Het botert niet tussen ondernemers en de bank – helemaal niet zelfs. Een op de vijf bedrijven zit op de afdeling Bijzonder Beheer, waar het er niet bepaald zachtzinnig aan toe gaat. U weet waarom: banken kennen op dit moment nog maar één belang en dat is hun eigen belang. De “kredietbeoordelaars” van de afdeling kennen meestal geen genade. Dat u jarenlang goede klant was van de bank, zal de dames en heren daar worst wezen.
Ik hoor regelmatig de meest bizarre verhalen van ondernemers. Ze vertellen me dat hun krediet is opgezegd zonder ook maar één betalingsachterstand. Tegelijkertijd worden bankrekeningen opeens platgelegd, waardoor ze hun personeel niet meer kunnen betalen. Zo drijf je een onderneming toch naar een faillissement? Nog vreemder was het verhaal van een ondernemer wiens bank het zichzelf toestond om tienduizenden euro’s advocaatkosten die de bank had gemaakt, spontaan van de rekening af te boeken.
Waarom komt dit zo weinig naar buiten? Slechts een enkeling die zijn stem durft te verheffen. De reden is even begrijpelijk als treurig: veel ondernemers zijn bang voor de bank. En zo gek is dat niet. De bank heeft een machtig wapen in handen waar weinig verdediging tegen bestaat, en dat is het opzeggen van de kredietrelatie.
Wie de bank provoceert, loopt het risico binnen korte termijn opeens tien- zo niet honderdduizenden euro’s te moeten aflossen. Met een gezonde financiële sector en florerende economie zou dat vervelend zijn, maar niet direct noodlottig. Als de vooruitzichten van de onderneming goed zijn, kun je bij een andere bank aankloppen. Nu ergens anders financiering krijgen, is vaak onbegonnen werk. Vandaar dat de 18.000 bedrijven die Deutsche Bank besloot te lozen, zelfs de aandacht opeist van minister Dijsselbloem van financiën.
Mag de bank nu zomaar de bancaire relatie beëindigen? Je zou denken van wel als je de algemene voorwaarden leest, waarin de bank zichzelf zo ongeveer alles toestaat. Maar ook voor banken geldt in hun relatie met zakelijke klanten een ‘zorgplicht’, wat betekent dat de bank ook rekening moet houden met het belang van de ondernemer. In de rechtspraak is bepaald dat er een zwaarwegende grond moet zijn voor de opzegging, te lichtvaardig opzeggen kan dus onrechtmatig zijn.
Of de bank terecht opzegt, hangt af van een belangenafweging. Daarbij spelen allerlei individuele omstandigheden een rol, zoals de duur van de relatie, het gedrag en betrouwbaarheid van de ondernemer en de kans op een succesvolle doorstart. Een one size fits all-benadering is kortom niet te geven.
Maar het betekent wel dat ondernemers zich niet willoos en stil naar de slachtbank moeten leiden. Banken doen wat ze willen, totdat je in opstand komt met goede argumenten en de bereidheid toont in actie te komen. Assertiviteit is vaak het enige dat helpt, en daarbij is een goede inschatting van je juridische positie van belang. Van even groot belang is het zorgvuldig aanleggen van een dossier, zodat je alles wat je stelt ook kan bewijzen. Neem altijd duidelijk en consistent schriftelijk positie in, en weerleg zo nodig wat de bank beweert.
Met zo’n dossier en consistente handelswijze kan je hard maken dat de bank lak heeft aan uw belang, en disproportionele maatregelen neemt. Bovendien laat u de bank merken dat u juridisch greep heeft op de situatie. Dat is niet handelen uit angst, maar uit kracht, en maakt een hoop meer indruk op de manager van bijzonder beheer, die moet weten dat hij ook een risico loopt door over de schreef te gaan.
Wees niet zo bang voor de bank!
Jan-Hein Strop is financieel journalist en oprichter van LegalDutch.nl, matchmaker voor juridisch advies.