ThePortugalPost, editie 5, jaargang 1

26-08-2013 12:50

van uw hoofdredacteur

Queridos amigos e amigas! Voor u straalt alweer de vijfde editie van The Portugal Post en dat gaan we uitbundig vieren. In alle bescheidenheid durf ik hier te beweren in een kort tijdsbestek de Algarve op de kaart te hebben gepositioneerd en dan met name de plekken waar u van uw reisleider van Kras Vakanties niet mag komen. 

Verschillende lezers wezen mij er op dat ik mede daarom wellicht literaire rondleidingen moet gaan geven zoals vroeger mijnheer Adriaan van Dis dat in opdracht van het Handelsblad deed in Egypteland en Atlantis.

Ik kan mij niet meten aan deze zwaargewicht (tenzij hij de afgelopen twee jaar trouw The Weight Watchers heeft bezocht) en dacht daarom meer iets in de sfeer te gaan doen van Rosita Steenbeek in Rome.

Met deze Nederlandse Anaïs Nin kunt u in samenwerking met het Algemeen Dagblad de uitgewoonde appartementen bezoeken van haar talloze al dan niet bedlegerige suikerooms zoals Paolo Pasolini, Marcello Mastroianni en Benito Mussolini. Ik ga echter iets heel nieuws doen: een literaire bootcamp. U bivakkeert dan op mijn lap grond, slaapt op houten kratten en onder een knusse klamboe want van de mug en de mier hebben wij hier weet. En ik zal de roede niet sparen, want literatuur komt niet zo maar tot stand, als een dirkje in de wc-pot.

bootcamp
>Overdag werken wij dan aan het eerste hoofdstuk van uw geniale debuutroman, dat wil zeggen dat wij er eerst fatsoenlijk Nederlands van gaan maken. In de tweede week gaan we de dan heel voorzichtig aan uw stijl en grammatica werken. In de derde week behandelen wij de noodzaak van uw boek. Is het de oerschreeuw naar erkenning of spelen er andere factoren mee (omdat bijvoorbeeld uw stoute buurvrouw net een ondeugende roman heeft gepubliceerd bij de Bezige Bij)? Qua dat komt u dus genoeg aan uw trekken in mijn boot camp al zal er eerder sprake zijn van een gezond pak ransel dan knusse billenkoek.

‘s Avonds is er tijd voor ontspanning en neem ik u mee naar de krochten van de oostelijke Algarve, de zeemanskroegen, de bordelen, de Angolese crackhuizen, de Vlaamse parenclubs en we rijden uiteraard langs de villa’s van Ronald en Donald Koeman, Joost den Draaijer, Heleen van Royen, Tessa de Loo en John & Linda de Mol.

Met de Molletjes ben ik erg dik en daarom schrijf ik dan mee aan Linda’s nieuwe comedy, geheten De Famile Kruis. Linda is geboren voor comedy maar ik adviseerde haar nu eens met een geheel nieuwe personage te laten komen en niet elke weer dat gedoe over botox en de overgang. Ik zei, lieve Lin, in De Familie Kruis speel jij een single, je hebt de boot gemist, je bent eind veertig, hebt geen kinderen en je wordt verliefd op een aannemer. Het verrassende is dan weer dat die aannemer twee puberkinderen heeft die jou uiteraard in eerste instantie helemaal niet zien zitten, anders heb je natuurlijk geen comedy. Ik denk dat jouw nieuw typetje heel herkenbaar is want iedereen heeft familie waar hij of zij het mee moet rooien. Behalve ik natuurlijk, maar dat lees je maar in mijn wekelijkse column in De Volkskrant, Linda.

Goed, mijn literaire bootcamp dus.Voor niets gaat de zon op en het gaat u een lieve duit kosten maar ik moet het ijzer smeden als het heet is want over een jaar kan ik wel helemaal in de vergetelheid zijn geraakt. Bovendien verliest u minimaal 10 kilo, niet in het minst door de slopende venerische aandoeningen waar de Algarve zo berucht om is. Boek dus nu! Ik begrijp via via trouwens dat u bent weggeregend tijdens het Prinsengrachtconcert. Het zag er allemaal heel treurig uit in de diverse media, allemaal verzopen ouwe nichtenstellen in lullige bootjes, notabelen met verpieterde hapjes en verwaterde prosecco, heel veel voetvolk in Chinese wegwerpregenjassen en wat mij vooral tegen de borst stuitte: opvallend weinig getinte en gezwarte mensen, al zag ik in de Telegraaf John Leerdam op een platboot maar dan kan ook tijdens de Gay Parade zijn geweest maar toen scheen de zon, dus.

