Twitteren tegen wanhoop en academisch snobisme

15-09-2013 14:03

Heeft hij de klap inmiddels verwerkt dat de umlaut is geaborteerd als internationaal leesteken? Het academische gelaat – dat vertraagd tot ons komt via een Skype-verbinding met Amerika – knikt verslagen. ‘Het was een zekere schok voor mij, ja, dat de Duitsers de umlaut hebben afgeschaft voor gebruikers buiten de landsgrenzen’, knikt Eric Jarosinski, assisent-professor in Duitse taal- en  letterkunde aan de Universiteit van Pennsylvania ons mismoedig toe.

Jarosinski is umlautfetisjist. ‘A spring without a love affair is sadder than a u without an umlaut’, tweette de Amerikaan een paar maanden geleden nog melancholisch op zijn blog Nein Quaterly. Het is een van de vele poëtische tweets die Jarosinksi besteedde aan de inmiddels afgevoerde twee puntjes. De umlaut is een running gag op Nein Quaterly, het blog van de Duitslandverliefde academicus.

 Filososofische wisecracks

Jarosinksi’s tweetdeck serveert ons dagelijks aforisme in 140 tekens die het midden houden tussen filosofische wisecracks, zwartgallige reclameslogans, witty woordgrapjes en vileine uithalen naar het pompeuze gezwatel van de academici waarmee hij zich omringt.

Wie zijn cv bestudeert zou niet meteen verwachten dat achter deze bebrilde veertiger met vetkuif een erudiete pestkop met wereldfaam schuil gaat. Jarosinski, die een PhD. haalde aan Wisconsin universiteit, is een goedlachse assistant-professor die Duits doceert aan de Universiteit van Pennsylvania. Zijn specialisme betreft de cultuur van de Weimar Republiek (1919-1933).

Nein Quaterly

Hij heeft twee boeken geschreven, Eentje over vertalen, The Hand of the Interpreter: Essays on Meaning after Theory, en een ander over metaforen in het taalgebruik ten tijde van de Weimar republiek: Cellophane Modernity. Daarnaast publiceerde hij essays over Walter Benjamin, Theodor W. Adorno, Siegfried Kracauer, Joseph Roth en Vladimir Nabokov. Geef toe: u had die boeken graag willen lezen, maar u had net even geen tijd om al die zware woorden tot u te nemen. Geeft niks.

Jarosinski snapt dat. De geduldige professor helpt ons elke dag om ons iets minder dom te voelen door ons te intellectueel te vermaken met zijn filo-tweets. In februari 2012 begon hij de boekenkennis die door zijn hoofd dolde in afgepaste en aangepaste tweets te verspreiden met de rest van de wereld. ‘Ik dacht: laat ik eens proberen een connectie te maken tussen Weimar en het heden’, zegt hij.

Tegengif

De hersenspinsels leiden tot ironische en vaak dodelijke observaties. Nein Quaterly is het vrolijke tegengif tegen de egocentrische meningenprut die dagelijks wordt uitgepoept op de digitale autobahn. Met Nein Quaterly heeft Jarosinski inmiddels een eigen universum gecreëerd met bijna 37.000 volgers. ‘Het is een eigen karakter geworden’, zegt hij. ‘Die stem zit in mij.’

Om u een inzicht te geven waar er zich in het hoofd van professor Nein afspeelt zijn dit enkele tweets die hij met ons deelt:

Twitter on a smartphone is the best thing that ever happened to missing your stop on the subway.

Thank Goethe it’s Friday. (Schiller had nothing to do with it.)

Milan has La Scala. Berlin, die Staatsoper. New York, Penn Station.

Don’t publish. Don’t perish. Tweet.

You’ve heard of the “Twitter famous.” Not the “Twitter rich.” There’s a reason.

As some of you know, “Canetti” is my Elias

Cultuurarmoede

Zoals u ziet: alles komt voorbij. De waarde van Twitter, de egomania van de twitteraar, de zichzelf overschattende journalistiek, de veronderstelde cultuurarmoede in Amerika en vooral veel melige woordgrappen over Duitse denkers.

Zoals u ook ziet: dit zijn geen kakeltweets van gefrustreerde non-valeurs met een mening of politici met een agenda, of nog erger: sterren met een minderwaardigheidscomplex die zichzelf of een product moeten verkopen. Dit gaat ergens over.

Duitse vriendin

Waar komt zijn fascinatie voor het Duitse interbellum vandaan?

