Het Openbaar Ministerie (OM) stelt geen onderzoek in naar aanleiding van de aangifte tegen Jorge Zorreguieta wegens misdrijven tegen de menselijkheid en gedwongen verdwijningen, begaan tussen 1976 en 1983.
Het Landelijk Parket van het OM besloot vorig jaar al geen Nederlands onderzoek in te stellen. In januari 2013 is een eerder gedane aangifte uit 2011 aangevuld en het OM gevraagd om een heroverweging van de eerder genomen beslissing. Uitgangspunt van het OM is dat opsporing en vervolging van internationale misdrijven in beginsel primair plaats moet vinden in het land waar de misdrijven zijn gepleegd. Het OM heeft de aangevers er op gewezen dat Argentinië bereid en in staat is gebleken om strafbare feiten in relatie tot het Videla-regime op te sporen en te vervolgen.
Er lopen verschillende onderzoeken en strafzaken. Daar komt nog bij dat de juridische mogelijkheden voor opsporing en vervolging in Nederland zeer beperkt zijn. Volgens het OM brengen de in 2013 ingebrachte stukken in de eerder gemaakte afweging geen verandering. Tegen de beslissing van het OM kan beroep worden ingesteld bij het gerechtshof.
Arnold Karskens, die ook onderzoek doet naar Zorreguieta, denkt er het zijne van.
Wel onderzoek Openbaar Ministerie naar piloot #Poch, niet naar papa #Zorreguieta. Dat riekt naar klassenjustitie.
— Arnold Karskens (@arnoldkarskens) September 3, 2013