Wat hebben we deze week voor u in petto, queridos amigos e amigas?

Uiteraard deel twee van het schitterende feuilleton van onze huislusitanoloog Rene Zwaap en verder wijst één en ander zich vanzelf de weg, kijkt u gelieve maar hieronder.

Ik draai mijn stoel even om naar onze redacteur Post, Boudewijn Lockefeer, die zojuist de brievenbus heeft geledigd. Take it away Bo! Ata logo!

PIETJE PUK BRENGT ONS POST

postbodenegert

Bom dia, vrinden en geliefd en barmhartig hoofdredacteur! We hebben weer een hartverwarmende brief gekregen van onze trouwe fan Caroline van den Akker uit Den Haag, die ik de lezers zeker niet wil onthouden:

Querido Tuinho! Al ruim een jaar of twintig tuf ik jaarlijks met Ana in haar rode autootje dat van geen ophouden weet – het merk moet ik jullie schuldig blijven: ik en auto’s! – over de Portugese wegen rond. Ze kent met name Alentejo, waar ook haar ‘monte’ is, op haar duimpje, en weet me altijd weer te verrassen met nieuwe mensen, dorpjes, wijngaarden, worstenmakerijen, restaurantjes, en nog veel meer.

In een tijd dat de mobiel nog niet bestond en er nog geen met EEG-subsidie aangelegde wegen waren, bracht ik kerst en jaarwisseling met haar door, in de slechts door een open haard en wat elektrische kacheltjes verwarmde, ijskoude boerderij. Nooit begrepen, trouwens, waarom de Portugezen weigeren om standaard verwarming in de huizen aan te leggen. In de wintermaanden moet je overal je jas aanhouden en een deken over je heen slaan om het nog een beetje behaaglijk te hebben, verdomme!

We waren voor kerstavond bij vrienden uitgenodigd met een, volgens Ana, fantastisch verbouwde monte, ergens afgelegen, bovenop een heuvel. We bleven er overnachten, want er zou gedronken worden en zo goed kende ze die omgeving nou ook weer niet. Omdat het vroeg donker werd, vertrokken we bijtijds, zodat we onderweg van het landschap konden genieten en ook nog wat leuke dorpjes aan konden doen. De tijd verstreek, het begon te stortregenen en het werd donker, en dan bedoel donker! Geen lantarenpaal te bekennen op de weggetjes, die meer uit kuil dan uit plaveisel bestonden. Wij maar rondrijden, zonder een teken van leven, noch een bord dat aangaf waar we waren.

Nog net niet de wanhoop nabij, en met nog maar een paar druppels benzine in de tank, doemde een verlicht uithangbord van ‘Sagres’ voor ons op door de natte voorruit, waarvan de ruitenwissers hun werk allang niet meer aankonden. Het was inmiddels een uur of elf. Wat een opluchting! We stapten uit en renden naar de – hoe vreemd! – gesloten, solide deur, die zich onder een baldakijn bevond. Als een stelletje ontheemde, verzopen katten belden we aan. Een wulps geklede dame deed open. Ze was een en al bezorgdheid, wilde weten hoe we bij hen verzeild raakten en nodigde ons allerhartelijkst uit om toch vooral verder te komen.

Overal rode Chesterfield banken en fauteuils, hoogpolig roze tapijt, zware fluwelen gordijnen, dames, schaars gekleed en schaars verlicht. Een bordeel! Kerstavond en noodweer, dus geen klant te bekennen. Ze waren maar wat blij met ons onverwachte gezelschap en wat waren wij gelukkig met het hunne! De inmiddels zwaar bezorgde vrienden afgebeld en ons laten onderdompelen in de warme gastvrijheid van lichte zeden, waarmee we tot middenin de nacht hebben zitten praten, lachen, eten en drinken, alvorens ons in het pompeuze hemelbed te storten. Niks stal: dat was wat je noemt nog eens een herberg!

Beijinhos!

Bedankt Caroline, we kijken uit naar je brief van volgende week!

En op de valreep krijgen we een schitterend gedicht binnen van Chrétien Breukers, dat is opgedragen aan onze spirituele hoofdredacteur Gerrit Komrij die in de hemelen is.

