Politiek

Longread: De Koning heeft gesproken, nu de politici

18-09-2013 13:01

Dat klopt natuurlijk niet. De Koning heeft niet gesproken, hij heeft alleen de tekst van Mark Rutte en Lodewijk Asscher voorgelezen. Dat is altijd een slaapverwekkende tekst, vol met maatregelen en beleid. Ieder jaar opnieuw draait de camera naar de betreffende minister als zijn of haar beleidsterrein aan de orde is. Was het maar zo dat de Koning een bemoedigend verhaal over Nederland kon houden. Er is geen beter moment voor een mooie toespraak dan de Troonrede. Dat zullen de politici de Koning nooit gunnen. De Troonrede is de altijd tegenvallende zompige oliebol, de saaie aanloop naar het politieke vuurwerk dat de politici zelf willen afsteken.

Met mijn cynische bril…

Nu kun je op twee manieren kijken naar de komende schermutselingen, debatten in de media en Algemene Politieke Beschouwingen volgende week. Laat ik eerst de cynische bril opzetten, de bril die de gemiddelde Nederlander opheeft bij het beantwoorden van de vragen van opiniepeilers. Dan is er geen vertrouwen in het kabinet en in politici. Dan hebben we een sterke leider nodig. Dan maakt het kabinet de economische crisis alleen maar erger.

Dit cynisme over de politiek is begrijpelijk. Er is geen enkele politicus op dit moment die niet naar het eigen politieke belang kijkt. De eigen positie als politiek leider en de stand in de opiniepeilingen zijn belangrijker dan het algemene belang van Nederland. Dat maakt politici opportunistisch. Ze beloven meer dan ze kunnen waarmaken.

…zie ik in een mist van rook en kruitdampen…

Ze bestoken elkaar met donderknallen en vuurpijlen. Dat vuurwerk leidt niet tot bewonderend applaus bij de toeschouwers, genietend van een politiek spel op hoog niveau. Een mist van rook en kruitdampen verhoogt juist het wantrouwen. Waarom werken politici niet samen om uit de crisis te komen? Dat is de vraag die kiezers en commentatoren stellen. Ieder afzonderlijk verhogen politici de verwachtingen bij kiezers, om die vervolgens weer teleur te stellen als er daadwerkelijk compromissen gesloten moeten worden om besluiten te kunnen nemen.

…kleine jongens, weinig meisjes, steggelend in een zandbak

Als je met deze bril naar de debatten kijkt, wordt je depressief. Allemaal zullen ze elkaar vliegen afvangen, de cijfers en maatregelen zullen je om de oren vliegen. Ze willen allemaal de beste in het debat zijn en de snedigste opmerkingen maken. Ze willen allemaal de ander in een hoek drijven, klein maken. De ander zal de oorzaak van de crisis zijn, zelf hebben ze het enige juiste antwoord. Wellicht heeft alleen Mark Rutte er belang bij om in ieder geval in stijl en retorica als premier boven de partijen uit te willen stijgen. Maar de oppositie zal hem hard aanvallen, juist om dit imago te beschadigen. Emile Roemer en Geert Wilders zullen rechttoe rechtaan van leer trekken, terwijl Sybrand Buma en Alexander Pechtold de messen wat geniepiger en subtieler in de rug van Rutte zullen proberen te zetten. Het doel is hetzelfde: beschadigen.

FractievoorzittersKleine jongens, weinig meisjes, steggelend in een zandbak. Als je zo naar de politiek kijkt, verlang je naar sterke leiders, naar daadkracht. Let op, het woordje daadkracht zou deze dagen wel eens het meest gebruikte cliché van de oppositie kunnen worden. Ga maar eens tellen hoe vaak Buma en Pechtold dit woord in het debat gaan gebruiken.

En wat ziet de relativerende maar ook democratische bril?

