Met de dood van een 17-jarig meisje in Zeeland als gevolg van de mazelen is de discussie over (het weigeren van) vaccinatie binnen onderdelen van de Nederlandse Christelijke gemeenschap wederom breed in de media. Naast een deel van de antroposofen valt een grote groep strenggelovigen binnen de zogenaamde Biblebelt op die het vaccineren afwijzen op religieuze grond.
Kort samengevat is de argumentatie hierbij dat het Gods wil is of iemand wel of niet een ziekte krijgt. Vaccineren om een stokje voor Gods wil te steken past een gelovige niet, aldus deze gelovigen.
Binnen de Nederlandse islamitische gemeenschap, welke naar schatting rond de 825.000 personen groot is, hangen ook veel mensen een strikte interpretatie van de religieuze leer aan. Toch horen we eigenlijk geen nieuwsberichten van dergelijke strekking over de in ons land aanwezige moslims. Hoe komt dat?
Vanzelfsprekend zijn er binnen de Islamitische gemeenschap, zoals in elke religieuze gemeenschap, verschillen van inzicht en standpunten. Echter, in algemene zin kan gesteld worden dat er vanuit Islamitisch perspectief simpelweg geen theologisch bezwaar is tegen het gebruik van vaccinatie.
Dit standpunt vloeit voort vanuit een aantal beginselen:
Allereerst heeft Islam in algemene zin een zeer positieve houding ten aanzien van medische ontwikkelingen, zowel met betrekking tot het genezen van ziektes als het voorkomen van ziektes. Het feit dat men medicijnen en vaccins kan ontwikkelen wordt ook gezien als ‘Gods wil’. In het geval van het gebruiken van een middel ter voorkoming van ziekte wordt zelfs specifiek verwezen naar een uitspraak van de Profeet (vrede zij met hem) waarin hij zegt dat het eten van specifieke dadels in de ochtend een goed middel is om te voorkomen dat men bepaalde aandoeningen krijgt.
Daarnaast heeft Islam nadrukkelijk een pragmatische houding ten aanzien van wat wel of niet is toegestaan of verboden. Er bestaat maar een beperkt aantal absolute geboden of verboden, maar bij vrijwel alle andere wet- en regelgeving is er voldoende ruimte voor uitzonderingen en context. Primair zou het feit dat een persoon wordt ingespoten met (een zwakke variant van) een virus natuurlijk onwenselijk zijn, maar dat dit ‘kleine kwaad’ helpt om een ‘groter kwaad’ tegen te gaan weegt hierbij zwaar mee.
Sterker nog, er zijn uitspraken gedaan door Islamitische geleerden die zelfs het gebruik van gelatine (dat middels een chemisch proces wordt onttrokken aan varkens) in vaccins vanwege de kleine dosis en medische noodzaak niet verboden of onrein verklaren.
Dit alles neemt niet weg dat er in de recente geschiedenis wel enkele voorbeelden zijn geweest waarbij moslims zich hebben afgezet tegen het gebruik van vaccins. Dergelijke voorbeelden spelen bijvoorbeeld in het noorden van Nigeria en in Pakistan. Hoewel hierbij soms ter argumentatie ook religieuze argumenten worden gebruikt betreft het dan vooral ‘wereldse’ dilemma’s. In Nigeria heeft het gerucht dat vaccins werden gebruikt door de Amerikaanse overheid om moslims te steriliseren geleidt tot sterk verminderde successen van vaccinatieprogramma’s.
Dat in Pakistan een nep-vaccinprogramma was opgestart in verband met de zoektocht en uiteindelijk de dood van Osama Bin Laden heeft ook daar de vaccinatieprogramma’s in een buitengewoon slecht daglicht geplaatst. Artsen Zonder Grenzen heeft zich hier – terecht – buitengewoon afkeurend over uitgelaten. Het in de regio werkzame medische personeel draagt hier ook mede de gevolgen van; er zijn meerdere voorvallen geweest waarbij bijvoorbeeld de Taliban specifiek de verspreiders van vaccins hebben aangevallen en gedood. Maar ook hierbij is de motivatie dus gerelateerd aan al dan niet aanwezige complottheorieën en strijd tussen diverse groeperingen.