Politiek is het Hollywood voor lelijke mensen. Als je echt geen talent hebt, kun je altijd nog bemoeial worden in naam van het volk. Maar het theater van de democratie verkeert in deplorabele staat. ThePostOnline biedt vanochtend gratis hulp.
De lomp ingediende motie van wantrouwen van Geert Wilders bij zijn eerste termijn van de Algemene Beschouwing roept alom afkeer op vanwege de rancuneuze bijtende toon.
Is dat terecht? Niet echt. Nederlanders kunnen ongelofelijk slecht ruzie maken in het openbaar, vooral bij parlementariërs zien twistgesprekken er wanstaltiger uit dan bekvechtscènes in Goede Tijden Slechte Tijden.
Het hedendaagse vocabulair in de Tweede Kamer is gespeend van elke vorm van zelfspot, relativering of humor. De bulldozer van jij-bakken schuift dezer dagen weer urenlang door de Tweede Kamer.
Waar is de figuur die in twee alinea’s zichzelf, het parlement en de positie van onze premier in het grote geheel durft te plaatsen.
Van Mierlo kon het, Marcus Bakker, Marcel van Dam in zijn goede dagen, Wiegel als hij opponeerde tegen Den Uyl, Schutte van de GPV, SGP huisprediker Van der Vlies.
Tegenwoordig luister je naar roeptoeterende politieke reclamezuilen die geen enkele poging meer doen om ons te vermaken met eloquente zinnetjes. De fractieleiders vermoeien ons met uitgetrapte beeldspraken, slecht getimede grappen en vooral met partijpropaganda die is doodgemengd met cijfers, cijfers die overigens alweer achterhaald zijn als ze worden uitgesproken.
Ook Geert Wilders, de beste debater, is uit vorm. Normaal gesproken is hij geestig en adrem, maar bij deze algemene beschouwingen lijkt politiek bijna persoonlijk te zijn geworden voor hem. De aanvallen van Buma (dat hij een ruziezoeker is) en Pechtold (dat bruinhemden zich met hem afficheren) pareert hij niet met luchtige tikjes terug, maar bestrijdt hij met gekwetst stilzwijgen of met bittere ad hominem argumenten. Pechtold noemde hij ‘een zielig, miezerig, hypocriet mannetje.’
Een Messi van de retoriek wordt niet in elke generatie geboren, maar de houten klazen taal die door de zaal echoot doet pijn aan je oren. Dat is best jammer. Volksvertegenwoordiger die stijlvol debatteren hebben vaak iets langer nagedacht over wat ze zeggen dan de politieke marktkoopman die handje klap doen in de coulissen.
Het mag dus iets creatiever, lieve volksvertegenwoordigers. Verzin zelf eens een verhaal, kom met een onverwachte vergelijking. En alsjeblieft: stop met stekkerdozen, metaforen over de Gouden Eeuw of met melodramatisch gehuil.
VVD-fractieleider Halbe Zijlstra probeerde het electoraat wijs te maken dat hij ‘echt ontdaan’ was vanwege Wilders ingediende motie van wantrouwen, een motie die overigens werd weggevaagd door het parlement. Hij zuchtte even en slikte en zei iets onoprechts als: ‘Wat moeten de kiezers hier wel niet van vinden.’
Helemaal niks, meneer Zijlstra. De kiezer gniffelt om de John Lanting-achtige taferelen in het huis van de democratie. Wij willen betere teksten! Daarom, hierbij tien onliners (u kunt ons altijd bellen, dan schrijven we ze op maat). Gebruik ze gerust.
1. Deze is voor Pechtold, want een speelse variant op die pathetische licht-uit quote van oud D66-minister Brinkhorst. ‘Als we de stekkerdoos van Groen Links zouden gebruiken om een impuls te geven aan de economie, dan gaat het licht hier snel uit, ja’
2. ‘Meneer Zijlstra, Ronald Reagan zei ooit over het begrotingstekort dat het groot genoeg was om op eigen benen te staan. Bij u zakt het begrotingstekort zo langzamerhand door zijn hoeven.’ (CDA kan hiermee op ‘rechts’ scoren)
3. ‘Het huishouden van dit kabinet doet denken aan een zuinige vrijgezel die zijn woning bijna heeft afbetaald, geen studerende kinderen heeft en elk jaar luxueus met zijn Quote 500 vriendjes gaat skiën in Zermatt. Als premier Rutte beweert dat hij de pijn voelt in het land, dan kunnen we deze opmerking steeds beter plaatsen.’ (Voor de SP-fractie)
4. ‘Als het aantal verwaarloosde katten een indicatie is voor de mentale en financiële situatie van dit land, wordt het tijd om de eigenaar het asiel uit te zetten (De Partij voor de Dieren stemde de motie van wantrouwen, maar had geen verhaal. Hierbij dus)
5. ‘Rutte rot op. Rutte rot op. Rutte, Rutte, Rutte, rot op’ (Hele fractie van PVV zingt uit volle borst)
6. ‘Dit Eerste Kamer lid is net zo gevoelig voor goede argumenten als iemand die net zijn baan heeft verloren’ (voor een dissidente PvdA-senator die dit kabinet nu al wil opblazen).
7. Reactie op Rutte als-ie met stemverheffing praat. Wilders: ‘Kijk, nu blaft de premier wel. Maar wanneer bijt hij eens?’
8. Iets poëtisch voor Groen Links: ‘Als je naar deze coalitie denkt schieten me de dichterlijke woorden van Willem Elschot binnen. In Het Huwelijk dicht hij over de tergende lijdensweg van een man die is uitgekeken op zijn vrouw. ‘Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daan staan wetten in de weg en praktische bezwaren’ En nu, opletten, nu komt het mooiste deel: ‘En óók weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.’ Vooral die laatste regel integreert me. Dat je het oneens ben is nog te begrijpen, maar kijk ze daar eens zitten (wijs naar vak van ministers). Dat is de aanblik van een politiek verstandshuwelijk vol radeloosheid.’ (Deels ontleend aan Wiegel’s meesterlijke Sinterklaas grap).
9. Voor Samsom: ‘De helden van het Kunduz-akkoord zijn ver achter de linies hun papieren gelijk aan het bevechten. Ik zou zeggen: kom uit je schuttersput, vrienden en knok met ons mee om ons uit de crisis te krijgen’ En dan eindigend: ‘Heeft iemand trouwens ooit nog iets gehoord van Kapitein Wilders en zijn PVV-batiljon? Die hadden toch ook ooit nog een rolletje in deze strijd?’ Als Wilders hapt naar Samsom moet hij meteen zeggen: ‘Ha, dáár zal je de grote deserteur hebben!’ (Wordt Wilders gegarandeerd woedend!)
10. Rutte: ‘Of dit kabinet moet aftreden? In dit verband citeer ik graag de voorman van de voormalige gedoogpartner van dit kabinet: ‘Doe ff normaal.’