De dag voor de eerste rustdag en tevens de laatste etappe in Andalusië beloofde een spektakel te worden in de Sierra Nevada. Het was de eerste echte bergrit met twee zware beklimmingen in de laatste 45 kilometer van het parcours. De eerste berg, de Alto de Monachilis is van de eerste categorie, de slotklim Alto de Hazallanas is ‘Categorie Especial’ buitencategorie. De laatste 8 kilometer van de rit gingen nog louter met 10 procent of meer omhoog met pieken naar 18 procent over slecht wegdek.
Nog voor aanvang van de etappe kwam onder meer Lotto-Belisol renner Bart De Clercq ten val en moest opgeven. Zware tegenslag voor de Belg die op de 20ste plaats in het algemeen klassement stond. Er volgden gedurende de etappe meer opgaves als gevolg van die valpartij. Nog meer slecht nieuws voor de Belgen: Vacansoleilrenner Thomas De Gendt werd halverwege de rit gediskwalificeerd omdat hij herhaaldelijk aan de volgauto gehangen zou hebben. Het goede nieuws uit Spanje was dat de ploeg Euskaltel is gered. De licentie is gekocht door Formule 1-coureur Fernando Alonso. Hij gaat een team bouwen rond klimmer en meesterdaler Sammy (ik lunch graag bergaf bij 90 km/u met één hand aan het stuur) Sanchez als kopman.
Na een aantal mislukte vluchtpogingen (van o.a. Mollema) slaagde een groep van tien renners erin rond de 90ste kilometer voor de streep weg te komen: Clement, Flecha, Sijmens, Kohler, Preidler, Ulissi, Meersman, Oroz, Paterski en Marczynski. De laatstgenoemde was de bestgeklasseerde op de 39ste plaats met 7’47 ” achterstand op leider Moreno. Ze kregen een maximale voorsprong van 6 minuten. Het peloton geeft vluchters nauwelijks adem vanwege de kostbare bonificatieseconden die aan de finish uitgedeeld worden. Op de eerste klim vlogen de seconden van de voorsprong af onder aanvoering van opnieuw WK-favoriet Cancellara. Achteraan het peloton moesten al snel veel renners lossen waaronder klassementsrenner Zubeldia, ook slachtoffer van de vroege valpartij.
Twee resterende renners uit de kopgroep, Ulissi en Marczynski kwamen als eersten boven met nog een kleine voorsprong van 1’15” op het pelotonnetje met de favorieten. Er volgde een gevaarlijke afdaling op weg naar de laatste verschrikkelijke klim. De Oostenrijker Preidler pikte in de afdaling aan bij Marczynski. Ulissi haakte af in de afdaling maar kwam bergop weer terug in het kopgroepje. Op 8 kilometer van de top – vlak na een heel vervelend afdalinkje – werd het steil. Heel steil.
Movistar reed op kop van het peloton der favorieten. Mollema was al weg en Ten Dam moest ook passen op de eerste gedeelten met stijgingspercentages van 18 procent. Euskaltelrenner en berggeit Antón ging als eerste aan op 6 kilometer van de streep. Maar echt veel effect had die aanval niet. Je pakt niet veel meters met een superklein verzet. Rode truidrager Moreno moest lossen op 5 kilometer voor de top. Nibali, Horner, Basso, Valverde en Rodriguez reden nog op kop. De oude Horner (bijna 42!) demarreerde op iets meer dan 4 kilometer voor de streep. Hij sloeg een gat, maar het was nog ver. Pinot en Roche kwamen terug bij de achtervolgers. Horner pakte 47 seconden onder de boog van 2 kilometer. Nibali ging in de achtervolging, als enige van het kopgroepje en nam enige afstand van de andere favorieten. Maar Horner wist nog te versnellen. Hij won zijn tweede rit in deze Vuelta met 48 seconden voorsprong op nummer twee Nibali en verovert opnieuw de rode leiderstrui. Rest van de toptien van deze rit: 3 Valverde, 4 Basso, 5 Rodiguez, 6 Pinot, 7 Roche, 8 Anton, 9 Pozzovivo en 10 Majka. Horner heeft nu 52 seconden voorsprong op Nibali die tweede staat in het algemeen klassement. De rest van de toptien staat nog steeds dicht bij elkaar.
‘Madrid is nog ver’, had Mart Smeets kunnen zeggen. Ja, dat is zo. Dinsdag is de eerste rustdag. Het peloton verlaat Andalusië en verhuist naar Tarazona in de noordelijke regionen van Spanje. Woensdag wordt de elfde etappe gereden, de enige individuele tijdrit van deze Vuelta. Dit is het parcours:
Monique Huijdink (@MiesjeB) gaat zelf liever lopen maar houdt wel veel van kijken naar wielrennen, thuis voor de buis. Vooral naar de grote rondes. Ze schreef er samen met Anne Spapens (@Ponckster) een boek over: Thuis voor de Tour.