Het openbaar ministerie gaat in hoger beroep in de zaak tegen Robert de J. De verdachte heeft in de documentaire Wilders the Movie (2010) Arabieren “fervent kontebonkers” genoemd, “die kleine jongetjes neuken omdat dat normaal is in hun cultuur.” Het OM eiste een geldboete van 500,- euro, maar de rechter sprak Robert de J. in eerste aanleg vrij omdat felle kritiek op gedragingen van een groep niet onder strafbare belediging valt. “Het OM is het niet eens met die uitspraak en gaat in hoger beroep,” bevestigt woordvoerder Franklin Wattimena aan ThePostOnline.
Na de inhoudelijke behandeling van de zaak kwam de rechtbank tot het oordeel dat uitlatingen alléén strafbaar zijn als er groepen worden aangetast of in diskrediet gebracht zijn “puur omdat zij een bepaald ras hebben, of een bepaalde godsdienst belijden, of een bepaalde levensovertuiging zijn toegedaan. Het zijn punten waarop niet verder kan worden geargumenteerd.”
“Alle kritiek, dus ook felle kritiek, op opvattingen en gedragingen van een groep – in welke vorm ook – valt buiten het bereik van de strafbare belediging.”
Toegepast op de zaak van Robert de J. betekent dit dat zijn uitlatingen zijn aan te merken als kritiek op gedragingen van personen die behoren tot een bepaalde groep, namelijk de Arabieren, maar dat dergelijke kritiek niet als groepsbelediging kan worden aangemerkt. “Wellicht voelt een aantal personen uit de groep zich beledigd, maar dat wil niet zeggen dat de groep als geheel is beledigd.”
“Het OM is het niet eens met deze kwalificatie van de rechtbank en dus zal de advocaat-generaal de zaak opnieuw inhoudelijk behandelen bij het gerechtshof Amsterdam,” aldus Wattimena. “Dat betekent dat hij met een open blik naar het dossier zal kijken en niet is gebonden aan de eerdere behandeling of de gestelde strafeis van de officier van justitie op de rechtbank.”
Mr. Appel, raadsman van de verdachte, verwacht echter een herhaling van zetten. “Voor de verdediging van verdachte is het logisch om in ieder geval mijn eerder genoemde standpunten naar voren te brengen. De rechtbank heeft dat verweer per slot van rekening gevolgd. Het is nu aan de advocaat-generaal om zijn gelijk te halen, maar ik verwacht niet dat er een sterk afwijkende strafeis wordt uitgesproken.”
Appel heeft zijn cliënt op de hoogte gesteld van het hoger beroep. “Hij had na de vrijspraak gehoopt de zaak achter zich te kunnen laten, maar nu wordt er weer ruchtbaarheid aan gegeven. Voor hetzelfde geld nemen mensen weer aanstoot aan zijn uitspraken en krijgt mijn cliënt daar last mee.”
Wanneer de zaak dient is nog onbekend.
