“Ik zit in de sollicitatiecommissie van een groot bedrijf. Voor het eerst. We zoeken invulling voor een managementvacature. Op de vergadertafel ligt een stapel brieven, zo’n dertig centimeter hoog.
De voorzitter van de sollicitatiecommissie zegt iets over het belang van de functie en de eisen waar de kandidaat aan moet voldoen: flexibel, creatief, communicatief, stressbestendig, en een goede teamplayer.
Dan kijkt hij met een vertwijfelde blik naar de stapel brieven en verdeelt de stapel in twee gelijke helften. Met een brede armzwaai veegt hij de ene stapel van de tafel en zegt: „Mensen zonder geluk kunnen we niet gebruiken.”
Jan-Willem Tamminga
Op zaterdag 26 oktober 2013 werd in de Lutherse Kerk te Groningen het boek Ander ongerief van wijlen Jan-Willem Tamminga gepresenteerd. Omdat ik tot zijn overlijden op 30 december 2010 bijna tien jaar goed bevriend met hem ben geweest moest ik natuurlijk op deze boekpresentatie aanwezig zijn, en heb ik uiteraard zijn boek meteen gekocht.
Jan-Willem Tamminga leed aan een spierziekte, waardoor hij lichamelijk zeer zwak was en zich via een scootmobiel moest verplaatsen. De handicap was een gegeven, maar ik herinner mij vooral onze leuke gesprekken over filosofie, vrouwen en geschiedenis, zijn passie voor Oost-Europese literatuur en films en last but not least de bitterzoete manier waarop hij in het leven stond. Een half jaar voor zijn overlijden heb ik met hem de Franse film La grande bouffe gekeken, over vier Franse mannen van middelbare leeftijd die zichzelf dood eten. Het was, zo bedacht ik later als een trouw discipel, een aankondiging van zijn lijden en sterven.
Jan-Willem heeft in zijn leven veel geschreven. In de laatste jaren van zijn leven, nadat hij was afgestudeerd in de geschiedenis en de filosofie, was hij druk bezig met een roman. Hij hoopte die af te kunnen schrijven. Helaas is dat niet gelukt. Helaas is het manuscript ook te onaf om gepubliceerd te worden. Toch wilden enkele vrienden van Jan-Wilem, betrokken bij het Groninger Schrijflaboratorium, wat doen met zijn literaire erfenis en een bloemlezing van zijn beste stukken uitgeven. Wat aanvankelijk bedoeld was als een klein boekje met herinneringen voor zijn nabestaanden, is uitgegroeid tot een volwaardig boekwerk van 318 pagina’s.
Ander Ongerief bevat de beste artikelen, columns, essays, recensies en verhalen die Jan-Willem heeft geschreven voor diverse media, waaronder het Friesch Dagblad, het Nederlands Dagblad, De Pers en het NRC-Handelsblad. Hij schrijft over postmoderne filosofen als Ankersmit, Badiou en Foucault, gerenommeerde schrijvers als Coutzee, Kundera en Pamuk (vooral hun schrijven over het schrijven vindt Jan-Willem interessant), maar ook over poep, hangborsten en waarom vrouwen niet kunnen schaken (om deze reden komt het boek wellicht op de Index librorum prohibitorum van Asha ten Broeke).
Jan-Willem had een eigen kijken op het leven. Nuchter, relativerend en met veel humor, die dikwijls voorzien was van een zwart tintje. Zijn stukken zijn menselijk, al te menselijk. Misschien komt dat ook wel omdat Jan-Willem meer dan de gemiddelde mens besefte dat het menselijk leven kwetsbaar en eindig is. De kleine momenten van het leven leer je dan beter te waarderen. Overigens wilde Jan-Willem zijn handicap niet idealiseren, dat hij vanwege zijn handicap een dieper inzicht in het leven had gekregen en daarover dankbaar was. In ‘De pleister op de rolstoel’, misschien wel zijn beste stuk in de bundel dat hij opstuurde naar de Volkskrant, legt hij uit waarom:
“De zegeningen van een handicap, staat met grote letters boven het interview met Miss Onbeperkt Nederland in de Volkskrant van 31/12/2006. Deze kop wekt de suggestie dat het best leuk of in ieder geval goed is om een handicap te hebben.
Je zou het iedereen bijna gunnen om al het genieten van kleine genoegens, verdiepen in je geest en relaties en kwaliteit van leven, ook te bereiken. In dit alles zit iets misleidends. Want het is niet normaal of leuk om gehandicapt te zijn. En al helemaal niet hip. En die verdieping, dat zijn vaak ook maar momentopnamen.
De meerderheid van al die gehandicapten heeft geen leuke baan of een leuk gezicht of een buitengewone begaafdheid om de gebreken te compenseren en komt niet op tv. Velen van hen pendelen heen en weer tussen huis of zorginstelling en aangepast onderwijs, sociale werkplaats, en ziekenhuis of revalidatie.
(…) Wanneer het uitzicht wordt bepaald door een grijs wolkendek, valt de zegening van een beetje kleur inderdaad meer op dan wanneer je in een zonovergoten bloemenlandschap staat. Maar dat dat kleurtje er zo uitspringt, betekent niet dat de omgeving niet meer grijs is.”
Het artikel werd niet geplaatst.
‘Mensen zonder geluk kunnen we niet gebruiken’ zullen ze misschien op de opinieredactie gedacht hebben.
N.a.v.: Jan-Willem Tamminga, Ander ongerief (z.p. Tilia Scriptum 2013). ISBN 9789081346832. 316 pagina’s. €22,50. In Groningen wordt het boek verkocht bij de boekhandels Godert Walter en Riemer (en hopelijk binnenkort bij meer) en het is te bestellen bij de uitgever: Tilia Scriptum.
Ewout Klei las Ander ongerief met een lach en een traan. Hij raadt dit boek over het leven aan iedereen aan.