De Cao Dai is een syncretische religie uit Vietnam die zo’n drie miljoen aanhangers telt en onder andere Sun Yat-sen, Victor Hugo en Jeanne d’Arc als godheden vereert. Mocht ik na een openbaring ooit een eigen religie beginnen en ik onder u discipelen ga werven, dan krijgt Christopher Hitchens wellicht een prominente plek in mijn pantheon. Misschien wordt hij wel een avatar van de profeet zelf, hoewel hier wel wat theologische jiujitsu voor nodig is omdat Hitchens in 2011 overleed en de profeet op 9 juni 1981 (weer) het levenslicht zag. Wellicht kan het zo worden opgelost – ik krijg nu spontaan een openbaring – dat de Heilige Geest zo groot is, dat hij zich niet kan beperken tot de vleeswording in één lichaam. Ongelooflijk maar u moet het geloven, net als Indiana Jones in The Last Crusade een sprong in het duister, a leap of faith, maken. En natuurlijk elke maand via een automatische incasso wat laten overschrijven op mijn bankrekening.
Hitchens is een verwante ziel. Als dwarse denker met een onverzadigbare nieuwsgierigheid naar nieuwe dingen, niet geremd door de heersende moraal, is hij een lichtend voorbeeld. Hitchens had zijn wijsheid niet alleen van zichzelf, hij stond op de schouders van verlichte voorgangers als Oscar Wilde en George Orwell (die zouden trouwens ook een plekje in het pantheon moeten krijgen) en bleef daarnaast een heleboel boeken lezen. Als iemand die zich weinig aantrok van moralisten had Hitchens echter wel principes: redelijkheid, tolerantie, scepticisme, humaniteit en de waarheid. Juist deze beginselen worden altijd als eerste te grabbel gegooid door fundamentalisten en andere ideologen, of ze nu joods, christelijk, islamitisch, communistisch, conservatief of feministisch zijn.
In zijn boek Letters to a Young Contrarian zette Hitchens een aantal geboden op schrift, waaraan een publieke intellectueel zich te allen tijde dient te houden.
“Hoed je voor het irrationele, hoe bekoorlijk het zich ook presenteert. Mijd ‘het trancedente’, en mijd ieder die je aanspoort (…) het eigen ik te verdelgen. Wantrouw mededogen: geef voor jezelf en anderen de voorkeur aan waardigheid. Schuw het niet voor arrogant of egoïstisch te worden versleten. (…) Blijf nooit passief als je stuit op onrechtvaardigheid of domheid. Hecht aan een soeverein oordeel over standpunten en geschillen (…) Wantrouw je eigen motieven en wantrouw elke uitvlucht.”
Schrijver Joost Zwagerman verwijst naar deze geboden in zijn inleiding op de door hem samengestelde bundel Het beste van Christopher Hitchens. Dit boek bestaat uit een groot aantal essays, door Hitchens geschreven tussen 1999 en het jaar van zijn overlijden 2011. Ze vormen stuk voor stuk literaire juweeltjes.
Het beste essay is zonder twijfel ‘Waarom vrouwen niet grappig zijn’. In dit hilarische maar tegelijkertijd scherpzinnige verhaal, opgepend met veel zelfspot, weet Hitchens met zijn vinger de gevoelige plek te beroeren, zonder echter seksistisch te zijn. Een prestatie die ik hem niet kan nadoen. Overigens moet het voor feministen een grote geruststelling zijn dat dit stuk maar weinig harde feiten bevat.
Bijzonder aardig is ook het essay over Lolita. Dit boek van Nabokov is één van die meesterwerken die ik voornemens ben te gaan lezen, maar waarvan ik de film al wel heb gezien (de versie uit 1997 met Jeremy Irons en de heerlijke Dominique Swain) en natuurlijk het liedje van Alizée (en om die reden Frans in mijn vakkenpakket heb gehouden). Hitchens vertelt dat hij Lolita vaker heeft gelezen, maar dat hij het met heel andere ogen las toen zijn dochter het vroege puberstadium bereikte. Weinig recensenten zullen zo nietsontziend eerlijk over zichzelf zijn als Hitchens hier.
Aan Hitchens helden Oscar Wilde en George Orwell zijn ook meerdere essays gewijd. Wilde wordt opgevoerd als de humoristische commentator die de hypocrisie van het puriteinse Victoriaanse Engeland blootlegt (pun itended), Orwell als de vertegenwoordiger van anti-totalitair links die met zijn parabel van het communisme Animal Farm en zijn dystopie 1984 immer actueel blijft.
Slechts één keer vliegt Hitchens mijns inziens uit de bocht. Dat gebeurt in zijn essay over het boek Mijn vrijheid van Ayaan Hirsi Ali. Enkele linkse recensenten hadden het boek van Hirsi Ali zwaar bekritiseerd en haar een verlichtingsfundamentaliste genoemd. Loraine Ali schreef op 26 februari 2007 in Newsweek dat het ironisch was dat Ayaan Hirsi Ali een even onbuigzame en reactionaire indruk maakte als de fundamentalisten waartegen ze zich zo verzette. Hitchens daagde deze recensente uit met één uitspraak van Ayaan Hirsi Ali te komen die haar bewering zou staven. In het boek Mijn vrijheid staat zo’n onbuigzame reactie misschien niet opgetekend (ook dit boek moet ik namelijk nog steeds een keer gaan lezen). Ik herinner mij echter nog heel goed de tenenkrommende televisiebeelden van het bezoek van Ayaan Hirsi Ali aan een islamitische basisschool, waarbij ze de kinderen de vraag stelde wat belangrijker was: de grondwet of de Koran? Natuurlijk antwoordden deze kinderen dat ze de Koran belangrijker vonden, wat voor Hirsi Ali een bewijs was dat het islamitische onderwijs niet deugde en moslimkinderen werden geïndoctrineerd. Hitchens kende deze beelden wellicht niet, maar hij zou eigenlijk toch wel moeten weten dat Ayaan Hirsi Ali nogal fanatiek is en zichzelf dikwijls overschreeuwt. Helaas. Ayaan Hirsi Ali is in de ogen van bepaalde seculiere intellectuelen, ook in die van Hitchens, een heldin van het vrije woord die zich dapper tegen het totalitaire systeem van de fundamentalistische islam verzet. Dit romantische frame – Ayaan Hirsi Ali als de Julia van 1984 – ontnam Hitchens wellicht het juiste zicht op deze fanatieke politica en publiciste. IJver, zelos, kan immers al snel in zelotisme ontaarden. Hitchens had, zijn intellectuele principes indachtig, zijn eigen motieven soms wat meer kunnen wantrouwen.
Het beste van Christopher Hitchens is dus niet onfeilbaar. Er staan echter genoeg eeuwige wijsheden in om als Bijbel/Koran/Boek van Mormon van een nieuwe levensbeschouwing te kunnen dienen. Hitchens heeft de weg gewezen die wij moeten gaan. Loopt u met mij mee?
N.a.v.: Christopher Hitchens, Het beste van Christopher Hitchens. Vertaald door Richard Kruis. Met een voorwoord van Joost Zwagerman (Meulenhoff, Amsterdam 2012). ISBN 9789029087704. €22,50.