Het gespreksonderwerp op het schoolplein deze ochtend was een ongebruikelijk thema. Deftones in 013. Fabuleus volgens de één en een erg fijne en pure show volgens de andere. Een brede glimlach op het vermoeide gezicht, het slaaptekort wreekt zich maar wordt gecompenseerd met een warm voldaan gevoel.
“Pap! Pap! Je moet niet daar staan! Je moet daar staan als je mij komt ophalen!” Het gesprek over de voorgaande avond is spontaan gebroken en de gebruikelijke schoolpleinonderwerpen keren weer terug. “Pap! Mag ik afspreken?” Gisteren voelde ik even de eeuwige jeugd, en met mij een afgeladen 013, badend in zweet en zwevend op de tonen van Deftones. Vandaag ben ik weer gewoon een man die geleidelijk de veertig nadert en wiens lichaam pijn doet na een late avond.
Een avond die begon met Three Trapped Tigers, een Britse band die een complexe mix van Don Caballero, Maserati, een ontsporend drumstel en de zeer zeldzame interessante momenten van Muse speelt. Een muzikale wereld ver van Deftones. Neemt echter niet weg dat de Britten een aandachtige zaal voor zich hebben. Een zaal die zich om acht uur al redelijk gevuld heeft.
Gekomen voor Deftones, een band die inmiddels al een kwart eeuw bestaat, met een bijhorende brede discografie. Zeven albums waar gedurende de avond alleen het eigen naam dragende vierde album onderbelicht blijft. Vol energie en overgave, alsof de veertigplussers nog steeds net twintig zijn, rent het kwintet door de eigen geschiedenis. Een overgave en energie die overslaat op de met dertig- en veertigplus gevulde Peter Pans en Wendys.
Tot achterin de zaal wordt meegezongen en zelfs gedanst. Dat het geluid niet zo helder is als op de platen, in het begin de stem van Chino Moreno zelfs in het totaal plaatje verzuipt, lijkt niemand te boeien. En ook niet dat de stem van diezelfde Moreno die, wanneer de mix inmiddels is bijgetrokken, niet ongevoelig voor slijtage is gebleken, noch goed houdt onder invloed van Neerlands groene vingers-huiskamerproductie. Nee, de helderheid, de scherpte en daarmee de spanning van de platen wordt niet gehaald.
Maar zelfs dan is Deftones sterk en Moreno gezegend en gestraft. Als God immers zo’n warm gouden pisstraal over je stembanden heeft laten kletteren, zo’n kracht, bereik en variatie in het gebruik van de vocale koorden heeft gegeven, dan ben je verplicht te gaan zingen. Moreno heeft die stem, misschien wel de sterkste stem in het genre, zelfs onder lichte invloed. Maar het is vooral de passie die Deftones sterk maakt.
Een band die deze avond op de planken staat met een “maar Frans Bauer is zo normaal gebleven” houding, geen poespas, geen poe-ha; gewoon “speuleh!”. En dat doet met een houding alsof elke avond de laatste kan zijn. Juist dat zorgt de volgende ochtend voor de woorden “fabuleus!”, “blijft goed”, “te gek dat ze Passenger speelden” of en zelfs een “de beste show die ik van ze heb gezien, zelfs met het gerommel in de toegift”. De door de waarheid ingehaalde kreunende Wendys en Peter Pans op het schoolplein zijn voldaan, zij het in de wetenschap dat de gisterenavond geleefde eeuwige jeugd eigenlijk al een jaar of twintig was afgelopen.
“Pap!!!!! Mag ik nou af-spre-ken?!?”