Ik heb twee fotoboeken van mijn jeugd. De eerste, het zogenaamde babyboek, heeft een werkelijk fantastische psychedelische paars/groene jaren zeventig print, en beslaat de periode van mijn geboorte tot en met mijn 5e levensjaar. Niet echt een babyboek dus, maar een beknopte samenvatting van mijn eerste levensjaren.
In dit boek staan de obligate foto’s van mij met trotse vader, moeder, oma, andere oma en wat dubieuze vrienden van mijn ouders met veel haar en strakke corduroy broeken met wijde pijpen. Het bevat ook mijn geboortekaartje, inentingsformulier, armbandje uit het ziekenhuis en zelfs een gruizig plukje haar in onbestemde kleur. Een groot uitgeknipt cijfer luidt om de paar bladzijden mijn volgende levensjaar in, vergezeld door een foto van ondergetekende verstopt achter een grote slagroomtaart. Het tweede boek loopt tot ongeveer mijn dertiende en vanaf mijn puberteit heb ik geen fotoboeken meer. Ik denk dat ik toen niet meer interessant was, dat de rolletjes te duur werden of dat ik simpelweg te opstandig werd om te poseren. Dat sluit ik niet uit.
Nu alles zo’n beetje digitaal is en je een mislukte of overbodige foto gewoon kunt wissen, worden er miljarden foto’s gemaakt van de kids. En waar mijn gehele jonge jaren samengevat zijn in twee fotoboeken, zo laten sommige vriendinnen voor iedere mijlpaal in het leven van hun spruit een nieuw boek printen bij de Hema. Deze fotoboeken krijgen dan titels als; “Emma’s eerste echte maaltijd”, “Emma’s eerste pasjes”, “Emma in de Efteling” of “Emma in het zwembad deel 37”. Maar hoe lief Emma ook is, ik word echt heel moe van zo’n 64 pagina’s tellende hardcover met daarin 224 foto’s van Emma die, als in een vertraagde film, haar guitige smoelwerk volsmeert met spaghetti bolognese. Na 12 pagina’s heeft het wicht eindelijk haar mond gevonden, op pagina 24 kauwt ze zo aandoenlijk, op pagina 45 duwt ze een sliertje in haar linkerneusgat, en op pagina 64 kotst ze de bolognesesaus uit over haar nieuwe Oilily sweater. Hoe lang gaan jullie hier mee door? Word ik over een paar jaar getrakteerd op “Emma ziet een trein”, “Emma’s eerste drol in het potje”, “Emma aait een hond” of God verhoede “Emma’s eerste schaamhaar”?
Ik zou me hier overigens niet eens over verbazen want sommige moeders zijn de schaamte voorbij. Waar mijn babyboek begint met een tedere foto van mij, keurig gewassen en stevig ingestopt in een paarse wieg, zo begint het babyboek dat me vorige week tijdens een kop thee onder ogen kwam met de bevalling van een vriendin. En nee, geen strategisch genomen foto’s van een zwoegende vrouw met een dappere voorhoofd deppende echtgenoot, want daar heb ik geen moeite mee. Nee, dit boek begon met foto’s van blote tieten met immense tepels, bebloede handdoeken, opengesperde verrassend ruime schaamdelen en –uiteindelijk- een slijmerig schreeuwend wezentje. Toen ik –onder luid ‘IEUW IEUW IEUW” geroep- vlug de bladzijde omsloeg viel mijn oog op iets wat ik in eerste instantie niet eens herkende. In tweede instantie overigens ook niet, want het was mij volledig onbekend. Toen ik walgend bij vriendin informeerde wat die foto van een uitgekotste slijmerige pizza in haar boek deed, keek ze me aan en zei oprecht verbaasd; ‘dat is de nageboorte gekkie, dat zie je toch wel’. Nou, dat zag ik dus niet. Eerlijk gezegd had ik dat ook liever niet willen zien. Kijk, er zitten weinig voordelen aan het niet kunnen krijgen van kinderen, maar dit is er toch echt een van. Dat je nooit geconfronteerd wordt met een nageboorte. Maar ja, blijkbaar is dat allemaal heel normaal, en bestaat een babyboek niet meer uit een geboortekaartje en een aandoenlijke mollige baby op schoot bij opa, maar is het een gedetailleerd verslag van een bevalling. Inclusief alle ranzigheid, wat misschien informatief is voor de ouders en een enkele geneeskundestudent, maar waar een onvoorbereide toeschouwer niet op zit te wachten.
Dus lieve, lieve moeders. Maak gerust een boek over de bevalling. Plak 64 pagina’s vol foto’s van je onder de druk bezwijkende geslachtsdeel, een close-up van de gynaecoloog die met sadistische blik je pruim kapotknipt, een dubbelpagina met een verpleegkundige die de nageboorte omhooghoudt, zet daar voor mijn part bij ‘kijk, dit was Emma’s huisje de afgelopen negen maanden’. Maar hou dat voor jezelf. Alsjeblieft. Ik zit niet te wachten op dat babyboek from hell. Ik krijg daar nachtmerries van.