22 mei 2014 zijn er voor de achtste keer verkiezingen voor het Europees Parlement. De kandidaatstelling voor deze verkiezingen is in volle gang. Na GroenLinks, houden CDA, PvdA en D66 een verkiezing voor het lijsttrekkerschap. Bij D66 leek Sophie in ’t Veld de gedoodverfde kandidaat. Zij is niet alleen de huidige D66-delegatieleider en was lijsttrekker in 2004 en 2009, maar ze geldt ook als een van de bekendste en langst zittende Europarlementariërs. In ’t Veld wordt uitgedaagd door Marietje Schaake, die sinds 2009 eveneens voor D66 in het Europees Parlement zit. Chris Aalberts sprak met In ’t Veld.
Wat is de meerwaarde van deze lijsttrekkersverkiezing?
“Die vraag wordt zo nooit gesteld. Er dienen zich meerdere kandidaten aan. Het heeft binnen de partij een heel positief effect omdat iedereen erover praat en de discussie zich focust op: wat vinden wij eigenlijk van Europa? Er zijn inmiddels tien kandidatenavonden georganiseerd. Daar is behoorlijke belangstelling voor. Het wordt heel positief ontvangen als mogelijkheid om als Europa-partij weer eens over onze opvattingen te praten. ”
Wat is het verschil tussen jou en Marietje Schaake?
“Inhoudelijk zitten we natuurlijk dicht bij elkaar. Binnen D66 heb je natuurlijk geen partijvleugels zoals bij de VVD of de PvdA, dus daar zitten geen grote verschillen. Er is een verschil in ervaring, hoewel zij er natuurlijk ook al vijf jaar zit. Het is ook niet ‘gloednieuw’ tegen ‘stokoud’ of zoiets. Er is wel een verschil in stijl. Ik ben meer van de confrontatie en ‘streetfighting’, voor zover daar binnen D66 sprake van kan zijn. Ik heb een vrij activistische manier van parlementariër zijn. Marietje zoekt wat minder de confrontatie op. Ik mag wel graag mijn tanden zetten in een controverse.”
Voor Europarlementariërs is het vaak een probleem om zichtbaar te maken wat ze bereiken. Wat heb jij de afgelopen jaren in het Europees Parlement bereikt?
“Als parlementariër heb je eigenlijk per definitie dat je niet in je eentje grote besluiten op je conto schrijft omdat je nu eenmaal onderdeel bent van een groter geheel. Er zijn wel amendementen die worden aangenomen, een rapport wat je erdoor krijgt, dat je iets op de agenda kunt zetten, geld dat je kunt laten reserveren in de begroting voor iets wat je belangrijk vindt, zulk soort dingen gebeuren wel. Je kunt beter vragen: voor welke onderwerpen heb je je hard gemaakt en hoe staat het er nu voor? Hoe was het vijf jaar geleden en hoe zijn de vooruitzichten?
“Er zijn natuurlijk een aantal onderwerpen waar ik me heel zichtbaar mee heb beziggehouden: privacy, burgerrechten in de context van de strijd tegen terreur, homorechten, verhouding tussen kerk en staat en seksuele reproductieve gezondheidsrechten. Maar ook op economisch terrein ben ik deel geweest van de teams die zich bezighielden met bankentoezicht en de statistieken die onder de controles in de eurozone liggen. Er zijn heel veel verschillende onderwerpen, maar je kunt nooit zeggen: ‘ik ben als enige in Europa verantwoordelijk voor…’ dat kan een Kamerlid ook niet.”
Zijn al die mensenrechtendiscussies niet heel erg ‘voor de bühne’? Andere landen luisteren toch niet naar de mening van het Europees Parlement?
“Dat is niet voor de bühne. Ik kan heel veel cynische opmerkingen maken over het Europees Parlement of over de Europese Unie in het algemeen, maar bij dit aspect heeft het Europees Parlement nu juist een lange track record. Grondrechten is iets waar het Europees Parlement altijd bij voorop heeft gelopen. Het is een vorm van idealisme die je op die manier in nationale parlementen niet zo vaak meer aantreft. De passie en het idealisme waarmee mensen spreken is in Brussel toch anders dan in de Tweede Kamer.”
Maar de burger vraagt zich wel af of iemand naar het Europees Parlement luistert. Jullie kunnen wel allerlei dingen over mensenrechten zeggen, maar leidt dat tot iets?