Grap

Deze grap heeft lang genoeg geduurd.
Klap het deksel van die kist eens open en sta op.
Hier is een nieuw glas bier. Er zijn weer boeken aangekomen.
Kijk: de eerste druk van onbekende Duitse dichtersprinsen,
desgewenst met signatuur of in robuuste band.
Het is genoeg geweest.
De muze met het ezelsoor is radeloos. Haar taal
verkruimelt met de dag, zij weet zich heg noch steg.
Ze wordt onhandelbaar. Hysterisch. Door het lint.
Gerrit, luister, echt, het is genoeg. De rust was je
gegund. Een korte slaap. Maar nu weer aan het werk.
Slijp het mes, er moet nog zó veel gefileerd.
© Chrétien Breukers

FEUILLETON

FÁTIMA, FADO & FUTEBOL

Een introductie tot de geheimen van de Portugese Ziel door René Zwaap.
Opgedragen aan Arthur van Amerongen, Hemels Licht der Vaderlandse Letteren

INTRO

‘Fátima, Fado en Futebol’, dat waren in de woorden van dictator Salazar (1889-1970) de pijlers van de Portugese samenleving: ‘Fatima voor het geloof, fado voor de saudade, en futebol voor de glorie van het vaderland’. In de ogen van de dictator waren de ‘drie F’en’ de basis van  zijn Estado Novo (Nieuwe Staat) – die met vier decennia de langst zittende dictatuur op fascistische grondslag van Europa zou blijken. Fatima, fado en futebol vormen nog steeds de pijlers van de Portugese samenleving, al dragen zij alle drie de sporen van de grote omwenteling van 25 april 1974, toen de Anjerrevolutie een einde maakte aan het Salazarisme.In dit feuilleton van de Portugal Post onderzoekt onze huislusitanoloog René Zwaap wat er heden ten dage resteert van de drie F’en.

In het bedevaartsoord Fátima, alwaar volgens de officiële leer op 13 mei 1917 de Heilige Maagd Maria verscheen aan drie herderskinderen, ging hij op zoek naar de geheimen van het pauselijk goedgekeurde zonnewonder. In de nachtelijke bars van Lissabon en Coimbra legde hij zijn oor te luister bij de beoefenaars van de fado, het oer-Portugese levenslied, waarin alle complexen van Portugal als gewezen koloniale grootmacht blijken te zijn opgeslagen. Tot slot verdiepte Zwaap zich in de geschiedenis van het Portugese voetbal.Wat is er toch aan de hand met de nationale voetbaltrots  Benfica, dat in de vroege jaren zestig onder leiding van de ‘panterra negra’ (zwarte panter) Eusébio de Europese oppermacht van Real Madrid doorbrak maar nu al decennia van crisis naar crisis strompelt? En wat is het geheim van José Mourinho, de grootste Portugese voetbaltrainer aller tijden?

sidonio_pais

DEEL 2

DE VERDWIJNING VAN LUCIA
Na het zonnewonder van 13 oktober 1917 is het in Aljusterel een komen en gaan van bedevaartgangers, journalisten, priesters en theologen. Hoewel de Patriarch van Lissabon de Portugese geestelijken heeft verboden zich met de cultus van Fátima in te laten, neemt de plaatselijke pastoor Marques Ferreira het voor de kinderen op in zijn rapporten aan de kerkelijke autoriteiten. Bij Lucia thuis is het enthousiasme voor de verschijningen nog steeds gering. De voortdurende stroom pelgrims naar de verschijningsplek zorgt dat de familiegrond in de Cova de Iria wordt platgewalst – er kan geen maïs meer worden geoogst. De gulle giften die de pelgrims in het tempeltje bij de verschijningsplek achterlaten komen wel in de zak van de kerk terecht. De grond van de familie  Santos zal in 1921 uiteindelijk voor een bodemprijs aan de kerk worden verkocht.

Ondertussen gaan de drie kleine zienertjes door met hun ‘offers’. Ze geven hun eten weg aan hun schapen of aan bedelaars, dat alles ‘ter redding van de zondaars’.

