Ik zat alleen aan een tafel. De geur van toffee, hout, alcohol en graan maakte duidelijk dat in deze kamer op religieuze wijze van drank werd genoten. Whisky in het bijzonder. Dit verbond de aanwezigen met elkaar, zonder dat ze één woord met elkaar hoefden te wisselen. Er werd geen muziek gedraaid, zodat in goed te verstane bewoordingen kon worden gezegd welke hint van dit of smaak van dat er in de drank werd aangetroffen. Een minpunt was de hippe koffiemachine, die om de zoveel tijd met een niet te negeren malen de bonen tot poeder maakte.
Aan de bar stonden twee mannen van middelbare leeftijd en een jonge vrouw. Ze maakten duidelijk dat ze een bestelling wilden plaatsen. Een van de mannen droeg een rode polo en had een leesbril op het puntje van zijn neus staan, alsof deze ieder moment een sprongetje kon wagen. De man probeerde de leiding te nemen. Hij pakte de menukaart met de keuze uit tientallen verschillende soorten whisky en keek zo gewichtig mogelijk naar het papier. Hij wilde duidelijk laten merken dat hij verstand van zaken had.
Mompelend stelde hij een paar vragen aan de barman. Terwijl hij antwoord kreeg, bleef hij door zijn leesbril naar het menu staren. Hij plukte aan zijn kin om zijn verzonkenheid te benadrukken.
Pluk. Pluk.
“Ja. Precies. Dat dacht ik al.”
Pluk. Pluk.
De man aarzelde. Het leek alsof hij bang was dat zijn moment van gewichtigheid voorbij zou zijn.
De barman richtte door het oneindige aarzelen zijn aandacht op de jonge vrouw. “Heeft u al een keuze kunnen maken? We serveren ook andere drankjes dan whisky.”
Deze ondoordachte bevestiging van haar vrouwzijn beviel de man in de rode polo. Hij knikte grijnzend naar de barman. De vrouw lachte en leunde met twee armen op de bar. Ze keek de barman aan en zei: “Dat hoeft niet. Ik vind whisky lekker.”
“Uitstekend. We hebben ook een aantal zachtzoete whiskies..,” ging hij verder. Hij besefte opnieuw een toespeling te hebben gemaakt op haar vrouwelijkheid. “Niet dat ik daarmee bedoel dat u enkel die lekker zult vinden,” voegde hij nerveus toe.
De vrouw leunde verder naar voren op de bar en boog één been naar achteren omhoog.
“Ik wil een whisky die me een schop onder mijn kloten geeft. Ik neem er maar één, dus kan ik maar beter zorgen dat ‘ie de moeite waard is.”
De man in de rode polo bulderde. “Dat lijkt me een goed idee.” Hij grijnsde naar de andere mannen. “Een schop onder haar kloten, hoor je?” richtte hij zich tegen de barman.
De vrouw haalde haar armen van de bar en ging rechtop staan. Ze had genoeg van het mannelijk gezever.
“Doe mij maar een Ardbeg. 17 jaar oud. Veel turf, bourbonvat en cask strength. En doe mijn collega’s er ook een. Ze lijken geen keuze te kunnen maken.”
De menukaart lag ongeopend voor haar op de bar. Net voordat de koffiemachine verder ging met het afgrijselijke malen, was nog net het geluid te horen van een leesbril die op de grond viel.