Wat fijn om eens meer van Geert Wilders te kunnen lezen dan zijn gebruikelijke 140 twittertekens wanneer hij zich mengt in het publieke debat. Na het lezen van zijn artikel op ThePostOnline over een vermeende wederopstanding van het Europees patriottisme was echter snel duidelijk dat zijn populisme weinig boodschap heeft aan enig werkelijkheidsbesef.
Zijn betoog begint met een vlammende verdediging van de democratie. Eurofielen, zo stelt Wilders, zullen de 400 miljoen mensen die volgend jaar mogen kiezen over de koers van de Europese Unie schuimbekkend, nerveus en geagiteerd waarschuwen voor het opkomende populisme.
Wat verrassend om te lezen dat hij de democratie zo’n warm hart toedraagt gezien het feit dat mensen binnen zijn partij, dat slechts één officieel lid kent, niet mogen kiezen over de te volgen koers. Althans, zo klinkt geregeld de kritiek in de media van oud-fractiemedewerkers die Wilders betichten van despotisme binnen een welhaast sektarisch partijklimaat. Een klimaat waarin een open debat onmogelijk is en waarbij hij als een alleenheerser zijn wil zou opleggen aan anderen. Wat een bijzondere tweedeling zien we hier in zijn hartverwamende waardering voor de democratie.
Ook is het bijzonder dat Wilders in zijn artikel nu juist Ronald Reagan aanwijst als zijn held en als grote visionair, terwijl het toch juist Reagan’s beleid van ‘Reagonomics‘ was waarmee hij – samen met Margaret Thatcher hier in Europa – begon aan de grote deregulering van financiële instellingen, die vervolgens leidde tot de systeemcrisis in de financiële sector en uiteindelijk tot de eurocrisis. Een crisis waarvan Wilders onterecht meent dat hij veroorzaakt is door de euro en niet is te bestrijden door de Europese Unie.
Want de euro is nu juist één van de sterkste valuta’s die de wereld ooit heeft gezien. Griekenland vormde in 2008 slechts 1,2 procent onder de EMU-waarde. Oftewel, van elke euro in omloop droeg Griekenland daar in waarde slechts 1,2 cent aan bij. Griekenland had de euro nog niet kunnen laten vallen als ze het zouden hebben gewild.
En hoewel de oplossing voor de crisis inderdaad lang op zich heeft laten wachten, heeft de EU uiteindelijk een garantiefonds bijeengebracht van een astronomisch bedrag om elke valutaspeculant die de euro aanvalt op voorhand te overtuigen dat zoiets zinloos is. Het heeft inderdaad enige voeten in de aarde gehad, maar Griekenland is naar schatting over 17 maanden op hetzelfde niveau als vóór de crisis met dank aan de Europese solidariteit.
Een solidariteit waarvan Wilders de suggestie wekt alsof Nederland tientallen (soms roept hij honderden) miljarden zou weggeven aan de Grieken. In werkelijkheid gaat het echter om ‘slechts’ 3,2 miljard euro waarbij Nederland zelfs winst maakt op die lening omdat wij tegen een lagere rente lenen op de valutamarkt dan wij in rekening brengen aan Athene. Dat verschil belandt bij ons in de schatkist. Zijn onjuiste uitspraken maken deze discussie wel steeds erg verwarrend.
