Afgelopen zaterdag publiceerde NRC Handelsblad een opiniestuk van Charlotte Bouwman. Jongeren gebruiken drugs en de overheid mag dat niet negeren, vindt zij. Het stuk raakt kant noch wal. Student Bouwman neemt haar eigen kring als maatstaf, wekt ten onrechte de indruk dat de overheid geen drugsbeleid voert en grossiert in feitelijke onjuistheden.
Bouwman stelt dat er sprake is van een “nieuwe uitgaanswerkelijkheid”, waarvan “iedereen van boven de dertig geen weet heeft”. Ze zegt dit in relatie tot het Amsterdam Dance Event waar ze zich als bezoeker realiseerde dat “iedereen” drugs gebruikt. Is er sprake van een benarde situatie die niemand opmerkt behalve ingewijde bezoekers?
Het Amsterdam Dance Event, dat sinds 1996 bestaat, trok in oktober 300.000 bezoekers. De pers deed uitgebreid verslag. Een ‘foute’ xtc-pil die sinds deze zomer in omloop was wierp dit jaar een donkere schaduw op het festival. Daarin zat niet de gebruikelijke werkzame stof MDMA, maar PMMA waardoor gebruikers snel te veel namen. Er werd overal gewaarschuwd voor deze pil: op uitgaanslocaties, bij hulpverleners als het Trimbos-instituut en in verschillende media zoals deze krant en het RTL Nieuws. Xtc-gebruik is dus niet onbekend.
Dankzij de foute pil laaide de discussie over testen weer op. Tot 1999 kon dit op grote festivals en feesten, daarna veranderde de overheid van gedachten. Criminoloog Ton Nabben beschrijft in zijn proefschrift over drugs en het uitgaansleven hoe de pragmatische gedoogcultuur van de overheid uit de jaren ’90 langzaam overging in een moralistisch zerotolerancebeleid. Er werd streng gecontroleerd bij clubs en overtreders werden overgedragen aan de politie. Op dancefestivals mocht zelfs niet meer geblowd worden. Nabben stelde onlangs in academisch debatcentrum Spui 25 dat het beleid nu alleen nog op papier zo normatief is en dat er weer een tolerantere tijd aanbreekt. Het klopt dus niet dat de overheid drugsgebruik negeert. Er is al decennia lang sprake van een actief politiek en strafrechtelijk beleid, dat niet altijd te kenschetsen valt als gedogen.
Ieder jaar brengt het WOCC samen met het Trimbos-instituut een Drugsmonitor uit. De cijfers voor 2013 wachten momenteel op goedkeuring van de minister, dus we kijken naar de meest recente, beschikbare data. Van de Nederlandse bevolking had in 2009 zes procent ooit wel eens xtc gebruikt. We zien hier over de jaren een optelsom: er zijn steeds meer mensen die het wel eens hebben gedaan. Tegelijkertijd stijgt het aantal daadwerkelijke gebruikers nauwelijks: dat was 0,3 procent van de bevolking in 1997 en 0,4 procent in 2009.
Bouwman schrijft dat pillen slikken onder Randstad-jongeren even normaal is als wodka drinken. Ook dit is niet juist. Het klopt dat er in zeer stedelijke gebieden meer mensen wonen die ooit xtc hebben gebruikt dan in niet-stedelijke gebieden, maar het gaat om 10,4 procent versus 4,3 procent van de bevolking. Wellicht bedoelde Bouwman dat alle mensen die clubs en festivals bezoeken xtc nemen. Ook dat blijkt niet juist. Landelijk gezien gebruikt 23 procent van de bezoekers van party’s en festivals. Tweeënveertig procent heeft dat wel eens gedaan. Dit geldt ook wanneer we ons alleen op Amsterdam richten: 21 procent van de bezoekers van ‘trendy Amsterdamse clubs’ gebruikt op dit moment, 48 procent deed dat ooit. Zelfs in het hol van de leeuw is er dus geen sprake van dat iedereen zou slikken.
Om haar stuk kracht bij te zetten meldt Bouwman de zes xtc -gerelateerde doden van deze zomer. Het was voor het eerst in jaren dat xtc dodelijk afliep, in het afgelopen decennium deden zich nauwelijks incidenten voor. Hoewel xtc niet zonder gevaar is, is het lastig om hard te maken dat xtc -gebruik problematisch is, zeker in vergelijking met andere genotsmiddelen. In 2010 telde het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem slecht één primaire xtc-cliënt per 100.000 inwoners van 15 jaar en ouder. Ter vergelijking: voor cannabis zijn dat er 80, voor alcohol 265.
De overheid voert een actief beleid tegen xtc dat dan weer harder en dan weer zachter is. Gebruikers trekken zich daar weinig van aan. Feestgangers hebben geen criminele associatie bij het pilletje dat verstandig gebruikt wordt en waar niemand last van heeft. Nabben concludeert in zijn proefschrift dat het gebruik van drugs matigde na de eeuwwisseling. Niet dankzij de repressie, maar vanwege professionalisering van het uitgaansleven en de groeiende populariteit van urban, een ander muziekgenre.
Het grootste gevaar bij xtc -gebruik is onwetendheid. Volgens Trimbos-onderzoeker Daan van der Gouwe denken veel jongeren nu dat het effect van xtc afhangt van de sterkte van de pil. Hoog gedoseerd is echter niet beter. Goede voorzieningen om te testen zijn dus belangrijk. Die zijn er: Vivian Schipper van het Jellinek meldt dat de laboratoriumcapaciteit na de drukte van deze zomer is uitgebreid. Ze kunnen de vraag weer aan. Om te zorgen dat xtc leuk blijft, is goede kennisoverdracht essentieel. Gebruikers moeten weten wat er in hun pillen zit, in welke hoeveelheid en wat de consequenties daarvan zijn. Opvoeders, opleiders en de overheid moeten weten wat xtc-gebruik wel en niet behelst. Bij een paniekverhaal vol onwaarheden in de krant is niemand gebaat.
Dit artikel verscheen eerder op de eigen website van Linda Duits en is een lange versie van een ingezonden brief die in NRC Handelsblad verscheen.