Op alle mogelijke manieren wordt ons ingeprent dat xenofobie het ergste is dat er bestaat; maar deze ziekelijke angst voor het vreemde is in wezen nergens te bekennen. Het is een fantoomprobleem. Aan xenofobie lijdt bijna niemand. Een instinctieve afkeer van ‘het vreemde’? We gaan allemaal naar het buitenland op vakantie; we gaan normaal om met mensen die geen blonde, kaasetende klompendragers zijn; we eten allemaal weleens chinees. Xenofobie bestond misschien in de tijd van Gerard Reve’s De Avonden: tegenwoordig is zij net zo zeldzaam als de opvatting dat de wereld plat is.
Een hele andere fobie is ondertussen wel degelijk aanwezig. Deze fobie richt ernstige en misschien onherstelbare schade aan. Zij woekert voort en moet onderkend en bestreden worden. De fobie waarvan ik spreek is precies tegenovergesteld aan de xenofobie. Het is de Oikofobie.
Oikos is Grieks voor thuis. Oikofobie is een ziekelijke afkeer van het thuis. Een angst voor het eigene. Een instinctieve neiging de eigen cultuur, de eigen gebruiken, de nationale identiteit en geschiedenis af te vallen. Belachelijk te maken. Te verzwakken, te beschimpen.
En deze Oikofobie doortrekt de hele maatschappelijke elite. Zij manifesteert zich op tenminste drie manieren: via het multiculturalisme en het enthousiasme voor immigratie en open grenzen; via het modernisme in de kunsten; en via het Europese project.
Alledrie maken ze de Oikos stuk. Het multiculturalisme doet dat door immigratie toe te juichen en deze immigranten aan te sporen vooral niet te integreren.
De Europese Unie doet dat door de inwoners van haar lidstaten de zeggenschap over hun leven te ontnemen en een bureaucratie op te tuigen die het nationale parlement op vrijwel elk punt kan overstemmen.
En het modernisme in de kunsten breekt met de schoonheid en stelt de ontheemding centraal. Kunst moet geen geborgenheid bieden: kunst moet shockeren. De vervreemdende klanken van de atonale muziek; de onbegrijpelijke stellages en kleurstrepen in moderne musea; de afschrikwekkende bouwsels die in elke stad verrijzen – alle komen evenzeer voort uit een vijandschap met de Oikos als het multiculturalisme en het Europese project.
Modernisme, multiculturalisme en het Europese project: ze forceren een onherkenbare leefomgeving, waar onherkenbare bevolkingsgroepen te midden van kille bouwsels onderworpen zijn aan de regels van een vormloze, abstracte entiteit. Een wereld zonder thuis.
En het is deze wereld die steeds dichterbij komt. Maar ook al wordt hieraan al decennia – in het geval van de kunsten al een kleine eeuw – onvermoeibaar gebouwd (gecombineerd met de destructie van wat er was): dat zij voortkomt uit oikofobie wordt niet erkend.
In de kunsten wordt meestal gezegd dat er een dwingende ‘stijlontwikkeling’ is die het onmogelijk maakt nog mooie huizen te bouwen, figuratieve schilderijen te produceren of tonale muziek te schrijven. Dat zou kitsch zijn. Pastiche. Niet ‘authentiek’. In de politiek horen we dat nationale soevereiniteit tot oorlog leidt; dat mondiale migratiestromen een nationale identiteit onhoudbaar maken; of dat vanwege de opkomst van nieuwe economieën het Europese project noodzakelijk is.
Geen van alle zijn dit serieuze argumenten. Het zijn bezweringsformules. Formules die als legitimatie dienen voor het gevoerde beleid; die een excuus opleveren, een ‘verklaring’, maar die het werkelijke motief dat achter het beleid schuilgaat verhullen. Er is daarbij geen sprake van een complot. Ook niet van een ideologie – er is sprake van een pathologie. Een ziekelijke afkeer van de geborgenheid van ons thuis; van de eigen gewoontes en gebruiken; van de natie; van de schoonheid en harmonie van de traditionele kunsten en architectuur. Het verklaart het enthousiasme voor de elementen die dit thuis ondermijnen of verstoren – immigratie, modernistische bouwsels en de Europese machtsgreep.
In mijn boek Oikofobie verzet ik me hiertegen. In het boek probeer ik de bezweringsformules die het gevoerde beleid moeten legitimeren te ontmaskeren. Elementen van de oikos heb ik pogen te beschermen door stil te staan bij hun functie en belang – in het geval van de natiestaat bijvoorbeeld door te laten zien dat de democratische rechtsstaat niet zonder kan. Met een gemiddelde van 150.000 immigranten per jaar kunnen we geen sociale cohesie handhaven. Door de weergaloze expansiedrift van de Europese Unie zijn we onze zeggenschap over ons eigen leven vrijwel volledig verloren. En het modernisme in de kunsten vervreemdt ons van onszelf. Vele van de oude steden van ons continent hebben hun vermogen geborgenheid te bieden reeds verloren.
We staan voor een historische keuze. Gaan we door op deze weg, die via het Europese project, massale immigratie, multiculturalisme en modenisme in de kunsten ons thuis vernietigt? Politiek ontheemd en spiritueel onteigend: dat wordt onze toekomst als de oikofobie niet wordt gestopt.