Vierkant met een diagonale streep,
vis staat tot zee, als koe staat tot…,
driehoek met een effen rondje erin,
1,4,3,16,5,…,
cirkel met twee streepjes erdoor.
De letters, cijfers en figuren beginnen tijdens minuut vijfentwintig van deze capaciteitentest voor mijn ogen te dansen. Met een schuin hoofd zit ik achter mijn laptop om te bedenken hoe de verschillende vormpjes, blokjes en streepjes logisch na elkaar draaien en kantelen. De komende twintig minuten moet ik mijn blik nog scherp houden. Scherp houden voor wat? Niet eens voor een baan, maar voor een businesscourse. Ik moet laten zien of ik wel slim genoeg om drie dagen kennis te mogen maken met een bedrijf.
Waar vroeger de capaciteitentest meer werd gebruikt om te zien of iemand cognitief geschikt was voor een baan, wordt de capaciteitentest tegenwoordig veel vaker en veel eerder in een sollicitatieprocedure ingezet als selectiemiddel, om de zogenaamde slimste der slimsten uit de immense hooiberg van sollicitanten te filteren. Een vloek voor wie taal- en wiskundelessen vroeger met moeite verwerkte. Een zegen voor de sudoku-koningen onder ons.
Iemands cognitieve capaciteiten blijken de beste voorspellers voor toekomstige werkprestaties. En iemands cognitieve capaciteiten blijken goed te meten door iemand een flinke lading cijfers, figuurtjes en analogieën voor te schotelen. “Alleen datgene wat je zeker kan meten, kan je ook zeker weten”, lijkt het adagium bij selecteurs en recruiters.
Het zorgt voor een boeiende ontwikkeling op het gebied van het beoordelen van intelligentie van studenten. Het werkt de zesjescultuur namelijk in de hand (met zesjescultuur bedoel ik hier de houding om een vak simpelweg te halen, in plaats van je best doen voor een hoog cijfer. Ik bedoel expliciet niet een algeheel lakse houding). Hoge cijfers zijn tenslotte niet nodig wanneer een bedrijf zelf gaat bepalen of jij wel of niet slim genoeg bent om voor hun te werken. Waarom zou je je best doen voor een hoog cijfer waar niet naar wordt gekeken, als je je tijd ook kan steken in bestuurswerk of het opzetten van je eigen bedrijf? Iets waar een bedrijf wél naar kijkt.
Uiteraard zijn er bedrijven die je hele cijferlijst willen zien, en die zelfs niet te beroerd zijn om ook te vragen naar je academische prestaties op de middelbare school. Maar een groot deel van de bedrijven baseert haar oordeel over jouw slimheid op een test met wat figuurtjes en cijfertjes.
Het is misschien oneerlijk voor degenen die geploeterd heeft voor een voldoende tegenover zijn medestudent die met gemak een zes haalt. Maar zolang er geen meetinstrumenten zijn die daar een einde aan kunnen maken, blijft het de realiteit. Ik kantel mijn hoofd ondertussen nog wat verder opzij om te zien welke figuur logisch volgt op de drie daarvoor. En dan maar hopen dat ik uit de hooiberg geplukt wordt. Misschien nog niet voor een baan, maar in ieder geval voor een stap in de goede richting.
Frans (25) is student Politicologie.