Het minderhedendebat kan wel wat humor gebruiken

26-11-2013 16:16

In 1939 zat Moos op een terras in Berlijn, op zijn gemak te lezen in nazi-krant Der Stürmer. Sam zag hem zitten en zei “Moos, waarom lees je die antisemitische troep?!”
“Ach,” zei Moos, “in Joodse kranten lees ik over pogroms, Kristallnacht en ellende in Jeruzalem. In deze krant lees ik veel opbeurender nieuws: wij Joden domineren de schone kunsten, we bezitten alle grote banken, en we hebben hele concrete plannen om de wereld te veroveren!”.

In het Nederland van 2013 kan zo’n witz waarschijnlijk niet meer. Talkshows, fora en kranten vallen over elkaar heen om racisten te ontmaskeren. Nog even en elke mop waarin stereotypen van minderheden voorkomen is politiek incorrect, en dus verboden. Zonde, want humor is nu meer dan ooit nodig.

Er zijn momenteel in Nederland, zoals overal en altijd, wel wat problemen met minderheden. Soms ligt het aan de minderheden, soms ligt het aan racisme onder autochtonen. Dat soort problemen kan je op verschillende manieren aanpakken. Veel gebruikte manieren zijn ontkennen, bagatelliseren en goedpraten. Als je problemen wilt bespreken kan dat puur feitelijk of confronterend. Maar dat zal resulteren in ontkenning, zeker bij groepen met een hoge eercultuur (zoals vele minderheden) of sterk chauvinisme (zoals Nederlanders). Het is dus veel verstandiger om humor in te zetten, want dat is een uitstekende manier om op een milde manier dergelijke problemen aan de kaak te stellen.

Galgenhumor

Het verleden heeft aangetoond dat dat prima werkt. Joden zijn eeuwenlang vervolgd in Europa, wat resulteerde in veel zelfspot en galgenhumor. Een overlevingsstrategie, maar ook een spiegel die ze voorhielden aan hen die hun vervolgden. De Joodse mop die dit stuk inleidde is daar een voorbeeld van. Maar dat gevoel voor humor werd ook gebruikt om fouten binnen de eigen gemeenschap bespreekbaar te maken. “Wat is een typisch Joods dilemma? Gratis ham”, is een klassieker, om gierigheid te ridiculiseren.

In Nederland is het nu vooral de Marokkaanse gemeenschap die humor op dezelfde manier inzet. Van het opzettelijk clichématige Shouf Shouf Habibi tot de grap dat Marokkanen graag naar Opsporing Verzocht kijken, want dat is zo’n gezellig familieprogramma.

Relativeren is ook niet alles

Zoveel zelfreinigende zelfspot zou gestimuleerd moeten worden. Helaas is het tegendeel waar. Het debat over minderheden en racisme wordt nu juist op het scherpst van de snede gevoerd. Een discussie over een kinderfeest wordt door antislavernij-activisten racistisch gemaakt, en verdomd, er zijn meer dan genoeg autochtonen die de activisten nog gelijk geven ook.

Vervolgens wordt elke domme grap meteen gebruikt om de moppentapper uit te maken voor racist. Het moge duidelijk zijn: het minderhedendebat in Nederland kan wel wat relativeringsvermogen gebruiken. Daarom ter afsluiting, een onverbiddelijke klassieker, over dreigende negers, sluwe moslims, racistische kaaskoppen en domme wijven.

De vrouw van de burgemeester belt met de lokale kazerne: “Ik wil graag vijf militairen uitnodigen voor een diner bij de burgemeester thuis,morgenavond. Om hen te bedanken omdat ze hun vaderland dienen.”
“Een mooi gebaar mevrouw,” zegt de luitenant, “ik zal vijf voorbeeldige militairen sturen.”
“Oh, er is nog wel één dingetje,” zegt de burgemeestersvrouw, “de burgemeester heeft liever geen islamitische militairen. Dat begrijpt u toch wel?”
“Dat begrijp ik volkomen mevrouw,” zegt de luitenant, “maakt u zich geen zorgen.”
De volgende avond doet de burgemeestersvrouw open. Ze krijgt bijna een hartverzakking, want er staan vijf hele grote Antillianen voor de deur. In uniform.
“Dit moet een vergissing zijn,” stamelt de vrouw.
“Nee hoor,” grijnst één van de Antillianen, “luitenant El-Hamdaoui maakt geen vergissingen.”