De septemberedities van de vaderlandse modebladen liggen weer in de kiosken. Voor eenieder die nu denkt ‘ja en?’, dit is dus de belangrijkste uitgave van het jaar waarin de najaarsmode wordt geïntroduceerd. Geld nog moeite wordt gespaard voor een prachtige cover en zo veel mogelijk pagina’s. Probleem met de bladen is alleen dat hoe duurder het blad, hoe waanzinniger de mode, over de prijzen nog niet eens te spreken.
Het zijn glimmende boekwerken vol –overigens prachtige- foto’s van de meest geschifte kledingstukken. Haute couture heet dat fenomeen ook wel, wat voor een simpele ziel zoals ik natuurlijk onbetaalbaar is, maar als inspiratie moet dienen voor mijn wintergarderobe. Check.
Aangezien ik het altijd wel fijn vind om wat inspiratie op te toen kroop ik afgelopen week eens lekker met die “stijlbijbels” op de bank. Glas wijn erbij, olijven binnen handbereik, heel ontwikkeld. Al op de eerste pagina van een van de meest toonaangevende blaadjes fronste ik mijn wenkbrauwen. Een advertentie van Chanel. De Aziatisch aandoende modellen dragen allemaal een soort wit katoenen mutsje, geen guitig baretje of een gebreid exemplaar ofzo, maar zo’n plomp geval dat normaal gesproken met drukknopen aan een praktische regenjas bevestigd zit.
Deze dames dragen deze capuchon echter niet met een jas, maar heel high fashion met een schattig bloempje bevestigt onder de bevallige kin, gecombineerd met een wit plooijurkje en geile glimmende zwarte laklederen lieslaarzen. Als accessoire houden ze een wit bruidsboeketje vast, gewoon, omdat het kan. Voor mij bied dit geheel weinig houvast maar niet getreurd, er zijn nog 257 bladzijden resterend.
Helaas pindakaas. In de rest van het blad zie ik niks waar ik maar enigszins iets mee kan, of wat ik zou kunnen vertalen naar de normale mensenwereld. Als een kleurige psychedelische Tim Burton film glijden de plaatjes aan me voorbij. Glimmende metallicroze harembroeken gecombineerd met cartooneske truien en jasjes bezaaid met paradijsvogelveren. Een neopreen sweater met sterrenstelselprint op een kuitlange wijde Hawaï broek, lichtblauwe sokken en smokingschoenen.
De volgende trend; het pak dat mijn vader droeg tijdens zijn eerste communie, maar dan voor vrouwen. Incluis de stropdas. Een hoerige catsuit in legerprint, subtiel gecombineerd met een Hannibal Lecterachtig masker met UV-filter. Natuurlijk vergeten we het alom vertegenwoordigde oppermodel Cara Delivigne niet, zij draagt in de Mulberry campagne het nieuwste it-huisdier, een babyuil. Bye bye chihuahua.
Qua make-up heb ik dit najaar gelukkig genoeg aan een zwarte Edding stift, waarmee ik mijn witgebleekte wenkbrauwen dien te omcirkelen, en mocht ik in een fleurige bui zijn, dan kan ik gele lippenstift combineren met witte biologisch verantwoorde veertjes op mijn wimpers voor een eigenwijze oogopslag. Dolletjes.
Volgens Elle en de alleswetende topsenior hairstylisten (kappers), draag ik mijn haar in een “ik doe alsof bob” dat wil zeggen, ik stop mijn lange haar in mijn kraag en voila je hebt kort haar. Zonder de schaar dus. Briljant gevonden. Wil je nog hipper zijn, dan kies je voor De Pluiskop. Ik citeer; “Rommelig haar is het nieuwe glad. Een pluizig, ongekamd effect is wat er gebeurt deze herfst. Recht van de catwalk!” Vogue daarentegen vindt dat ik het in een soort New Kids model moet laten knippen, met korte bovenzijde en een lang matje in de nek. Helemaal punky en van nu.
Kort samengevat: ik kan dit niet kort samenvatten. Het is een avontuur op zich, die bladen. Honderden glossy pagina’s willekeurige waanzinnigheid, te koop voor immense bedragen in winkels waar het meubilair tegen het plafond geplakt wordt, of waar de hautaine verkoopsters zelfs Oprah met een schuin oog aankijken. Geen september issues meer voor mij. Haute Couture is niet aan mij besteed. Of ik snap het gewoon niet, dat zal ’t zijn.