Terwijl de economie weer een tikje verder kromp, gaf politiek Den Haag zich deze week over aan de algemene beschouwingen naar aanleiding van de Miljoenennota. De noodzaak om het ondernemersklimaat te versterken is evident. Op een punt werd alvast winst geboekt, doordat de VVD een onverwachte draai gaf aan het plan van het kabinet om de zelfstandigenaftrek af te schaffen. In plaats van een belastingverhoging voor alle zzp’ers zou er een gerichte anpak moeten komen van schijnzelfstandigheid.
Economie krimpt, werkloosheid stijgt
Aan de vooravond van de algemene politieke beschouwingen kwam het Centraal Bureau voor de Statistiek met de recentste gegevens over de ontwikkeling van de Nederlandse economie. Die is in het tweede kwartaal van 2013 met 0,1 procent gekrompen ten opzichte van een kwartaal eerder. Ten opzichte van een jaar eerder bedraagt de achteruitgang 1,7 procent.
Deze definitieve cijfers ogen net wat minder somber dan de voorlopige, die vorige maand werden gepubliceerd. De investeringen, de uitvoer en de invoer bleken zich gunstiger te hebben ontwikkeld dan zich eerst liet aanzien. Aan de productiekant konden de cijfers over de toegevoegde waarde van de bouw, de financiële instellingen en de zakelijke dienstverlening naar boven worden aangepast. Daar staat tegenover dat die van de landbouw, horeca, vervoer en opslag neerwaarts moesten worden bijgesteld.
In het tweede kwartaal van 2013 waren er volgens het CBS 137.000 banen van werknemers minder dan in hetzelfde kwartaal van 2012. De daling van 1,7 procent deed zich voor in alle bedrijfstakken.
Ondernemingsklimaat
Dat het ondernemingsklimaat in Nederland versterkt moet worden, daar is iedereen het wel over eens. Maar over de manier waarop dat moet gebeuren, verschillen de meningen. Zelfs binnen de coalitie is men het daar onderling niet over eens. Een vrij treurig voorbeeld daarvan is de afschaffing van de zelfstandigenaftrek, die de PvdA er bij de VVD wist door te drukken.
Over de “zzp-boete” ontstond veel onrust. Belangenorganisaties haalden in korte tijd 65.000 handtekeningen op om ertegen te protesteren. Het probleem was niet eens zo zeer dat de zelfstandigen zonder personeel hun aandeel in de bezuinigingen wilden ontlopen. Wat meer stak was de argumentatie voor de impopulaire maatregel: die was slecht onderbouwd en getuigde zo niet van minachting dan toch in elk geval van onbegrip voor de bijdrage van zzp’ers aan economie en samenleving.
Eerst ging het er om dat het fiscale stelsel zelfstandigen onterecht zou bevoordelen boven werknemers. Dat de zelfstandigenaftrek bedoeld was om ondernemers te compenseren voor het feit dat zij zelf voorzieningen moeten treffen voor hun sociale zekerheid terwijl werknemers die cadeau krijgen, werd daarbij voor het gemak vergeten. Dat was het PvdA-verhaal. Toen die redenering afdoende bestreden leek, ging de maatregel niet van tafel maar werd er gewoon een ander verhaal voor verzonnen.
Door de zelfstandigenaftrek zouden te veel mensen verleid zijn om voor zichzelf te beginnen door het belastingvoordeel in plaats van omdat zij echt wilden ondernemen. Ook werkgevers hadden daarvan geprofiteerd, door medewerkers te ontslaan en hen tegen lagere kosten weer als zelfstandige in te huren. Schaf de zelfstandigenaftrek af en je bent van die schijnzelfstandigheid af, werd de redenering. Die kwam uit de koker van de VVD.
Door dat vertoon van geestelijke lenigheid ontstond in het land de indruk dat het kabinet niet zo zeer handelde vanuit een coherente visie op zelfstandig ondernemerschap, als wel gedreven werd door de wens om 300 miljoen te besparen – de beoogde opbrengst van de afschaffing van de zelfstandigenaftrek. Daarbij deed zich het opmerkelijke fenomeen voor dat niet de PvdA die het onzalige plan had bedacht er daarvoor van langs kreeg, maar de VVD die haar junior-partner in de coalitie daarvoor de ruimte had gegeven.
Dat was de stand van zaken toen de Miljoenennota en het bijbehorende Belastingplan voor 2014 werden geschreven. En daar ging het dus ook over bij de algemene politieke bechouwingen die deze week in de Tweede Kamer werden gehouden.