In zijn kritiek op ‘alles wat Europees is’ valt Wilders steeds de euro aan alsof dit de veroorzaker is van onze zware financiële crisis. Maar Groot-Brittannië (die de euro altijd heeft afgewezen) is nu juist het land waar de hoogste rekening voor de financiële crisis betaald moest worden. Zie hier een lijstje van de Bank of England inzake de kosten ter bestrijding van hun financiële crisis sinds 2008:
Opkopen van onhoudbare financiële producten: 40,41 miljard euro (2,32 procent BNP)
Herkapitalisatie van financiële instellingen: 82,9 miljard euro (4,9 procent BNP)
Het verlenen van staatsgaranties op lopende schulden: 158 miljard euro (9 procent BNP)
Anders dan de landen binnen de eurozone deed Groot-Brittannië deze uitgaven helemaal alleen wat de toch al hoge staatsschuld richting de 1,3 triljoen euro deed exploderen (1,3 triljoen ziet er zo uit: 1,310.568.586.644). Dus het land dat zo min mogelijk met de Europese Unie te maken heeft (en wil hebben) is nu juist het land dat het zwaarst is getroffen door de financiële crisis. Dit maakt het wel moeilijk te verklaren waarom Wilders steeds roept dat de euro en de Europese Unie de grote schuldigen zijn van een crisis die ontstond op de Amerikaanse huizenmarkt.
Tevens is het wonderlijk hoe Wilders in zijn betoog refereert aan Noorwegen en Zwitserland als lichtende voorbeelden. Hij stelt terecht dat beide landen geen lid zijn van de Europese Unie maar wel hele hoge welvaartniveau’s kennen. Waarbij hij lijkt te willen suggereren dat dit komt door hun aansluiting in het Europees Vrijhandelsverdrag, iets waar Nederland zich volgens hem ook toe zou moeten beperken.
Het is echter wel een beetje bezijden de waarheid om deze landen op die manier aan te halen in zijn argument. Noorwegen heeft een unieke olieproductie die 28 procent van hun BNP vormt en welke baten zij in een investeringsfonds ter waarde van 338 miljard euro hebben ondergebracht. Dat is de primaire oorsprong van hun enorme welvaart.
Bovendien weet Wilders toch best dat het leven in Zwitserland – rijk geworden door hun unieke bankgeheim dat veel vreemd kapitaal aantrekt – verschrikkelijk duur is? Vele Zwitsers doen hun boodschappen over de grens in – jawel – de Europese Unie.
Daarbij zegt hij iets belangrijks niet tegen de kiezer en ik vraag mij af of Wilders dat nu bewust doet of dat hij het zelf misschien niet weet. Namelijk dat deze landen weliswaar geen lid zijn van de Europese Unie maar wél bijna alle bijbehorende wet- en regelgeving moeten overnemen. Zij kunnen daar zelf geen invloed op uitoefenen zoals volwaardige EU-lidstaten dat kunnen. Zouden ze dit nou niet weten bij de PVV of kwam het gewoon niet goed uit om dat óók te noemen in hun voorstel voor een EU-light lidmaatschap?
Ook is het verwonderend dat Wilders de EU (als EUSSR) een gevangenis voor natielidstaten noemt waarin de democratie wordt afgebrokkeld en ondermijnd. Men mag toch aannemen dat hij als parlementariër kennis heeft van de oranje kaart die hij kan uitoefenen om onwelgevallige beslissingen uit Brussel voor te leggen aan de Nederlandse Tweede Kamer? Bijvoorbeeld wanneer hij meent dat EU-beleid niet in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel?
Dit werd nu juist in het Verdrag van Lissabon geregeld om de rol van nationale parlementen te vergroten. Een verdrag waarvan Wilders meent dat het natiestaten en hun (vermeende inherente) democratie buitenspel zou zetten.
De EU is een instituut met maarliefst 29 parlementen (het Europees Parlement en de parlementen van 28 lidstaten) waarbij democratisch gekozen regeringsleiders vanuit de Europese Raad de koers aangeven die Europa moet varen. Dit is juist een toonbeeld van overdemocratisering. Juist daarom functioneert Europa momenteel zo slecht. Niet omdat het te weinig democratie zou kennen, maar juist omdat het zoveel democratie kent. De Verenigde Staten zouden ook nagenoeg onbestuurbaar zijn als de parlementen van alle staten op eenzelfde manier invloed zouden kunnen uitoefenen op het federale beleid.
Waarom zet Wilders zich niet in om Europa op dit gebied slagvaardiger te maken en de relatie tussen de burger en EU directer te maken in plaats van zoals nu voornamelijk via nationale parlementen te laten verlopen? Geen schade aan de democratie, wel verbetering van de Europese slagkracht.
