De gemiddelde Nederlandse singer-songwriter is net zo goed te onderscheiden als ondergetekende links en rechts uit elkaar weet te houden. Een tokkelende gitaar, een zoetgevooisde stem en verliefde songtekst. Gelukkig blijken er ook singer-songwriters die zich weten te onderscheiden. Eén van die singer-songwriters is Lukas Batteau. Zijn debuutalbum Wasteland kwam vorige week uit.
Batteau werd in 1979 geboren als half-Nederlands en half-Amerikaans. Hij groeide op in Zuid Korea, Nederland en Amerika en die verschillende culturen hebben hem niet bepaald windeieren gelegd. Als fan van Pearl Jam, Smashing Pumpkins en Radiohead, besloot hij op zijn 15e zélf nummers te gaan schrijven. Inmiddels treedt hij op in onder andere Paradiso, Melkweg, Ekko, Tivoli, Vera en Doornroosje en tijdens een tour door Noord-Amerika ook in de roemruchte New Yorkse club The Livingroom. Hij verzorgde de voorprogramma’s van onder andere Tracy Bonham (USA), Gomez (USA), Megafaun (USA), Go Back To The Zoo en Miss Montreal.
Ook voor Wasteland bleef hij niet stilzitten, het album werd opgenomen in de Epic Rainbow Unicorn Studio bij Kytopia van Simon Akkerman, The Green Motel van Maarten Besseling en een Duits kasteel. Ook wat samenwerkingen betreft is Batteau niet alleen, het album bevat bijdragen van onder andere Florian Bungardt (Gregor Meyle DE), Yori Olijslagers (Secret Rendezvous, Kyteman), Frank Wienk (Most Unpleasant Men, Kyteman, Eefje de Visser), Niels Broos (Kyteman, Pete Philly) en Red Limo String Quartet (Janne Schra, Kyteman).
Kortom, er zat even wat werk in. De Utrechtse singer-songwriter heeft dan ook even op zich laten wachten: al in 2008 bracht hij zijn EP All Dressed Up and Nowhere to Go uit. Hij heeft de tijd genomen voor Wasteland en dat is te horen. De nummers zijn zorgvuldig uitgewerkt en rustig opgenomen. Er is geen haast bij op Wasteland, voor zowel de muziek als Batteau’s stem geldt dat het strak en zuiver klinkt. Geen vuiltje aan de lucht zonder de boel over te produceren, het klinkt nog steeds natuurlijk.
Wasteland is erg afwisselend. Van rustgevende, harmonieuze nummers als Enchanted, een nummer dat ook echt betoverend is, tot het bijna vrolijke nummer Dance for the Dead. Batteau maakt veel gebruik van de gitaar, die hij af en toe inruilt voor de piano, waardoor er een fijne wisselwerking ontstaat. Van uptempo nummers tot rustgevende ballads is er voor de luisteraar veel te horen. Zeker met Prelude (The Still) en Reprise (The Wake), nummer zonder vocalen die tussen de ‘gewone’ nummers door zijn geweven, laat Batteau zien dat hij erg veelzijdig is.
Maar het meest opvallende is nog de stem van Batteau. Om bij weg te dromen, om uren naar te luisteren en een enorme aanwinst voor de Nederlandse muziek. Met Wasteland zet Batteau een zeer geslaagd debuut neer waar de luisteraar wel even op kan teren.