Kerk en nieuwe media: al eeuwen een moeizame relatie

30-10-2013 16:22

Binnenkort gaat bij TPO Magazine het kanaal van Sjoerd Wielenga van start. Wielenga is Rotterdammer en schrijft voor TPO over religie. Hier alvast een gratis voorproefje over de eeuwenoude spanning tussen kerk en media. 

Met de kerkdiensten op Mijnkerk.nl is de Protestantse Kerk in Nederland nu ook vertegenwoordigd op internet. Maar kerk en nieuwe media gaan niet altijd zo moeiteloos samen. Kritiek op alles wat nieuw is, is zo oud als de wereld. Totdat het – zoals ook nu – uiteindelijk omarmd wordt. Voor opinieblad De Nieuwe Koers nam ik grote stappen door de geschiedenis van de communicatie. En ik keek naar de kritiek die er steeds was.

4e eeuw voor Christus: Plato (427-347) is tegen het gebruik van het geschrift

Plato stelde: wie schrijft, luistert minder aandachtig en gaat uiteindelijk vervreemden van zijn natuurlijke geheugen.

59 v Christus: Adel niet blij met eerste dagblad 

Om de macht van de oude adel – die in de senaat bijeenkwam – te breken, verplicht Julius Ceasar de senaat om haar besluiten dagelijks openbaar te maken in de acta diurna. Op de kruispunten van Rome waren beschilderde tekstpaneeltjes te zien die herauten voorlazen. Dit plan zorgde voor veel opschudding bij het aristocratische establishment, die haar plannen versnelde om Ceasar te vermoorden.

4e eeuw na Christus: Christenen tegen boekrol 

Christenen in de vierde eeuw na Christus wilden de bijbel niet in rolvorm gebruiken omdat de Joden hun geschriften op die manier lezen. Wie van een rol las, leek op een Jood en kon in de antisemitische cultuur op de zwarte lijst komen. Daarom kozen christenen voor de toen al eeuwenoude tabletvorm, wat lijkt op ons huidige boek. In de vierde eeuw, toen keizer Constantijn van het christendom een staatsgodsdienst maakte, zorgde deze boekvorm voor een doorbraak.

1447: Drukpers zorgt voor boze geestelijken

De kerk was niet blij met de uitvinding van de drukpers door Johann Gutenberg. Het volk had de geestelijkheid nu niet meer nodig om de Bijbel te lezen. De uitvinding droeg later bij aan de versnelling van de Reformatie. Volgens Luther was de boekdrukkunst het belangrijkste middel “waarmee God de zaak van het evangelie voortstuwt. Het is de laatste vlam vóór het uitdoven van de wereld.”

1876: ‘Lege kerken door de telefoon’

‘Doordat de telefoon muziek en predikanten in alle huizen brengt, zullen de concertzalen en kerken leegraken.’ – The New York Times, 22 maart 1876

1877: ‘Einde van het boek vanwege de fonograaf’ (de voorloper van de platenspeler)

‘Waarom zouden we een toespraak afdrukken wanneer die kan worden ingeblikt? En waarom zou de volgende generatie leren lezen als sommige bekwame voordrachtskunstenaars alleen maar een roman hardop herhalen in de aanwezigheid van een fonograaf? In plaats van bibliotheken, gevuld met brandbare boeken, krijgen we grote pakhuizen met ingeblikte auteurs.’ – The New York Times, 7  november 1877

1923: ‘Bioscoop werktuig in ‘s Boozen hand’ 

“Wie denkt eraan alle aanraking met boeken en bladen te vermijden, omdat de pers één van Satans’ krachtigste hulpmiddelen geworden is voor het doen van afbreuk aan het koninkrijk Gods? En al is het een algemeen bekende zaak, dat de bioscoop een uitgelezen werktuig is in ‘s Boozen hand om zielen te verderven, het komt toch niet in een gezond brein op de uitvinding van de film aan demonische ingeving toe te schrijven. Wij weten immers zo goed, dat de Satan, ondanks al zijn genialiteit nooit iets nieuws kan scheppen, hij is alleen in staat te misbruiken wat God ten goede geschapen heeft.” – De Reformatie, 26 januari 1923

