Egyptische farao, 2604 – 2581 v.Chr.
‘Kijk, hij is af, Sire.’
‘Mooi piramidetje.’
‘Zal ik u rondleiden?
Daar komt uw kist.’
‘Zet je er wel bij in
hiërogliefenschrift
dat ik door iedereen
erg word gemist?’
Egyptische farao, ca. 1479-1425 v.Chr.
‘Wedden? Dit is ‘m, hoor!
Willem, kom kijken dan!!
Joepie!!
Thoetmosis, zoals je wel ziet.’
Blijdschap alom in het
archeologenteam.
Iets te voorbarig.
Het was hem dus niet.
Koningin van Egypte, 1352 v.Chr. tot 1338 v.Chr., aan de zijde van Achnaton
IJdele tante, hoor.
Hoedenverzamelaar.
Ooit als bestuurder
een reizende ster.
Niet dat men zelfs van het
Nefertititische
tijdperk gesproken heeft…
Dat gaat te ver.
Egyptische farao, ca. 1333-1323 v.Chr.
‘Hier, moet je lezen, Toet.
Echt iets voor jou, denk ik.
Wat ik van
uitvaartverzorgers ontving.
Wereldberoemd om hun
mummificeertechniek.
Mooi, met zo’n masker,
dat goud en blingbling.’
Profeet van Israël, ? – ?
‘Ramses, jij Farao.
Moet je eens luisteren!
Loop naar de pomp met je rotwerk!
We gaan!
Dwars door het water op
bovennatuurlijke
wijze
en zoeken een betere baan.’
Egyptische farao, ca. 1290 – 1224 v.Chr.
‘Had je gedacht, Mozes.
Nooit en te nimmer niet!
Hup, aan de slag,
of ik laat jullie slaan!
Hilariteit zeg, die
Israëlietengod.
Monotheïsme?
Voorwaar, het is waan!’
Koning van Mesopotamië, 605-562 v.Chr.
Nebukad-wie, zegt u?
Moeilijk onthouden ja.
‘Vind je het gek, met zo’n
naam?’, dacht hij vaak.
‘Dat ik als koning van
Mesopotamië
razendsnel in de
vergetelheid raak.’
Frank Fabian van Keeren spijkert in Heersers en Hofnarren wekelijks de abominabele kennis van de wereldgeschiedenis bij. In ollekebollekes.