Nu een andere, een meer relativerende, maar ook democratische bril. Om te beginnen kun je van alle cijfers zeggen dat het allemaal nog meevalt. De economie vertoont kleine tekenen van herstel. Het kabinet en alle afgelopen coalities en akkoorden hebben de economie niet kapot bezuinigd. Zeker het had allemaal veel beter kunnen zijn. Hadden we maar veel eerder de huizenmarkt hervormd. Hadden we maar veel eerder de ellende bij de banken opgeruimd. Hadden we maar veel eerder de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid beter ingericht op werk en kansen in plaats van op uitsluiting en uitkeringen. Dan hadden we er nu iets beter voorgestaan.

Maar de politiek zorgt nooit voor de beste oplossing. Dat kan de politiek niet. En dat geeft niet. In de peiling die de NOS liet uitvoeren zeggen mensen dat ze net zoveel vertrouwen hebben in de bakker om de hoek als in Mark Rutte wanneer die zegt dat het de goede kant op gaat met de economie. Laat ik die eens vergelijken, de bakker en de politicus. De bakker belooft brood, tegenwoordig zelfs vele soorten brood, broodjes en taart. Er zijn weinig mensen die niet tevreden zijn over wat de bakker belooft en levert. Als hij aangebrand of oudbakken brood verkoopt, ga je als klant naar een andere bakker. De bakker weet dat zijn zaken afhangen van de reputatie die hij heeft. En de klant weet dat hij met zijn euro precies kan krijgen wat hij wenst.

Zoete broodjes…

Nu de politicus. Die verkoopt het liefst zoete broodjes. Dat trekt in eerste instantie kiezers naar zijn winkel. Ook de politicus weet dat zijn reputatie vervolgens afhangt van wat hij uiteindelijk levert. Maar hij kan wat hij levert niet zelf bakken. De politicus is afhankelijk van de omstandigheden en, nog belangrijker, van de partners waarmee hij het brood bakt. We hebben geen dictatuur waarin één man bepaalt wat er gaat gebeuren. In elke democratie moet er worden samengewerkt met anderen.

Dat is het grote verschil tussen de markt en de democratie. Ik heb dit verschil ooit scherp geleerd van de Britse politicoloog Gerry Stoker. Op de markt bepaal je zelf precies wat je met je euro koopt. In de democratie krijg je nooit wat je met je stem wenst. Iedere politicus weet precies wat goed is voor Nederland, maar iedere politicus moet altijd afspraken maken met anderen.

…maar ook water bij de wijn

Dat geldt ook binnen een politieke partij. Ieder partijlid weet nauwkeurig wat er in het verkiezingsprogramma moet staan, maar ze zullen als leden samen moeten beslissen wat de uitkomst is. Nooit krijg je precies je gelijk. En nog verder, iedere kiezer weet zelf welk beleid hij wenst, maar zo hebben we miljoenen wensen. Of kijk eens naar een ander niveau: het schoolbestuur of het bestuur van de voetbalclub waar we zelf als burgers aan deelnemen. Iedere bestuurder heeft zijn eigen visie op wat belangrijk is, maar het bestuur moet gezamenlijk besluiten nemen. Kortom, overal waar we gezamenlijk besluiten moeten nemen, is water een noodzakelijke toevoeging aan de wijn. Dat maakt de wijn niet lekkerder, maar is onvermijdelijk als we weten dat ieder van ons een andere wijnsmaak heeft.

Dus, welke bril kiezen we?

Deze bril, de bril van de relativering die door en door democratisch is, die ligt tegenwoordig te vaak verstopt in de lade. Zowel politici als kiezers zetten liever de bril van het cynisme op, de bril van de verongelijktheid dat je je zin niet krijgt. Daarom ga ik met mijn democratische bril naar de komende debatten kijken. Zijn er politici die niet het eigen gelijk als vuurpijlen op de ander afschieten, maar zich daadwerkelijk openstellen voor het minder kleurrijke, minder kabaal makende stapje vooruit dat we in ons land kunnen zetten? De economische crisis komen we niet te boven met het ideale plan, niet met het eigen gelijk, maar met afspraken en compromissen van politici die wat van zichzelf durven in te leveren. De mannen en vrouwen met dat lef, dat zijn de sterke mannen of vrouwen die ik graag zou zien in de Nederlandse politiek.