Proza van Mark

11-10-2013 14:01

“Je ziet er niet uit,” zei Michiel. “Is dat altijd al zo geweest?”
“Doe normaal.” De ogen van Suzanne spraken samen met haar stem. Ze wilde hier niet zijn. Ze perste de woorden eruit. “Denk je dat dit zin heeft?”
Michiel concentreerde zich en staarde door de slecht verlichte ruimte in haar ogen. “Nee, echt. Ik zie het nu pas. Je bent eigenlijk helemaal niet zo mooi.”

Ze drukte haar lippen stijf op elkaar. Ze wilde hem de stilte laten voelen, voor ze antwoord zou geven. Ze nam een trek van haar sigaret en keek weg. Weg van hem.
“Je gedraagt je als een klein kind,” zei ze.
“Ik baal ervan dat ik nu pas zie hoe jij bent. Een koud en lelijk mens.” Michiel was niet meer te stoppen. “Hoe haal je het in je hoofd om te zeggen dat je mij niet meer wil? Dacht je dat al voordat je je tong in zijn mond stak? Hoe zie jij jezelf eigenlijk? Hoe praat je het goed?”
“Ik praat niets goed. We hebben het geprobeerd, jij en ik. Het zat er niet in. Wat wil je dat ik dan doe?”
“Wat dacht je van eerlijk zijn? Ik was er klaar voor, weet je dat? Ik wilde met jou voor altijd niet volwassen worden. Maar jij rent weg.”
“Ik ren niet weg. Ik maak een keuze.”
“Je doet maar. Jij gaat nooit gelukkig worden.”
“Overdrijf niet zo, Michiel.” Ze sprak hem toe als een juf haar kinderen.
“Ik bepaal zelf wel wat ik overdrijf.”
“Ik moet nu gaan,” zei ze. Ze gooide haar sigarettenpeuk weg en maakte aanstalten om op te staan.
Hij stond op. Ze stonden tegenover elkaar.
“Ga je naar hem toe?” Er lag een lichte trilling in zijn stem.
“Ja.”
“Donder dan maar op. Je betekent niets meer voor mij. Ik wil niets meer van je horen. Ik wil je niet meer zien. Je bent als stof voor me en ik spuug op je.”

Ze pakte haar tas en bleef nog even voor hem staan, alsof ze iets wilde zeggen. Maar er kwam niets. Ze draaide zich om en liep het donker in. Hij zag haar schouders schokkend verdwijnen. De lichten doofden langzaam. Een paar seconden was het helemaal donker. Ineens gingen overal felle lampen aan.

Michiel deed zijn ogen dicht en werd overspoeld door luid applaus. Toen hij zijn ogen weer opende zag hij dat het publiek was gaan staan. Suzanne en hij kregen een staande ovatie, zoals elke avond. Hij zag hoe ze lachend over het toneel naar hem toe liep. Ze keek naar het publiek. Hij voelde hoe ze zijn hand pakte. Haar vingers gleden plagend langs de zijne. Samen maakten ze een buiging. En nog een. Hij hield haar hand stevig vast. Hij zag een grijze man op de eerste rij naar haar glimlachen.

Toen liet ze los. Hij voelde nog net hoe het puntje van haar middelvinger de zijne liet gaan. Toen was er niets meer. Met haar rug naar hem toe liep ze richting de coulissen. Het gordijn ging achter haar dicht.

Nadat hij zich had omgekleed, stond hij buiten voor de deur een sigaret te roken. Het was koud en hij had de kraag van zijn jas omhoog getrokken. De deur ging open en binnen hoorde hij gelach. Suzanne kwam naar buiten en hij zag nog net hoe haar hoofd over haar schouder naar binnen keek en teruglachte naar iemand die hij niet zag. Zonder iets te zeggen, liep ze hem voorbij. Nog geen ‘gedag’ of ‘tot morgen’. Zoals ze dat al een tijdje niet meer zei. Hij keek haar na en gooide zijn peuk weg. Hij deed zijn handen in zijn zakken.
“Kutwijf,” dacht hij. “Jij zult nooit gelukkig worden.”

Mark Thiessen ziet soms dingen en schrijft daar verhaaltjes over.

Beeld: Shutterstock