Sidónio Pais grijpt de macht

Twee maanden na de laatste verschijning in Fátima, in de nacht van 5 op 6 december 1917,  pleegt de 46-jarige majoor-luitenant van de landmacht Sidónio Pais, tot een jaar daarvoor werkzaam als ambassadeur van Portugal te Berlijn, met 1500 militairen een staatsgreep. Op het Marques de Pombal-plein in Lissabon komt het tot bloedige gevechten met de regeringsgetrouwe troepen, die geen partij kunnen bieden aan het artilleriegeschut waarover Pais beschikt. Een dag later geeft premier Afonso Costa zich in Porto over. Pais roept een ‘nieuwe republiek’ uit  en belooft een einde te maken aan de anarchie en de honger. Met de oude leiders van de Republiek wordt afgerekend. President Machado wordt naar Brazilië uitgewezen. Premier Costa gaat in ballingschap naar Parijs. Monarchisten en andere conservatieven krijgen de belangrijkste posten in de ‘junta van Nationale Redding’. De monarchisten hopen dat Pais zal zorgen voor het herstel van de ‘absolute  monarchie’. De kardinalen halen opgelucht adem vanwege  de ‘normalisering van de betrekkingen met de kerk’ die Pais in het vooruitzicht stelt.

Het roerige volk in Lissabon en Porto weet Pais aan zich te binden door gratis soep uit te laten delen, al snel ‘sopa de Sidónio’ geheten. Ook de intellectuele voorhoede is onder de indruk van het ‘sidonismo’. Dichter Fernando Pessoa ziet in hem een ‘president-koning’die zal afrekenen met de wantoestanden in de oude republiek. Bij zijn bezoeken aan het land wordt Pais, altijd in martiale militaire uniformen gekleed, onthaald als ware hij de nieuwe Messias. Vooral onder vrouwen en jongeren is hij een idool. In Rome verneemt paus Benedictus XV het goede nieuws. ‘Onze hoop is vooral gevestigd op de innige devotie van uw volk voor de Onbevlekte Maagd, de devotie, die in zo hoge mate dit deel van Christus’s kudde veredelt’, aldus Benedictus in een schrijven aan de bisschoppen van Portugal d.d. 29 april 1918. ‘Zulk een devotie verdiende werkelijk de buitengewone hulp van de Moeder Gods’. Het lijkt al op een impliciete pauselijke erkenning van het wonder van Fátima.

Portugese troepen in de pan gehakt

De profetie van Lucia dat het snel gedaan zal zijn met de Grote Oorlog wordt evenwel nog niet verwezenlijkt. Onder zware druk van de Britten, onder wier commando het Portugese expeditiekorps op het Vlaamse front valt, houdt Pais vast aan de oorlog tegen Duitsland, zij het niet met enthousiasme. Hoge legercommandanten worden vanaf het front teruggeroepen naar Lissabon om Pais persoonlijk bij te staan. De  Portugese soldaten blijven verloren achter in de voorste loopgraven en smeken tevergeefs om evacuatie. In april wordt het Portugese expeditiekorps bij een massa-bombardement door de Duitsers in de pan gehakt. Bijna 7500 Portugese soldaten, een derde van de troepenmacht die Lissabon naar het front heeft gezonden, laten hierbij het leven of worden gevangengenomen. De vernedering is compleet. Nadat in november 1918 de Duitse capitulatie plaatsvindt,  keert het zwaar gehavende Portugese regiment terug. Een glorieuze triomftocht in Lissabon moet de pijn verzachten. Een maand later, op 5 december, wordt Sidónio Pais vermoord door een ex-sergeant van het leger, die zich door hem verraden voelt. Bij zijn begrafenis in Lissabon doen zich hysterische taferelen voor. Zeven mensen laten het leven tijdens de laatste tocht van de ‘caudillo’naar zijn eregraf in de kathedraal van Jeronimos in Belém.

Op de drempel van een burgeroorlog

Na de dood van Sidónio Pais blijft het land in grote ontreddering achter. In het noorden roepen de monarchisten een nieuw koninkrijk uit, de zogeheten ‘monarquia de Norte’, maar de nabestaanden van de laatste koning Manuel II blijven wijselijk thuis in hun Engelse ballingsoord. In Lissabon vinden vuurgevechten plaats tussen republikeinen en monarchisten. In Santarém wordt met moeite een nieuwe militaire coup gesmoord. Portugal staat op de drempel van een burgeroorlog. Ondanks dat Portugal officieel als overwinnaar uit de oorlog is gekomen, is er geen enkel teken van economisch herstel. In de zomer van 1919 wordt er in het slachthuis van Lissabon een keer per dag een stier geslacht, voor een stad met 600.000 inwoners. Produkten als melk, boter, suiker, rijst, bonen en lucifers zijn nauwelijks te krijgen of onbetaalbaar voor de gewone man, die de escudo iedere dag minder waard ziet worden.

