Soms heb je het idee dat je het allemaal goed voor elkaar hebt in je leven. Je weet waar je heen wilt met je werk, woont in een leuk huis, hebt een leuke vriendengroep en ja, eigenlijk best een leuk leven. Dat er grote onverwachte dingen op mijn pad zouden komen, daar had ik niet op gerekend. In een paar weken komen drie vriendinnen van mij met groot nieuws. ‘Ik ben zwanger,’ vertelt de een na de ander.
Fuck zeg. Dat had ik niet verwacht! Waarom vertellen mensen je niet even dat ze daarmee bezig zijn? Ja, nee, niet in detail natuurlijk (alsjeblieft), maar een: ‘Frank en ik hebben het weleens over kinderen krijgen,’ of ‘soms vraag ik me af hoe zou het zijn om een kind te hebben.’ Zoiets zou wel fijn geweest zijn. Voor mij. Om ietsjes minder lang in shock te zijn over het feit dat drie van mijn vriendinnen moeder gaan worden.
Moeder. Daar hoort geen ‘tot vier uur in de kroeg en we nemen er nog eentje’ bij. Terwijl ik nog steeds ieder weekend de lichten uitdoe in de kroeg. Maar die drie vriendinnen zijn daar niet meer bij. Je kunt wel stellen dat op dit moment het moederschap voor mij de ver-van-m’n-bed-show is. Maar ik ben een goede vriendin en leef mee met mijn vriendinnen, stel vragen over de kleine spruit in de buik en ik ben blij voor ze.
Toch ben ik na een paar weken al baby-praat moe. Het gaat namelijk over niets anders. En vooral omdat ze alle drie tegelijk zwanger zijn, ontkom ik niet aan de ‘moet jij er s nachts ook een paar keer uit om te plassen’-praatjes. Ik ken mijn vriendinnen niet meer terug. Een paar maanden geleden stonden we ons nog een ongeluk te flirten in de kroeg. En nu zijn de dames moe. ‘s Avonds kunnen ze niet meer afspreken. Dan zitten ze thuis op de bank. Moe.
Maar volgens mijn lieve vriendinnen gaat er niets veranderen, hoor! Nee, heel snel na de bevalling gaan ze weer mee het terras op. Misschien met baby, maar ze gaan mee hoor! En sporten, natuurlijk zijn ze daar in het voorjaar weer bij! En deze week kunnen we ook afspreken, hoor.
Maar die afspraak wordt afgezegd. Toch moe. Ergens ben ik er niet zo zeker van dat de meiden volgend jaar weer mee sporten. Als ik voorzichtig voorstel om maar een nieuw team te zoeken, stuit ik op veel weerstand. Waarom, ze zijn er toch gewoon weer bij na de bevalling?!
Kijk, ik heb niet veel verstand van baby’s en bevallingen. Maar ik heb wel gehoord dat bevallen –understatement– geen pretje is. Ik noem een uitscheuren, bekkeninstabiliteit, postnatale depressie, dat soort dingen. Dat heb ik ook maar ergens gelezen of in een film gezien. Maar toch. Dat soort dingen kunnen dus.
‘Ja maar, ik blijf ook nog gewoon Esther, als persoon, hoor,’ roept een van mijn vriendinnen uit. En ja, dat weet ik. Maar Esther wordt nu moeder. En ik niet. Zij pakt nu het paadje gezin, dat naar links gaat. En ik? Ik ga gewoon rechtdoor. Mijn eigen weg. Voorlopig zonder kinderen. Met nog steeds een dansje op de bar zo op zijn tijd. En een kopje thee met mijn zwangere vriendinnen.