Een schaal vol met snoep en chips, een koelkast vol met bier, een bank en twee stoelen. Dat is wat we aantreffen als we de kleedkamer van Jagwar Ma binnenlopen. Duidelijk vermoeid zitten de bandleden op de bank. Voor Jagwar Ma waren de drie jongens nog druk met hun eigen muziek in Sydney. Tijdens een concert kwamen Jono Ma en Gabriel Winterfield elkaar tegen en dat is waar het muzikale avontuur begon.
Jullie muziek kan sowieso als elektronisch als als rock worden omschreven. Hoe ontstond die mix?
Gabriel: ‘’Het is niet zo dat ik perse ‘the rock guy’ ben en Jono de elektronische. Het is minder zwart wit dan dat. We houden beiden van verschillende soorten muziek. Op een gegeven moment liep de muziek in elkaar over en ontstond de sound die we nu maken.
Jullie eerste optreden, hoe ging dat? Kwam de muziek live meteen goed over?
Ja dat ging heel goed. Onze eerste optreden was trouwens in Nederland, in Nijmegen. Dat was juni vorig jaar. Ik denk zelfs dat dat optreden een grote invloed op ons debuutalbum Howlin heeft gehad. Bijvoorbeeld het nummer Man I Need, dat klonk toen nog veel meer als een rockplaat. Door het optreden destijds wisten we veel beter welke kant we met het album op wilde.
Tijdens Lowlands was de plaat wel af, hoe was dat optreden?
Ja Lowlands was te gek. Je kon merken dat een deel van het publiek echt het album al kende. Het was slecht weer en het stormde, maar het publiek ging los. Zelfs degene die buiten de tent stonden. Vergeleken met Nijmegen was alles anders. We hebben nu onze muzikale identiteit gevonden.
Was er een moment waarop jullie dachten van, nu zijn we groot aan het worden?
Niet perse. Het gaat eigenlijk een beetje geleidelijk. Het is een proces. Toen we onze eerste single uitbrachten waren de verwachtingen er zo goed als niet. We waren blij dat onze muziek goed ontvangen werd en dat dit na meerdere nummers zo bleef. Diep van binnen zijn we allemaal erg toegewijde muzikanten en wisten we ergens wel dat dit wat kon worden, maar echt verwachtingen waren er nooit.
Jullie covers van jullie singles en album zien er erg ‘arty’ uit. Hebben jullie daar zelf als bandleden veel invloed op?
Jona Ma: ‘’Zeker. Een vriend van ons is grafisch vormgever en we waren bij hem thuis toen we elkaar voor het eerst ontmoette. Samen met hem en mijn broer die fotograaf is, zijn we tot ideeën gekomen’’. Gabriel: We vinden persfoto’s enzovoorts niet erg, maar we hoeven niet met onze gezichten op het album. We willen geen jongens op posters zijn, we vinden ons eigen artwork belangrijker.
Hebben jullie een favoriet optreden?
Jona Ma: Ja, Glastonbury. We stonden op de Jon Peal Stage. Dat ging gewoon erg lekker en er hing een sfeer die we nog niet vaak zijn tegenkomen. Gabriel: Afgelopen nacht was ook goed. We stonden in Parijs op het Pitchfork festival. Het was een nieuw ervaring, we werden gefilmd, en dat gebeurt opzich wel vaker, maar we waren op dat moment echt moe. Ik was bang dat ik ging flauwvallen, puur van vermoeidheid. Zo’n show is erg fysiek en waren allemaal een beetje roekeloos. Het was chaotisch zonder dat het echt rommelig werd en op één of andere manier klonk het echt goed.
Hoe krijgen jullie het publiek los?
Gabriel: Nou dat is vrij simpel, je springt en danst zelf en dan gaat meestal de zaal wel mee. Het maakt me eigenlijk ook geen fuck uit. Als mensen willen dansen dan dansen ze, en anders niet. Als ik naar een band ga kijken dan dans ik zelf ook niet, dus ik begrijp de mensen die dat ook niet doen. Het is niet dat ze er dan niet van genieten, sommige dansen gewoon niet. Het is mooi als mensen nooit dansen wel dansen bij jouw show. Dat is heel speciaal.
En, al plannen voor een nieuw plaat?
Ja, ook al hebben we nu weinig tijd om daar aan te werken. Af en toe proberen we wat tijdens het touren, en dat slaat dan bij elkaar aan. We komen bijna nooit echt een stad als we ergens zijn. Behalve in Tokio, daar waren we een paar dagen en dat was echt gaaf. We waren laatst ook een dag vrij in Reykjavik, dat was een privilege om daar te zijn.