Politiek

Dossier-Zuydewijn: D66, GroenLinks en SP willen opheldering

27-11-2013 17:54

Met updates – D66, GroenLinks en de SP slaan de handen inéén. Premier Mark Rutte (VVD) moet voor het debat dat volgende week plaatsvindt opheldering geven over de machinaties rondom Edwin de Roy van Zuydewijn. Vandaag schreef De Groene Amsterdammer dat er ook naslag is gedaan naar de moeder en de zusters van Edwin de Roy van Zuydewijn.  Het zijn 23 vragen. Zo ziet de toorn er uit van Kamerleden wiens verzoeken worden genegeerd.

Update 21.20 uur – Wat vinden De Roy van Zuydewijn en zijn raadsman mr. Mark Meijjer eigenlijk van de gebeurtenissen deze woensdag? Die laatste reageert – de advocaat eigen – ingetogen tegenover ThePostOnline: “Ik ben zeer content met de ontwikkelingen en kijk met veel belangstelling uit naar het debat.”

De Roy van Zuydewijn vervolgt telefonisch vanuit Portugal: “Via de telefoonlijn heb ik vanuit Nederland het half 8 journaal van RTL Nieuws kunnen beluisteren. Tot mijn grote genoegen heb ik daar Kamerlid Ronald van Raak van de SP in zeer correcte termen horen zeggen dat in Margarita-gate nu de tijd is aangebroken dat de doofpottactieken van Kok en Balkenende niet langer tot het arsenaal van de huidige premier de heer Rutte kunnen behoren. Bij die uitspraak sluit ik mij volledig aan.” Over de nieuwe Kamervragen wil hij weinig kwijt: “Hoffelijkheid en mijn grote waardering en respect voor deze Kamerleden die zich niet hebben laten intimideren om niet de vinger op de zere plek te leggen , gebieden mij hen in alle rust dit werk in uitvoering te voltooien.”

Update 18.37 uur – D66-fractievoorzitter Alexander Pechtold zegt tegen ThePostOnline: “Het artikel in De Groene Amsterdammer roept andermaal nieuwe vragen op in deze al veel te lang slepende kwestie. De huidige premier en zijn ambtvoorganger blinken tot dusver niet uit in duidelijkheid. Om Rutte volgende week in het debat goed te kunnen bevragen, moet een aantal zaken opgehelderd worden. Daarom hebben we met SP en GroenLinks besloten tot een serie schriftelijke vragen. Die willen we voor het debat beantwoord zien.”

Wordt vervolgd: het debat staat nu in de Kameragenda voor woensdag vier december.

De vragen van D66, GroenLinks en SP

Vraag 1.

Wat is uw reactie op het artikel “’Ouders en zusters’ de Roy van Zuydewijn ook onderzocht”?

Vraag 2.

Bent u bekend met het genoemde vertrouwelijke document, het rapport over de rol van de dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB) over de rol van de DKDB betreffende de publicaties rondom Hare Hoogheid Prinses Margarita en de heer E.K.W. de Roy van Zuydewijn, opgesteld door het hoofd van de DKDB (HDKDB) op 4 maart 2003?

Vraag 3.

Wat is er, naast genoemde zaak, aan de orde geweest in het gesprek dat volgens het rapport eind november heeft plaatsgevonden?

Vraag 4.

Wie waren aanwezig bij het gesprek eind november 2000?

Vraag 5.

Wie heeft opdracht gegeven totdat gesprek?

Vraag 6.

Wie waren op de hoogte van dat gesprek?

Vraag 7.

Kunt u bevestigen dat in het tussen “gesprek gehad” en . “Tijdens dat gesprek kwam aan de orde [..]” Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard genoemd wordt in het weggelakte deel?

Vraag 8.

Wie heeft opdracht gegeven tot het onderzoek uitgevoerd door de DKDB?

Bernhard ooglapje

Vraag 9.

Wie waren op de hoogte van het onderzoek uitgevoerd door de DKDB?

Vraag 10.

Kunt u bevestigen dat het dkdb-onderzoek zich slechts beperkte tot het genoemde opvragen van persoonsgevens? Zo ja, wat was hier de reden van in relatie tot het in de brief van 10 maart 2004 genoemde reeds uitgevoerde onderzoek door de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst (thans AIVD)?

Vraag 11.

Welke bijzonderheden bleken uit het oriënterende informatieonderzoek?

Vraag 12.

Kunt u uitsluiten dat na het dkdb-onderzoek, verder onderzoek is gedaan naar de heer De Roy van Zuydewijn? En zo ja, waar blijkt dat uit?

Vraag 13.

Indien u niet kunt uitsluiten dat er verder onderzoek is gedaan naar de heer De Roy van Zuydewijn, aan welke andere instanties dan de DKDB is opdracht gegeven om nader onderzoek te doen? Wat was de inhoud van de onderzoeken, binnen welke juridische kaders zijn deze  uitgevoerd en welke resultaten hebben de onderzoeken opgeleverd?

Vraag 14.

Welke juridische belemmeringen waren er binnen de taakstelling van de DKDB om nader onderzoek te initiëren?

Vraag 15.

Op welke wijze is door HDKDB terugkoppeling gegeven op de schriftelijke rapportage van de DKDB?

Vraag 16.

Hoe vaak en naar welke relaties van Principalen is eerder onderzoek gedaan? Wat waren de uitkomsten van die onderzoeken?

Vraag 17.

Klopt het dat dergelijke onderzoeken geen standaard procedure zijn?

Vraag 18.

Bent u bereid om het genoemde onderzoeksrapport openbaar te maken?

Vraag 19.

Hoe verklaart u dat uw ambtsvoorganger in de brief van 10 maart 2013 geen gewag maakte van voornoemd rapport?

Vraag 20.

Waarom heeft u tot op heden het betreffende rapport niet onder de aandacht gebracht?

Vraag 21.

Is het onderzoek naar de heer De Roy van Zuydewijn formeel beëindigd? Zo ja, hoe verhoudt dat zich tot de in het artikel genoemde bewijzen van het tegendeel?

Vraag 22.

Tot in welke graad van leden van het Koninklijk Huis wordt onderzoek gedaan naar relaties wanneer er een vermoeden is van een veiligheidsrisico?

Vraag 23.

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor de begrotingsbehandeling van Algemene Zaken in de week van 2 december 2013?