Al vroeg in het debat kwalificeerde Halbe Zijlstra van de VVD de kritiek van de afgelopen maanden als “indianenverhalen”. Het kabinet wilde niet de zelfstandigenaftrek afschaffen, het wilde schijnconstructies aanpakken. “Je bent in loondienst, je neemt ontslag, je wordt weer ingehuurd als zzp’er en hebt vervolgens een zelfstandigenaftrek. Zo zijn wij niet getrouwd. Daar houden wij mee op. De zelfstandigenaftrek dan vervolgens toerekenen als een ernorme belastingstijging voor ondernemers? Ik kan mij voorstellen dat iedereen dan in de stress schier. De werkelijkheid is echter dat dat niet gebeurt.”
Het enige waar het om ging, verklaarde Zijlstra, was de zelfstandigenaftrek weer terug te brengen naar de kern, zodat de voordelen ervan alleen nog maar terecht kwamen bij “echte ondernemers” en niet meer bij mensen die nu in schijnconstructies werken. Die zouden gewoon weer hun werk in loondienst moeten gaan doen.
Daarmee zorgde de fractievoorzitter van de VVD voor de nodige verwarring, want dat was echt wat anders dan het kabinet had voorgesteld. In de Kamer sprongen D66 en de SP er meteen op in. Zijlstra bleek het dossier niet lekker in zijn vingers te hebben en moest zich terugtrekken op de stelling dat het kabinet helemaal nog geen plan had: daar zou de minister van Sociale Zaken nog mee bezig zijn.
Zo dreigde de fiscale behandeling van zelfstandige ondernemers uit te groeien tot de zoveelste kwestie waar het kabinet wel zaken op de agenda zet maar in plaats van duidelijkheid te verschaffen alleen maar mensen onzekerder maakt. Premier Rutte liet het echter zo ver niet komen.
In een debatje met Alexander Pechtold van D66 plooide de premier het zo, dat er gaat worden gekeken hoeveel van de beoogde 300 miljoen bezuiniging kan worden gerealiseerd door schijnzelfstandigheid aan te pakken. Is dat genoeg, dan blijft het daarbij en hebben “echte zzp’ers” niets te vrezen. Is het niet genoeg dan kunnen die ondernemers alsnog worden ontzien, mits er alternatieve dekking wordt gevonden voor het resterende bedrag.
Emile Roemer van de SP stelde al meteen voor om dan maar de crisisheffing die bedrijven betalen over salarissen boven de 150.000 euro structureel te maken. Onnodig te zeggen dat premier Rutte dat geen oplossing vond.
Het zal nog een hele toer worden om grip te krijgen op de “schijnconstructies” die zo moeten worden aangepakt dat het 300 miljoen oplevert. Tot nu toe verschillen de geleerden zelfs van mening over hoe omvangrijk het fenomeen eigenlijk is. De laagste berekening is dat 1,5 procent van het totaal aantal zzp’ers slechts in schijn zelfstandig zou zijn, de hoogste schatting komt op 10 tot 15 procent. Probleem is dat het in beide gevallen gaat om zzp’ers die volgens de Belastingdienst gewoon aan de regels voldoen en die dus juridisch volkomen terecht zelfstandigenaftrek genieten. De Wet Inkomstenbelasting maakt nu eenmaal geen onderscheid tussen “echte ondernemers” en “onechte”.
De kans is klein dat minister Dijsselbloem daar al een oplossing voor gaat vinden als hij komende week met het constructieve deel van de oppositie om tafel zit om de tegenbegrotingen te bespreken. Als het wel lukt om op dit punt overeenstemming te bereiken zullen de ambtenaren van Financiën, Sociale Zaken en Economische Zaken aan de slag moeten om samen met vertegenwoordigers van zzp’ers enwerkgevers iets te verzinnen wat in de praktijk zou kunnen werken.
Heel misschien zou dat nog tot resultaat kunnen leiden voordat eind oktober het Belastingplan 2014 in de Tweede Kamer wordt besproken. Maar de meest waarschijnlijke uitkomst is dat de hele kwestie van de zelfstandigenaftrek op de lange baan wordt geschoven, om pas volgend jaar finaal te worden geregeld bij het Belastingplan 2015. Als het kabinet er dan nog zit, natuurlijk.
Neem vooral ook een abonnement op Pierre Spaninks via TPO-Magazine.