In een uitstekend stuk beschrijft journalist Bart Schut de smerige kant van de vrijheid van meningsuiting. Op de extreem-linkse website Krapuul.nl worden vrijwel dagelijks mensen vergeleken met nazi’s, en dan hebben we het niet over de kleine jongens uit het Derde Rijk. Nee, Eichmann, Heydrich en natuurlijk Adolf Hitler zelf zijn doorgaans de grote favorieten.
Kennelijk is iedereen die niet de juiste mening heeft per definitie een architect van een holocaust en hard bezig met een of andere eindoplossing die tot genocide leidt.
Gaat dat te ver? In ieder geval wel als het leden van de regering zijn die met de architecten van de holocaust worden vergeleken.
Zou een politicus als vicepremier Asscher, notabene van joodse afkomst, moeten optreden tegen lieden die niet alleen zijn beleid gelijkstellen met de Neurenberger rassenwetten maar ook hem zelf vergelijken met de grootste misdadigers uit de geschiedenis? Wij vinden van wel.
De vrijheid van meningsuiting is namelijk niet onbegrensd.
Dat weten we omdat nog niet zo heel lang geleden een cartoonist door tien man politie uit zijn huis werd gehaald en twee dagen in de cel werd gezet wegens het publiceren van vier tekeningen.
Dat weten we omdat de democratisch verkozen politicus Geert Wilders voor de rechter werd gesleept voor het uiten van zijn mening.
Dat weten we omdat onlangs een burger zich voor de rechter moest verantwoorden voor het doen van uitspraken over Arabieren in een televisiedocumentaire.
En dat weten we omdat het gewoon in de wet staat: meningen geven mag, haatzaaien niet.
Wij denken dat er geen duidelijker definitie voor haatzaaien voorhanden is dan het vergelijken van regeringsleden met topnazi’s.
Het zijn overgens niet alleen de nazivergelijkingen waartegen politici zich met kracht zouden moeten verzetten. Het gaat bij de site Krapuul.nl al lang niet meer om de discussie.
Natuurlijk, in polemiek wordt flink van leer getrokken. En het is werkelijk niet vreemd dat er soms vergelijkingen worden gemaakt met de gestapo, Goebbels of de SS. Hoe onsmakelijk ook, dat hoort bij het polemische steekspel dat vooral op internet op de grenzen van het betamelijke wordt gevoerd.
Maar Krapuul.nl lijkt reeds voorbij dat polemische te zijn en heeft de grenzen van het toelaatbare overgestoken. Hun online podium dient steeds vaker voor het plaatsen van pure persoonlijke haat en laster.
Zo was onlangs SP-Tweedekamerlid Renske Leijten te gast in onze talkshow. Na publicatie van de video werd zij door ene @jvdheuvel, de hoofdredacteur van Krapuul.nl, uitgescholden voor “moffenhoer”.
En zo gaat het telkens: iedereen die zich uitspreekt, van beginnende online auteurs tot aan politici, kan rekenen op een online schoffering door de medewerkers van Krapuul.nl als het volgens hen niet ‘links genoeg’ is.
Deze laster neemt in intensiteit toe. Voor sommige mensen betekent dit inmiddels dat ze zich hebben teruggetrokken uit het online publieke debat. Voor hen waren de tweets door en vermeldingen op Krapuul.nl niet langer slechts meningen, maar voelde het aan als online terreur.
Het verbaast ons dat politici zich hier niet over uitlaten. Wanneer mensen zich niet meer durven uitspreken, is er iets mis met de rechtstaat. En wanneer politici zélf worden vergeleken met misdadigers van het nazi-regime mag je toch enige reactie verwachten van degenen die zijn verkozen om de rechtstaat te bewaken.
Stel dat iets dergelijks zou worden geroepen in een landelijk opinieblad. Zou er dan wel ophef ontstaan die ook het Binnenhof bereikt? Wij durven te zweren van wel.
Het proces tegen Wilders, het oppakken van de cartoonist en de zaak van de burger die zich uitsprak in het programma over Arabieren waren in zekere zin een lakmoesproef van de democratie. In het geval van Wilders bevestigde de gerechtelijke uitspraak het ruime kader waarin een politicus iets wel en niet mag zeggen.
Wanneer politici op hun beurt aangifte gaan doen tegen haatzaaiers als die van Krapuul volgt óók een uitspraak van de rechter. Een uitspraak die wederom gezien kan worden als een ijkpunt van democratie en de vrijheid van meningsuiting.
Ook de grenzen aan de vrijheid van meningsuiting liggen vast in die wetten. Die grenzen zoeken ook wij graag op, maar wij verwachten evenwel dat er voldoende grensbewaking ter plaatse is om degenen die de grens oversteken weer tot de orde te roepen.
Dit artikel is ondertekend door de gehele redactie van ThePostOnline plus enkele vrijwillige medewerkers: Andriaan Andringa, Jeroen Weghs en Huub Bellemakers. Oud-medewerker Annabel Nanninga.