Eergisteren verstoorde de Amerikaanse journalist James Kirchick een live-uitzending van de Russische televisiezender Russia Today door totaal onverwacht bretels in de kleuren van de regenboog aan te trekken en over de schending van de rechten van Russische homo’s, lesbiennes en transseksuelen te beginnen. De redactie van het programma had hem eigenlijk uitgenodigd om over de 35 jaar celstraf die klokkenluider Bradley Manning die dag had gekregen, maar Kirchick had “geen interesse om daar over te praten.” Na een minutenlange monoloog zat er voor de presentatoren niet veel anders op dan de verbinding met de Amerikaan te verbreken.
Op internet werd met applaus op de actie gereageerd. Het videofilmpje van het incident ging al snel viral, op Twitter vlogen de steunbetuigingen Kirchick om de oren. Maar al dit enthousiasme is naar mijn mening nogal misplaats. Sterker nog: het is een zoveelste voorbeeld van Westerse hypocrisie en zal daarom in Rusland vooral op onbegrip kunnen rekenen.
Vooropgesteld: de rechten van Russische homo’s, lesbiennes en transseksuelen worden geschonden. Deze schendingen zijn dusdanig ernstig dat ze het verdienen om nadrukkelijk en herhaaldelijk aan de kaak gesteld te worden, ook op momenten dat de Russen het niet verwachten. Juist in een land waar de media door de overheid zwaar gecontroleerd worden, moeten de voorvechters van de rechten van homoseksuelenrechten het van onverwachte en moeilijk door het Kremlin te controleren uitingen hebben.
Maar Kirchick werd niet ingestraald om één of ander wissewasje te bespreken. Hij was uitgenodigd om over de celstraf van Bradley Manning te praten. De klokkenluider die voor Wikileaks van onschatbare waarde was en daarvoor tot voorbij zijn pensioen achter de tralies zit. Zijn zaak is exemplarisch voor de staat van de Amerikaanse rechtsspraak. De vraag die rond zijn zaak centraal staat is niet of hij een jaartje meer of minder celstraf verdient, maar of hij überhaupt vervolgd had mogen worden. Centraal staat de vraag of hij een vijand van het ‘vrije’ Westen is, of held. Centraal staat de vraag of de spionage-wet op basis waarvan hij is veroordeeld niet volledig uit zijn verband is gerukt. Centraal staat de rechtvaardigheid van het Amerikaanse rechtssysteem. Centraal staat de Amerikaanse democratie.
Dat zijn geen zaken die je zomaar even terzijde kan schuiven omdat je “geen interesse hebt erover te praten.” De Russische televisiekijker zat te wachten op een reactie op de (mogelijke) schendingen van democratische grondbeginselen in Amerika, maar in plaats daarvan zagen ze een Amerikaan die de beschuldigende vinger naar hen wees. Die de vinger wéér naar hen wees. Terwijl Obama de Russen beschuldigt van een terugkeer naar een Koude Oorlog-mentaliteit, bouwt hij zelf een raketschild voor hun deur. Terwijl Amerika de Russen beschuldigt van een corrupt rechtssysteem, hebben ze zelf op Cuba een mini-concentratiekamp gebouwd, buiten iedere juridische of democratische controle. Terwijl de Russische justitie beschuldigd wordt van martelingen, blijken de Amerikanen zelf martelvluchten uit te voeren. En terwijl de persvrijheid in Rusland bekritiseerd wordt, lopen de soldaten die bewust twee journalisten van Reuters vermoordden en wier daad juist door het klokkenluiden van Bradley Manning aan het licht kwam, nog altijd vrij rond.
Het is deze hypocrisie die in Rusland wrevel oproept. Ze weten dat ze hun problemen hebben, zeker de hoger opgeleide kijkers van het in vloeiend Engels gesproken Russia Today. Maar het onvermogen van Amerikanen als James Kirchick om de eigen mensenrechtenschendingen onder ogen te zien maakt het land internationaal steeds minder een gerespecteerde gesprekspartner.
(Dat het ook anders kan bewees overigens acteur Wentworth Miller, die gisteren uit de kast kwam en daarom in een open brief een uitnodiging van het Internationale Film Festival in Sint Petersburg afwees. Dat nu is een actie die toe te juichen valt.)