De rechter heeft deze week besloten dat het Openbaar Ministerie (OM) Edwin de Roy van Zuydewijn een schadevergoeding moet betalen. Het is de tweede keer dat het OM veroordeeld is omdat ze De Roy van Zuydewijn ten onrechte als verdachte heeft aangemerkt. Vanaf nu is de Staat der Nederlanden aansprakelijk voor de schade die De Roy van Zuydewijn heeft geleden door onjuist optreden van het OM. ThePostOnline spreekt met hem over heden, verleden en toekomst. “Ik heb niets onoirbaars gedaan, dit is systematische criminalisering door het OM.”
Meneer De Roy van Zuydewijn. Prins Carlos heeft in 2007 een aanklacht wegens smaad of laster ingediend omdat u verhalen over incest tussen Carlos en zijn zus in de openbaarheid zou hebben gebracht. Dat klinkt als een smeuïg verhaal.
“Dat zijn uw woorden. Het gaat hier om een algemeen gesprek dat jaren geleden zonder mijn medeweten is opgenomen. Daarin kwamen zaken ter discussie waar ik zelf de nodige twijfels bij heb geplaatst, zoals op de tape te beluisteren valt. Het OM heeft vervolgens een illegale inval gedaan bij de eigenaar van die tape en zo is de zaak gaan rollen. Carlos deed vervolgens aangifte in 2007, in 2011 hoorde ik van het Openbaar Ministerie dat ik verdachte was. Onterecht dus, zoals u inmiddels weet. Ik doe geen uitlatingen over dit soort gedragingen van leden van de koninklijke familie. Dus nu ook niet. De kern van de zaak betreft namelijk de handelswijze van het Openbaar Ministerie. Het is nu de tweede keer dat er aangifte tegen mij gedaan is, deze op niets gestoeld blijkt en het OM laakbaar heeft gehandeld. Dat bevestigt de uitspraak van de rechter deze week dus ook.”
In 2011 kreeg u een brief van de Amsterdamse Hoofdofficier van Justitie Theo Hofstee over deze zaak waarin hij u aanbood u niet te vervolgen mits u uw mond zou houden tegenover de media.
“Toen hoorde ik inderdaad van die aangifte van Carlos die dus al vier jaar – sinds 2007 – op de plank lag zonder dat ik dat wist. ‘Kom maar op, laat mij maar vervolgen’, zei ik tegen mijn advocaat Gabriel Meijers. Deze belachelijke aantijging kon er ook nog wel bij, nietwaar? Het was dan ook een groteske eis van Hofstee en het OM. Ik was zonder dat ik het wist verdachte en zou dan óók nog eens niets mogen zeggen? Nu ja, het resultaat ligt er nu: een schadevergoeding.”
Net zoals in 2011. U kreeg toen een schadevergoeding van 12.000 euro nadat Margarita valse aangifte had gedaan.
“Het was vooral Germ Kemper, de Amsterdamse deken en de advocaat van Margarita, die die aangifte had gedaan. Schending van het ambtsgeheim luidde de aantijging. Dat was onzinnig natuurlijk, ik ben nooit ambtenaar geweest en heb geen enkel geheim geschonden. Dat het OM daar toch vervolging op heeft ingezet is niets minder dan crimineel. De rechter heeft het OM daar toen terecht op aangesproken. Sterker, een schrobbering gegeven. Dat was de eerste zogenaamde code 01 seponering, dat ik onterecht als verdachte was aangemerkt. Erger kon niet voor het OM. Die zaak heeft ook jaren geduurd: aangifte in 2006, in 2011 die schadevergoeding. Kemper is later nog berispt door het Hof van Discipline omdat hij zijn rollen als advocaat van Margarita en als deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten verwisselde. Dat geeft aan hoe een en ander in elkaar steekt.”
Hoe bedoelt u?
“De deken van de Amsterdamse Orde, het eveneens Amsterdamse OM en Noordeinde, dat zijn schijnbaar zes handen op één buik. Anders kan ik het niet uitleggen.”
Wat is uw volgende stap?
