Ze zaten er tamelijk ontspannen bij; de premier, Asscher, Dijsselbloem en al die andere verdedigers van de rijksbegroting. Ze waren gered door een verfrissend koninklijk paar dat ondanks de sombere boodschap het ritueel in de Ridderzaal van een nieuw elan voorzag. Gered ook door de uitgelekte cijfers, we waren al voorbereid op het ergste. Maar toch; het was kommer en kwel. En iedere opiniemaker die rept over een ‘gebrek aan visie’ is niet origineel, maar heeft wel gelijk. De grote denkers van onze tijd zitten niet in de politiek, de vraag is of we het denken nog echt aan hen moeten overlaten.
Politici zijn boekhouders geworden. Ze kijken naar de inkomsten en uitgaven, worden benauwd van de cijfers, en gaan snijden en lasten verzwaren. Het zijn overigens de politici zelf die constant hameren op het ‘op orde brengen van het huishoudboekje’, en daarmee hun functie ernstig devalueren. Grote thema’s, structurele systeemfouten die ten grondslag liggen aan deze economische en morele crisis worden maar halfslachtig aangestipt. Een zwevend electoraat is hier een belangrijke oorzaak van; angst voor het teleurstellen van de achterban behoedt politici voor grondige twijfel en het maken voor grote keuzes. Doekjes voor het bloeden zijn het resultaat.
Wanneer politici wel radicale stellingnames durven te geven, wordt dit zo klungelig gedaan dat ze nauwelijks serieus worden genomen door gematigde kiezers. Wilders roept dat we de gulden terug moeten zonder een analyse van de problemen rondom de Europese muntunie te geven. Hij heeft genoeg aan onderbuikgevoelens dat alles duurder wordt en we teveel betalen aan corrupte lidstaten.
Roemer van de SP die elke schaalvergroting verwerpt blijft maar hameren op ‘handen aan het bed’, hekelt kapitalisme en iedereen die meer verdient dan hijzelf. Daarbij zit Roemer gelijk in de allergie van elke liberaal. Het alternatief komt van middenpartijen als D66, die weigeren van hun geloof te vallen en enthousiast blijven kirren dat Europa de heilige weg is. Een jammerlijk schouwspel dat kansen laat liggen om een echt fundamentele discussie te starten over het functioneren van onze rechtstaat en het neoliberale systeem waarin mensen worden opgeleid om diensten te verkopen in plaats van spullen te maken, waar de homo economicus de onderdaan is en efficiëntie en competitie zijn geloof.
Iedereen voelt op z’n klompen aan dat dit systeem vastloopt. We weten allemaal heus wel dat ongebreideld geld lenen tot ellende leidt, dat het verhandelen van complexe derivaten niets van doen heeft met de reële economie, dat geld verdienen met niets helemaal niet kan. Dat lastenverhoging voor burgers en bedrijven consumptie en werkgelegenheid in de weg zitten. En iedereen voelt aan dat de kapitaalinjecties van noord naar zuid de problemen in deze lidstaten niet zullen oplossen. Dat het verhogen van de pensioenpremies geen garantie is voor een onbezorgde oude dag. Het gebrek aan vertrouwen ligt hier aan ten grondslag. Een verscherpt toezicht op banken lost de fundamentele problemen in de sector niet op. Het meefinancieren van een restschuld verkleint de schuldenberg niet. Het flexibiliseren van de arbeidsmarkt heeft geen zin als er geen banen zijn. We moeten niet blijven wachten op vertrouwen, maar een reden zien voor de rechtvaardiging van dat vertrouwen. Dat is visie.
En wat hebben we wel gehoord gisteren: participatiesamenleving. Dát is misschien de visie van het kabinet. Wij, politici denken alleen aan het huishoudboekje; u dopt uw eigen boontjes maar. Dat klinkt misschien plausibel. We gaan het zelf doen. Helaas heeft niet de burger, maar de politiek de instrumenten in handen om echt te sturen. Via onderwijs kunnen zij ervoor zorgen dat jongeren geen vrijetijdsmanager willen worden, maar ondernemer, electricien of arts. Zij kunnen ervoor zorgen dat de bankenlobby niet de werkelijke machthebber is, maar de volksvertegenwoordiging. De staat heeft banken genationaliseerd en dat biedt kansen om de sector schoon te vegen. Politici kunnen ervoor zorgen dat rechters, hoogleraren en artsen niet worden geaudit op hun kwantitatieve output, maar dat hun werk intrinsiek wordt gewaardeerd. Al dit soort zaken vereisen een cultuuromslag, en politici zouden hier een voortrekkersrol in kunnen en moeten spelen. Bij monde van Roemer en Wilders wil het nog niet vlotten, ondertussen bezuinigt Rutte door zonder ruchtbaarheid te geven aan begrippen als participatie. Participatie kan alleen werken als we weten dat het niet meer nodig zal zijn om banken of falende staten te redden. We willen pas betalen voor de AOW van vandaag als we weten dat er een oplossing komt voor de lange termijn. Blijven wachten op vertrouwen en solidariteit heeft geen zin, er moet een reden voor zijn. Politici in Nederland geven die niet, we moeten het zelf doen. Maar zonder vertrouwen blijft die cultuuromslag uit. En zo heeft deze prinsjesdag ons een inkijkje gegeven in de vicueuze circel die ook in 2014 gewoon door zal draaien.