende vier jaar ook niet gaan spreken.
Studentenverenigingen leren de nieuwe lichting ook dat je niet alles in het leven zomaar krijgt. Het lidmaatschap moet verdiend worden door een periode te doorlopen, waarin je niet altijd kan eten, plassen of slapen op het moment dat het jou het best uitkomt. Excessen zijn vanzelfsprekend ontoelaatbaar. Echter, het opzoeken van je fysieke en mentale grens is een vaardigheid die iedere student de rest van zijn leven goed kan gebruiken.
Misschien moeten we anders denken over hoe het komt dat veel topfuncties in overheid en bedrijfsleven worden bezet door personen, die vroeger lid zijn geweest van een studentenvereniging. Misschien moeten we toegeven dat er geen ‘old boys network’ bestaat, maar dat bepaalde studenten zich tijdens hun studietijd simpelweg breder hebben ontwikkeld dan anderen.
CC-Foto: Thomas Schlijper.