Zienertjes geveld door Spaanse griep

Tot overmaat van ramp breekt er een grote epidemie uit van de gevreesde ‘Spaanse griep’. De kleine Francisco Marto, een van de zienertjes van Fátima, behoort tot de eerste slachtoffers. Op 4 april 1919 komt hij, tien jaar oud, te overlijden. Op 20 februari 1920 sterft zijn zusje Jacinta. Enkele maanden later, op 17 juni 1921, wordt Lucia, 14 jaar oud,  op bevel van de bisschop van Leiria,  ondergebracht in een weeshuis – hoewel haar moeder nog leeft – van een jezuïtisch seminarie in Vilar, de voorstadje van Porto, waar ze in de hardvochtige traditie van Inacio de Loyola wordt gedrild in de ‘totale gehoorzaamheid’. De kerkelijke autoriteiten verbieden haar mededelingen te doen over wat er zich in Fátima heeft afgespeeld – ook mag ze aan niemand haar ware identiteit bekend maken. Als iemand haar vraagt waar ze vandaan komt, moet ze zeggen dat dat uit Lissabon is. Ook wordt het haar verboden voor onderwijzeres te leren, omdat ze anders haar geboortebewijs zou moeten overleggen. Zo verdwijnt Lucia voor de buitenwereld. In Fátima gaan er geruchten dat ze is vermoord.

Lucia krijgt weer visioenen

In 1925 wordt Lucia naar een klooster Pontevedra in Spaans-Galicië gestuurd, waar de moeder-overste – die haar spottend een ‘bicho do mato’noemt, zoiets als een ‘heikneuter’ –  de zieneres als les in nederigheid de latrines laat schoonmaken. Maar weer krijgt Lucía visioenen van Maria en ook Jezus spreekt nu direct tot haar. De kerkelijke autoriteiten zitten met de handen in het haar als Lucia in een brief aan de bisschop meldt dat Jezus de ware katholieken heeft bevolen op zaterdag naar de kerk  te gaan. Wanneer ze geopereerd moet worden aan een fistel is Luca ervan overtuigd dat ze zal sterven. Voor de operatie krijgt ze op haar eigen verzoek de laatste sacramenten toegediend en schrijft ze een brief aan de bisschop van Leiria  over de geheimen van Fátima. De bisschop, na overleg met zijn superieuren, laat het schrijven van zuster Lucia verzegelen en stuurt de brief door naar de Paus in Rome, waar de ‘geheimen van Fátima’ in de kluis belanden.  Lucia blijft altijd achter kloostermuren en, krijgt een nieuwe naam, ‘Maria das Dores’ (Maria van de Pijnen). Het zal tot na de Tweede Wereldoorlog duren voordat de buitenwereld weer iets van haar verneemt.

Stervende Sidonio Pais 'Ik sterf en ik sterf goed. Red het vaderland!'

VOLGENDE WEEK IN DEEL 3:  DE HEILIGE MAAGD HELPT SALAZAR IN HET ZADEL!

Nieuw! Partnerservice van uw Portugal Post

Tuur en Anita koppelen u gratis en voor niks!
Partnerservice Portugal post

Wat wil het geval?
Ik werd benaderd door niemand minder dan mijn goede vriendin Anita Witzier. Zij werkt nu in het geheim aan een tv-show met de titel Liever uit Nederland. Hierin staan Nederlandse singles centraal die naar het buitenland geëmigreerd zijn maar die daar verkommeren en dus een Nederlandse liefdespartner zoeken (desnoods lelijk en dom). Dat heeft de omroep laten weten. Alle kandidaten in het nieuwe programma hebben één ding gemeen. “Ondanks de liefde voor het nieuwe land en haar mensen, hebben ze besloten dat de liefde van hun leven toch uit Nederland moet komen“, legt een woordvoerder uit. Dat kan meerdere redenen hebben, zo schreef Anita mij. “Om cultuurverschillen te voorkomen, de heimwee te kunnen beteugelen of omdat ze nou eenmaal toch vallen op die Hollandse nuchterheid.