Het antwoord daarop lijkt gevonden te kunnen worden in het vervolg van zijn betoog waarin hij schrijft dat er überhaupt geen democratie kan gedijen wanneer er geen sprake is van een natie(staat). Kennelijk realiseert Wilders zich niet dat IJsland ongeveer de enige natiestaat ter wereld is. Zijn betoog klinkt hier toch een beetje als iemand die zich hevig verzette tegen de vorming van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden toen alle verschillende gewesten in Nederland besloten om samen te werken op het gebied van defensie, buitenlandbeleid en internationale handel.
Zij realiseerden zich dat het niet langer mogelijk was om de grote buitenwereld als klein gewest tegemoet te treden. Er waren toen vast óók veel mensen die zich hevig verzet hebben tegen de vorming van zo’n ‘superstaat’ vanuit Den Haag die de verschillende gewesten op één gemeenschappelijke lijn zou brengen. Kort na de vereniging van die republiek begon onze Gouden Eeuw en kijk eens wat een fantastisch land Nederland uiteindelijk is geworden. Een land waar Wilders dagelijks keihard aan werkt om het te houden zoals het is, of beter gezegd, te maken zoals het ooit was.
Wilders besluit zijn betoog met te zeggen dat mensen die zo fervent tegen de Europese samenwerking zijn niet als extremisten, maar als ware democraten moeten worden beschouwd. Het is echter moeilijk om in die zienswijze te delen wanneer deze komt van iemand die vindt dat het Nederlandse leger moet worden ingezet tegen baldadige pubers in Gouda of fanatieke voetbalsupporters van wie hij meende dat hun knieschijven best kapot geschoten konden worden. Democratie gaat namelijk verder dan louter ‘democratische besluitvorming’ (iets waar Wilders toch ook al geen beste reputatie mee heeft binnen zijn partij).
Democratie behelst ook democratische normen en rechten die bijvoorbeeld worden gewaarborgd bij onder andere het Europese Hof wanneer een land deze rechten ten opzicht van een burger dreigt te schenden. Een hof waarvan Wilders juist wil dat het opgeheven wordt. Democratie is ook een zekere vorm van beschaving waarin mensen voor elkaar opkomen omdat ze weten dat ze het samen zullen moeten rooien en soms hulp van anderen nodig hebben wanneer ze kwetsbare perioden beleven. Zie dat maar eens te rijmen met zijn fractie die nu pleit voor het verlaten van het vluchtelingenverdrag.
De geopolitieke orde is hard aan het veranderen. We worden links en rechts ingehaald door nieuwe economische grootmachten die gaandeweg ook hun politieke invloed in de wereld zullen willen uitbreiden. Dat is nieuw voor ons. We moeten nog een beetje wennen aan het idee dat we vanuit Londen, Parijs en Washington de wereld niet meer naar onze eigen overtuigingen kunnen inrichten, laat staan vanuit Den Haag.
Laten we dan toch hetzelfde doen als tijdens de oprichting van die Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Laten we onze krachten bundelen binnen Europa – 500 miljoen mensen met wie we min of meer delen in dezelfde culturele waarden en economische belangen – en laten we zodoende vanuit Brussel proberen om vorm te geven aan een vreedzame samenwerking met de veranderende wereld om ons heen.
Kijkende naar de geopolitieke trendanalyses van de International Institute for Strategic Studies of de United States National Security Council leest men enkele analyses waarin de wereld van 2025 wordt geschetst aan de hand van doorgerekende gegevens die wij nu beschikbaar hebben.
Vele nieuwe uitdagingen komen op onze weg, grote uitdagingen die vragen om een Republiek der Achtentwintig Verenigde Eurolanden. Deze zal er met de gratie van de kiezer te zijner tijd ook komen, met of zonder de slecht geïnformeerde retoriek van Wilders waarmee een eerlijke discussie over Europa telkenmalen wordt verziekt.