De Amerikaan aan de andere kant van de lijn zwijgt even. Achter hem brandt een staande schemerlamp. ‘Een aantal redenen waarvan ik er geen enkele goede kan noemen’, zegt hij. ‘Misschien is deze nog wel de beste: ik had een vriendin die Duits sprak’, lacht hij. ‘‘Duits’ werd uiteindelijk een hobby van me.’

Maar warum herr Jarosinski? Dan docerend: ‘Je denkt misschien dat Duits een rigide strenge taal is, maar het is flexibel, vlot en vaardig. Je kunt er van alles mee, net als dat mooie Nederlands van jullie.’ (Jarosinski werkt aan een studie over de manier waarop Nederlandse schrijvers de oorlog verwerken in hun romans. ‘Nooteboom kan ik helaas alleen in het Duits lezen, hier in de bieb.’).

Love of language

In een prachttweet verwoordde hij zijn voorliefde voor de Germaanse taalkunst al eens als volgt: ‘A gentle reminder that German is not the language of love. It is the love of language.’ Ondertussen vreet het schrijven van tweets bijna meer tijd dan zijn academische arbeid. ‘Ik ben bezig om een boek te schrijven, maar ik sta op het punt om er mee te stopen’, zegt hij.

De wetenschapper kan het niet langer opbrengen om de ganse dag in de academische plooi te blijven in zijn gevangenis vol boeken. ‘Ik start vaak met een cliché, een werkwoord of een uitdrukking die ik dan samenvoeg met andere connecties uit een van de boeken waarvan de kennis door mijn hoofd zweeft’, verklaart hij zijn werkwijze. ’Het is noodzakelijke afleiding van het geconcentreerde academische denkwerk. Dat werk heeft zijn waarde, maar het is leuk om conventies te doorbreken’, zegt hij.

Academische Wichtigmacherei

Ziet hij zichzelf als sociale commentator die academische Wichtigmacherei bespot? ‘Ja, maar dat is niet de enige drijfveer waarom ik dit doe. Als je grappen maakt over de naam van Susan Sontag (‘Thank Susan, It’s Sontag’) dan zit daar een vermakelijk randje aan, maar voor sommigen is dat ook een aansporing om haar werk te herlezen, of om zich verder in haar te verdiepen’, zegt hij.

Hij kijkt naar de betrapte verslaggevers en ziet hun blik. ‘Je kent het gevoel vast wel (we kijken deemoedig naar beneden). Soms schaam je je dat je de naam van een schrijver herkent, maar er eigenijk niets van gelezen hebt. Dan nodigt zo’n tweet je hopelijk uit je te verdiepen in een boek van Sontag’, zegt hij. ‘Veel mensen hebben een baan die niets te maken heeft met wat ze gestudeerd hebben. Soms lezen ze iets van iemand waar ze al twintig jaar niet meer mee geconfronteerd zijn.’

Komische performer

Jarosinski wil ons graag in contact brengen met de vergeten denkers die we allemaal hadden moeten lezen (ai, weer die scheut van schaamte). ‘Ik merk dat ik een publiek nodig heb. Tweets schrijven waarin ik niet online ben, vind ik moeilijk. Ik moet het besef hebben dat ik voor publiek sta, zoals een performer of een komediant. Dat is ook de reden dat ik veel tweets uiteindelijk weggooi. Veel zijn slechts gedachtenexperimenten.’

Aan de andere kant zijn de tweets vaak ook een knipoog naar de tegen de zichzelf gekeerde academische wereld met haar ondoorgrondelijke taalgebruik. Intellectueel snobisme mag Jarosinski graag ridiculiseren.

‘Nee’ zeggen tegen nee-zeggers

‘Ik probeer ‘nee’ te zeggen tegen een heleboel dingen die ‘nee’ tegen ons zeggen’, verklaart hij zijn drijfveer. ‘Ik wil de frustratie delen die ik als academicus voel bij al die theorieën die niet-zelfkritisch zijn. Ik heb er lol in om taalgebruik te demystificeren en deel graag publiekelijk mijn afkeer van de fetisjisering van de wetenschap.’

Jarosinski gelooft in de heilzame werking van de gezamenlijk gedeelde walging. ‘Er zit een misantropisch element in de tweets. Ik verwoord frustraties over sommige zaken, maar biedt hopelijk ook een uitweg om je te verzetten tegen het opgelegde vocabulair. Ik probeer een beetje betrokkenheid op te wekken. Wanhoop brengt mensen tot elkaar.’

Lachend: ‘Nein is een bron van gedeelde smart.’

VIDEO: En hier ziet u Jarosinski ook aan het woord.