En sommige mensen zeggen: eigen volk en ras eerst, daar kan ik goed inkomen, lieve Tuur. Liever uit Nederland dus!” In elke aflevering van Liever uit Nederland staat het leven centraal van een Nederlander in het buitenland en drie potentiële partners die tegelijkertijd zijn of haar kant op komen voor misschien wel het grootste avontuur van hun leven.  Aanvankelijk vroeg Anita ik ik geen kandidaat wilde worden, gezien mijn enorme X Factor, maar ik vertrouwde haar toe dat ik al jaren geen publiek figuur meer ben, dat ik geniet van de eenzaamheid en dat ik onder de oude kurkeik al dan niet rukkend geduldig wacht op mijn dood.  Maar ik ken natuurlijk heel veel vrijgezellen in de Algarve, en momenteel ben ik daarom bezig met een ballotage voor Anita.

U kunt zich hier aanmelden.

De vraag is natuurlijk waarom het voor ons Nederlanders zo moeilijk is een partner te vinden in Portugal, los van het fysieke aspect. Ik wil dat graag aan u uitleggen en tevens een paar leuke tips geven, mocht u toch een Portugese partner weten te strikken. Het leven in Portugal draait om de familie en zelfs in deze moderne tijd blijven sommige tradities en levenswijzen ongewijzigd, met name in de Algarve. Men koestert genetisch en cultureel natuurlijk veel waarden en normen uit de tijd dat onze mohammedaanse vrienden hier bivakkeerden. Neem dus altijd een doos sigaren mee voor de heer des huizes, en een vrolijke ruiker voor zijn vrouw. Het is passend om handen te schudden met alle aanwezigen. De handdruk, of het nu een sociale of zakelijke bijeenkomst betreft, wordt begeleid door direct oogcontact en de juiste begroeting. Men wordt natuurlijk ook geacht om die handen weer schudden bij het verlaten. De Portugezen maken niet veel gebruik van gebaren, het zijn geen aanstellers zoals de Italianen. Overdreven demonstratief met de handen wapperen tijdens uw eerste visite aan uw schoonfamilie laat een slechte indruk achter. Veel wijzen met de vinger wordt daarentegen als complimenteus gezien en u kunt het niet vaak genoeg doen in gezelschap.

De Portugezen hebben namelijk de neiging om direct te zijn in hun communicatiestijl. Meestal zullen ze je de waarheid vertellen, en vaak op een onbeleefde manier. Althans, zo interpreteren wij Nederlanders dat. Vergelijk het met de Portugese buren schuin aan de overkant van de Grote Plas, die schreeuwen en krijsen moord en brand en dan blijkt het gewoon te gaan om het uitwisselen van nieuwtjes of de bestelling van een brood of een paar worstjes. ‘s Lands wijs, ‘s lands eer. De Portugezen hebben dan ook de neiging om vrij snel en enigszins luid spreken, vooral tijdens een telefoongesprek. Deze uiting is heel gewoon en een onlosmakelijk deel van het Portugese karakter. Denk dus niet dat ze kwaad zijn, tot het moment dat de heer des huizes met een jachtgeweer op u afstormt.

Weest dus niet bang voor lichaamscontact tijdens het eerste bezoek aan uw schoonfamilie. De Portugezen hebben de neiging om u veelvuldig aan raken als ze u tenminste aardig vinden. Twee langdurig knuffelende mannen in een park na het vallen van de avond is een vertrouwd beeld in met name de Algarve en niemand zal daar aanstoot aan geven.

fado1

Oh ja, als u wordt uitgenodigd voor een diner probeer niet meer dan anderhalf uur te laat te komen. En als u als vrouw zijnde op restaurant gaat, uitgenodigd zijnde door een Portugese mijnheer: de aangeboren ridderlijkheid van Portugese mannen betekent dat ze niet zullen, willen noch kunnen toestaan ​​dat een vrouwelijke metgezel betaalt voor een lunch of diner al verwacht hij natuurlijk wel flink van bil te gaan na het aangenaam verpozen. Ik concludeer: de Portugezen zijn vriendelijke mensen.  Mocht u onzeker zijn over bepaalde gebruiken en gedragingen, uw Portugese kennissen, vrienden en zelfs zakelijke partners zullen u graag laten kennismaken met hun cultuur. En, de gouden tip van Tuur: begin nooit over de snor van uw gastvrouw!

Meer Portugal Post? Klik hier!