“We moeten eerst vaststellen dat mijn advocaat Gabriel Meijers wederom uitmuntend werk heeft afgeleverd. Nu komt de civiel-rechterlijke afronding en die wordt bij de Staat der Nederlanden neergelegd. Daar gaat mijn andere advocaat Mark Meijjer zich over buigen. Tussen deze aangiftes, deze twee rechtszaken en de uitspraken die nu voor ons liggen, zitten jaren van negatieve publiciteit voor mijn persoon. Ik heb daar geestelijke en financiële schade door geleden. Hoe je zo’n claim zou moeten formuleren weet ik niet, dat laat ik aan mijn advocaten over.”
Een woordvoerder van het Amsterdamse Openbaar Ministerie zei gisteren tegen mij geen vergelijkbare zaken te kennen waarin iemand tot twee keer toe ten onrechte verdachte was.
“Zie daar, alle betrokkenen staan dus voor een onbegaan pad, onontgonnen gronden.”
Er is echter nog een rechtszaak. U bent veroordeeld in de Bouwfonds-zaak tot een taakstraf. Gedoe met een valse factuur maar u bent in beroep gegaan tegen die uitspraak. Daar komt over anderhalf jaar meer duidelijkheid over heb ik begrepen.
“En ik beloof u dat we dan weer een interview zullen hebben waarin u mij wederom vraagt naar deze wassen neus van het OM. Voor één aspect was in het vonnis noch in de mediaverslagen aandacht: de systematische criminalisering van mijn persoon. Twee aangiftes zijn onwaar gebleken, ik heb er het volste vertrouwen dat dat nu wederom zal gebeuren. Ook hier zit het OM fout. Ook hier heeft het OM geen enkel bewijs geproduceerd.”
U wordt in het pak genaaid door het OM, wilt u zeggen.
“Dat zijn wederom uw woorden. Er is mij in deze zaak zelfs een schikking aangeboden. Een doorzichtige opzet van het OM want als ik daar op was ingegaan had ik schuld bekend. En dat ben ik niet van plan want ik heb niets onoirbaars gedaan. Ik herhaal wat mijn advocaat Meijers hier over zei tijdens die bewuste zitting: dit is systematische criminalisering door het OM.”
Dan speelt er nog een kwestie. Pieter Broertjes stelt dat Prins Bernhard tegen hem heeft gezegd naspeuringen naar u te laten verrichten. Begin december zullen D66 en de SP premier Rutte hierover bevragen tijdens de behandeling van de begroting van het Koninklijk Huis. Kijkt u daarnaar uit?
“Ik ben blij dat dat debat nu eindelijk in de agenda van de Tweede Kamer staat. Het is inmiddels twee keer uitgesteld. Het zou eerst oktober worden, toen november. De rol van prins Bernhard is tijdens dat befaamde debat in 2003 waarbij minister Donner Jan Peter Balkenende moest souffleren nauwelijks of niet aan de orde gekomen. Het belangrijkste is nu dat dít debat met gezwinde spoed plaats zal vinden. Het zal vele ogen openen en sommige monden doen sluiten, hoop ik. Enfin, ik ben D66 en SP dankbaar dat zij deze kwestie met Bernhard nu weer aan de orde stellen. Dankbaar, schrijft u dat maar op.”
U bevindt zich nu enige tijd in Portugal terwijl de ontwikkelingen in Nederland rondom uw persoon maar doorgaan. Hoe ervaart u dat?
“Ik ontvang al dat nieuws eenzaam maar niet alleen. Anders gezegd, de telefoon staat hier niet stil. Ik was wederom verheugd te constateren dat deze juridische uitspraak ook menig Kamerlid niet onberoerd heeft gelaten. Door ettelijke werd ik gefeliciteerd en dat geeft mij weer moed, ook al zit ik 2600 kilometer van Nederland. Ook familie, vrienden en zélfs leden van de Nederlandse pers – dat is weleens anders geweest met de heren en dames journalisten kan ik u vertellen – steken mij een hart onder de riem. Maar ieder gesprek dat ik dezer dagen voer, heeft hetzelfde thema: wanneer houdt dit alles nu eens op? Ik kan daar geen antwoord op geven. Daarvoor heb ik ze naar de heer Rutte verwezen.”
