In 2010 hield de zaak-Reeskamp de gemoederen in Friesland flink bezig. Gerard Reeskamp (1899-1970) was een flamboyante drogist uit het Gooi die verzeild raakte in de Friese verzetsbeweging. In december 1944 speelde hij een cruciale rol in de overval op het huis van bewaring in Leeuwarden, waardoor 51 gevangenen konden ontsnappen. Reeskamp en zijn team zorgden voor de rugdekking van de actie, waardoor de ontsnapping niet in een bloedbad veranderde. Enkele weken later, in januari 1945, raakte Reeskamp echter betrokken bij de dood van Hantje Zijlstra. Reeskamp zou zijn ondergeschikten de opdracht gegeven hebben deze rijke boer af te persen en had ze een pistool meegegeven. Een pistoolschot, afgevuurd ter waarschuwing, trof Zijlstra per ongeluk in zijn hoofd. De boer viel neer en overleed enkele dagen later. Ofschoon Reeskamp bij deze actie zelf niet aanwezig was werd hij in 1947 veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. Reeskamp vond dat hij ten onrechte was veroordeeld maar werd in zijn leven nooit gerehabiliteerd.
Wat er precies was gebeurd was lange tijd niet duidelijk. Historicus Lou de Jong schreef in eerste instantie heel kritisch over Reeskamp, maar besloot zijn aanvankelijke analyse later deels te herzien. In 2009 verscheen het boek Recht op wraak van Jack Kooistra, waarin de dood van Zijlstra werd omschreven als een ‘liquidatie van een zwarthandelaar door het verzet’. Dit schoot Zijlstra’s dochter Tyn Zantman-Zijlstra in het verkeerde keelgat. In een interview, dat in de meidagen van 2010 in het Sneeker Nieuwsblad verscheen, zei ze woedend: ‘Het was een brute roofmoord.’ Journalist Cees Walinga checkte zijn facts niet en noemde de gebeurtenis “geen verzetsdaad maar een laffe roofmoord”. Een paar weken later kwam Walinga hier echter op terug en interviewde Jelle Bouma, een verzetsstrijder van 94. Bouma zei dat de dood van Zijlstra niet goed te praten was, maar “Reeskamp afschilderen als een moordenaar, dat verdient hij niet.” Bouma vertelde verder dat het verzet in Sneek in tegenstelling tot het verzet in andere Friese steden in grote geldnood verkeerde, zwarthandelaren wel vaker werden beroofd door het verzet en dat Reeskamp het geld nooit in eigen zak stak. Ook maakte Bouma melding van het feit dat Reeskamp er een minnares op nahield, iets wat hem door het gereformeerde verzet in Friesland erg kwalijk werd genomen.
Historicus Ad van Liempt, onder andere bekend van zijn bestsellers Kopgeld (2002), De Oorlog (2009) en Jodenjacht (2011) reconstrueert in De drogist. Hoe een verzetsheld na de oorlog in ongenade viel de spannende maar ook tragische geschiedenis van Reeskamp. Aanleiding voor deze studie was de wens van Paul Reeskamp om zijn vader te rehabiliteren (zie ook zijn website) en om deze reden in juni 2012 contact zocht met Van Liempt. Uiteraard wilde Ad van Liempt als historicus onafhankelijk blijven, maar het verhaal en vooral alle onduidelijkheden eromheen lieten hem niet los en hij besloot om er een studie aan te wijden. Omdat veel bronnen afkomstig zijn uit het persoonlijk archief van Gerard Reeskamp, dat door de familie wordt beheerd, heeft het boek geen voetnoten. Wel bevat het boek een overzicht waarin de overige bronnen worden genoemd, plus een beknopte literatuurlijst.
De drogist leest als een jongensboek. Gerard Reeskamp deed mij denken aan de archetype held die je in de boeken van Piet Prins (pseudoniem van journalist en politicus Pieter Jongeling) tegenkomt: avontuurlijk, humoristisch, heldhaftig en vooral zeer godvrezend. Al voor de Duitse inval heeft Reeskamp contact met vrienden over mogelijke daden van verzet; hij schrijft en verspreidt anti-Duitse gedichten, ook met Sinterklaas; hij ontsnapt uit de gevangenis; collaborateurs worden door zijn Friese verzetsgroep niet doodgeschoten maar letterlijk uitgekleed (tot grote lol van de Nederlanders en tot grote irritatie van de Duitsers die niet meer met zulke losers van doen willen hebben); dankzij de koelbloedigheid van Reeskamp eindigt de bevrijding van de 51 gevangenen in Leeuwarden niet in een bloedbad als er opeens een groep SS’ers langskomt; last but not least blijft de drogist die een gezin met negen kinderen heeft moeten achterlaten op de Allerhoogste vertrouwen.
Toch is dit niet de hele Reeskamp. De man had voor de oorlog wat dingen uitgespookt (hij werd onder andere veroordeeld voor fraude) en zijn liefde voor het vrouwelijk schoon was groter dan zijn vrees voor de strenge seksuele moraal van het orthodox-christelijke geloof. Reeskamp was in de ogen van sommige mensen uit het verzet onbetrouwbaar. Het feit dat Reeskamp graag sterke verhalen opdiste droeg ook niet bij aan een degelijk imago. Toen hij na de oorlog in verband werd gebracht met de dood van boer Zijlstra werkte dit allemaal in zijn nadeel. Kwalijker voor zijn zaak was echter dat Reeskamp geen advocaat kreeg en mede daardoor tegenstrijdige verklaringen gaf.
Hoe de geschiedenis van zijn veroordeling precies verliep, welke domme fouten Reeskamp tijdens het politieonderzoek nog meer maakte, hoeveel pech hij had en welke kwalijke rol de rechercheur die achter Reeskamp aanzat in de oorlog had gespeeld, dat moet u allemaal in het boek van Van Liempt lezen. Dat het rad van fortuin Reeskamp bijzonder ongunstig gezind was moge echter duidelijk zijn. Niettemin bleef hij, ook in deze donkere dagen, in Gods goedgunstigheid vertrouwen. Juist in deze dagen. Hoewel Reeskamp in zijn leven nooit werd gerehabiliteerd moet het voor hem een troost zijn dat Van Liempt dit bijzonder leesbare boek over hem heeft geschreven. Je gaat, ondanks al zijn fouten, misschien juist dankzij deze fouten, van Reeskamp houden.
Ten slotte biedt het boek ook nog een andere happy ending. Nadat zijn gereformeerde vrouw van hem is gescheiden en zijn oorlogsvlam hem heeft verlaten ontmoet de bejaarde drogist in de jaren zestig een nieuwe vriendin, die ruim twintig jaar jonger is. De lezer gunt het Reeskamp van harte.