1931: ‘Verwoesting door boek, bioscoop en toneel’

“De oorlog heeft zijn duizenden verslagen, maar de afval en de zedeloosheid hun tienduizenden. ‘t Is erg, wanneer kerken stuk geschoten worden en kathedralen worden verwoest. (…) Maar érger is het wanneer op duizend manieren onze gezinnen, onze zonen en dochteren, worden verwoest en geschaad door boek, bioscoop, tooneel, onzedelijke middelen en ongoddelijke leeringen.” – De  Waarheidsvriend, 24 december 1931

1951: ‘TV groot gevaar voor het gezin’ 

“Gezien de grote gevaren, welke in beide verstrooiingsmiddelen (radio en tv, SW) schuilen, achten wij het noodzakelijk, gelet op de grote schade die reeds door de radio is aangericht, tijdig de aandacht te vestigen in het bijzonder op de televisie-gevaren. Deze overtreffen nog ver die van de radio. We halen weer een courantenbericht aan: ‘De raad van beheer van radio Bern heeft uiteen gezet waarom Zwitserland voorlopig geen televisie zal krijgen. Na kennisneming van buitenlandse programma’s concludeert de raad, dat de televisie grote gevaren van opvoedkundige en psychologische aard met zich meebrengt, die voor gezin en staat desintegrerende gevolgen kunnen hebben, welke niet te overzien zijn.’ – Trouw, 5 februari 1951

1952: ‘De tv komt nooit van de grond’

‘De televisie is, in deze organisatie bestaande uit omroepverenigingen, ten dode gedoemd. Hieraan valt niet te twijfelen. Zij zal jaar in jaar uit veel geld kosten en zij zal nooit van de grond komen. Zij zal blijven improviseren en experimenteren met geleende spullen en zij zal verdorren in eigen onvruchtbaarheid.’ – De Telegraaf, 9 augustus 1952

1963: ‘Televisiekerkdienst is jolig christendom’

“Het kwaad schrijdt geleidelijk aan verder voort. Begonnen met radio-kerkdiensten, is het nu al zover, dat er ook al televisiekerkdiensten gehouden worden. (…) Het naamdragend christendom van onze dagen roemt in zulke dingen, maar daar is het ook het uitwendig jolig christendom voor. Dat het met dat alles maar ontheiliging van de sabbat is, wordt niet eens meer aangevoeld. En dat dat alles maar een eigenwilligen godsdienst is komt niet eens bij ze op. Zo verblind is men in dergelijk misbruik van de heilige instellingen des Heeren, dat men zelfs nog meent God er een dienst mee te doen. Wat zal het echter al anders zijn dan wereldgelijkvormigheid, een zich te kijk zetten voor iedereen en een ijdele vormendienst, wat de Heere niet van de hand heeft geëist. Ja, wat zal het toch al anders zijn dan een vleselijke godsdienst, en een christendom van de brede weg?” –De Wachter Sions, 1963

2012: ‘Merkteken van het beest’

“Het logo van Apple lijkt mij een eigentijdse vertolking van het merkteken van het beest en zijn beeld uit de afgrond. Beest en beeld vallen in deze tijd samen in de beeldcultuur, die de woordcultuur automatisch verdringt.  Wie aanbidden we? God, via Zijn Geest? Of het beest, via zijn beeld? Het beest zal namelijk aanbeden worden via het beeld. In de geschiedenis van de kerk werd de verboden vrucht uit het paradijs als een appel gepresenteerd. Herkent u Apple? Is dat toevallig? Is het toevallig dat er een hapje uitgenomen is? Nee.” – www.cip.nl

Leuk? Binnenkort gaat Sjoerds kanaal van start. U kunt zich er hier vast voor aanmelden.