Na een bloedsaai college economie van maar liefst tweeëntwintig minuten brak Kluun het grijzepakkenconclaaf aan de tafel van Pauw en Witteman, woensdagavond. Zeker gezien het sjoemel binnen de Rabobank wilde hij, net zoals u en ik, wel eens weten, met welk type we eigenlijk te maken hebben, dat de boel oplicht. Over welk DNA beschikken die foute bankiers, waarmee ze rücksichtslos misbruik maken van het geld van de naïeve burger, die nog steeds denkt dat zijn geld veilig is binnen een bankinstelling?
Het heilig vuur is uit de show. De sleet zit in Pauw en Witteman, de oorspronkelijke frisheid en dynamiek zijn al heel lang verdampt. De duopresentatie, die feitelijk moet zorgen voor het uitbuiten van twee verschillende karakters, is verworden tot beurtelings een vraagje stellen. Witteman is bezig met zijn laatste kunstje en dat spat van het scherm. Als de grote redactie van deze dagelijkse, prestigieuze talkshow eens hand in eigen boezem zou durven steken, is de uitzending van gisteravond interessant studiemateriaal.
Nog los van de matheid bij de presentatie is het verre van raadzaam om een hoogleraar economie en een bankier, die het natuurlijk niet met elkaar eens zijn, drie zakelijke stellingen te geven over het bankwezen, terwijl heel Nederland nog last heeft van de onderbuik rond het Rabobankschandaal.
Zijn de banken weer gezond, schiet het toezicht tekort en moet de ABN Amro inderdaad naar de beurs? Dat was het huiswerk voor Arnold Boot, hoogleraar ondernemingsfinanciering en financiële markten en Peter Paul de Vries, CEO van de beursgenoteerde investeringsmaatschappij Value8 NV. Maar voor u veel bekender als voormalig directeur van de Vereniging van Effectenbezitters. Toen nog kritisch en vastberaden, nu niet te beroerd om te zeggen dat het weer goed gaat met de banken, want preken voor eigen parochie blijft altijd makkelijker.
Kluun heeft een nieuw boek en dat heeft hij in verschillende kleuren laten drukken, want ‘zwart’ is nogal taboe deze dagen. Kluun is een slimme oud-reclameman met een uitstekend gevoel voor marketing, dus het pareren van de schoolkrantvragen van vooral Witteman is gesneden koek voor de bestsellerauteur. ‘Wat voor schrijver ben je eigenlijk?’ ‘Wat kun je goed?’ ‘Het lijkt dat je de mensen wilt vermaken als ik naar je stijl en inhoud kijk, klopt dat?’
Kluun legt uit dat hij verbaasd is dat het literaire wereldje zichzelf zo serieus neemt. En ik denk thuis, zou dat ook niet zo langzamerhand voor Pauw en Witteman gelden? Hij begrijpt ook niets van recensenten die zijn werk op een totaal verschillende manier met sterren beoordelen. Bij film is die waardering veel constanter onder critici, bij het recenseren van boeken gaat het volgens de schrijver alle kanten op.
‘Je zegt dat je niet bij het literaire wereldje hoort, maar je maakt er wel tien jaar deel vanuit,’ probeert Pauw nog.
Kluun is niet vies van erkenning, legt hij uit, maar is niet afhankelijk van dominees als Arjan Peters, recensent en de boekenpaus van de Volkskrant, waar hij overigens wel eens goed gescoord heeft. In de workshops die de schrijver geeft, is de belangrijkste vraag of zijn boek daadwerkelijk uitgelezen wordt en niet halverwege in de kast verdwijnt. ‘We hebben allemaal nog last van het ‘literatuurlijsttrauma’ op de middelbare school, het gevoel dat we moeten lezen’.
De rest van de mannentafel wordt bemand door onze helden die de Somalische piraten op de knieën krijgen. De aanleiding is de nieuwe film met Tom Hanks met hetzelfde thema: ‘Captain Philips.’
Mike is scherpschutter bij het korps mariniers en draagt een bivakmuts tijdens het interview om herkenning te voorkomen.
Mijn hart slaat een fractie over, want nu komen de heroïsche verhalen, denk ik nog hoopvol na bijna een uur uitzitten.
Helaas, de superieur van Mike, behangen met al zijn medailles van de avondvierdaagse, krijgt de meeste airplay.