“Dat leidt zeker tot iets, want op een aantal van deze thema’s zoals gegevensbescherming zijn wij gewoon medewetgever. Op terreinen waar we geen wetgever zijn kunnen we met de begroting eisen stellen en zo is er een hele lijst aan mogelijkheden. En ook als je geen formele bevoegdheden hebt, kun je toch het verschil maken. Zo hebben we de Sacharovprijs voor ‘freedom of thought’. We hebben die een paar jaar geleden uitgereikt aan een Chinese dissident. Dat heeft bijna geleid tot een diplomatieke rel tussen China en Europa.
“Resoluties die wij aannemen over buitenlands beleid hebben geen enkele formele waarde maar toch raken veel mensen daar enorm opgewonden over. Ze hebben wel degelijk politiek gewicht. Er moet rekening mee worden gehouden dat het Europees Parlement een standpunt heeft ingenomen. De EU wordt buiten Europa ook met meer egards bekeken dan binnen de EU.
“Dat het buitenlands beleid door de lidstaten wordt gemaakt begint inmiddels iedereen dwars te zitten. Uit enquêtes blijkt dat zelfs als mensen bedenkingen hebben bij Europese eenwording, vrijwel iedereen de logica ziet van het spreken met een stem op het wereldtoneel. Heel veel mensen zeggen: als we nou ergens moeten integreren dan is het wel buitenlands beleid. Dus ik vermoed dat dat er vroeg of laat van gaat komen. Ik denk dat mensen daar ook wel een beetje op rekenen. Dan heeft het Europees Parlement daar ook weer een volledige stem in.”
Op je website lees ik dat PvdA en VVD Europa willen laten zoals nu, ongeacht allerlei problemen. D66 wil die problemen oplossen door meer Europa. Wat moet er veranderen?
“Het klinkt heel saai, maar al die institutionele wijzigingen gaan eigenlijk over het weer teruggeven van soevereiniteit aan de burger. De burger moet zijn of haar bestuur in Europa kunnen kiezen. Het mag niet zo zijn dat burgers naar de stembus gaan en dat er vervolgens een heel ander bestuur uitkomt dan waarvoor ze hebben gestemd. Individuele commissarissen moeten naar huis gestuurd kunnen worden.
“Voor mij is een heel belangrijk punt in die democratisering de openbaarheid van bestuur. Dat is iets waar ik de komende vijf jaar heel concreet mee aan het werk kan. De herziening van de Europese wet openbaarheid van bestuur staat op dit moment op de agenda. De lidstaten willen dat tegenhouden want ze hebben geen trek in meer transparantie. Daar kunnen we hele concrete verbeteringen bereiken. Dat is een heel concreet voorbeeld dat onderdeel is van een grotere visie. Die gaat over Europa democratischer maken en meer legitimiteit geven.”
D66 wil een politieke unie, maar dat is voor veel burgers een nachtmerrie.
“De huidige unie is de unie van diplomatieke overleggen achter gesloten deuren, achterkamertjes en dikke sigaren. Maar dat is uitgewerkt. De politieke unie is al aan het ontstaan: een unie van burgers, om het heel hoogdravend te zeggen. Dat wil zeggen: parlementaire besluiten in het openbaar, democratische controle, burgers kiezen zelf hun bestuur, ze kunnen mensen naar huis sturen als het ze niet bevalt, ze geven de unie zelf vorm.
“Er is natuurlijk een hele negatieve discussie over Europa. Maar dat is ook goed, want het betekent ook dat mensen zich Europa toe-eigenen. Ze zeggen niet meer: we laten het over aan de diplomaten van buitenlandse zaken. Ze zeggen juist: we willen dit niet meer zo. Veel mensen denken dat als er meer Europese integratie komt, dat dat meer van het huidige Europa betekent. Als je zegt wat Rutte zegt: ‘een pas op de plaats’, dan krijg je juist meer van het huidige Europa. Als je wilt dat er veel over je hoofd heen wordt besloten, moet je het vooral bij de huidige situatie houden. Dan moet je VVD of PvdA stemmen.
“Als je PVV stemt zal Nederland uiteindelijk uit de Europese Unie stappen. Veel succes ermee, zou ik zeggen. Ik bedoel dat niet cynisch. Het is een onnozel standpunt maar het is in ieder geval een standpunt. Met de VVD en de PvdA, die roepen wel dat Europa niet deugt, maar ze willen niets veranderen. Ik vind dat heel laf naar kiezers toe. De PVV zegt ten minste wat ze wel willen. ”
Wat ga je doen als je geen lijsttrekker wordt?
“Allereerst ga ik natuurlijk winnen, maar mocht dat niet zo zijn dan ga ik wat anders moois voor Europa doen.”
Chris Aalberts sprak Sophie in ‘t Veld op 14 oktober. Tussen 18 oktober en 1 november kunnen leden van D66 de lijsttrekker aanwijzen voor het Europees Parlement.