Politiek

Iran en de V.S., het pact met de duivel

28-11-2013 14:15

Na tien jaren vol mislukte onderhandelingen is afgelopen zondag dan eindelijk een deal gesloten tussen Iran en de wereldmachten over haar nucleaire programma. Dat kan wel eens vergaande implicaties hebben. Heel vergaand. 

Hoewel de overeenkomst een tussenstap is, is het wel een verrassende wending in de patstelling waarin Iran en voornamelijk de Verenigde Staten zich de afgelopen 34 jaar bevinden. Terwijl de premier van Israël, Netanyahu, niet te missen kleutergedrag vertoonde omdat zijn vriendje met iemand anders aan het spelen was, schudden de ministers van Buitenlandse Zaken van Amerika en Iran elkaar de hand. Netanyahu had goede redenen om pissig te zijn: deze deal verstevigt de internationale positie van Iran, terwijl het paradoxaal genoeg de binnenlandse positie van het islamistische regime op de lange termijn schaadt. Beide ontwikkelingen komen Israël niet goed uit. Aangezien de details van dé deal al in veel media zijn uitgedokterd, gaan wij maar even peinzen over die internationale en nationale gevolgen.

Internationale consequenties

De vondst van olie in het Midden-Oosten (in 1909 in Iran en later overal rondom de Perzische Golf en de Kaspische Zee) heeft de regio mondiaal hoog op de belangenlijst gezet: daar waar de regio als een bufferzone diende gedurende de Great Games tussen Groot-Brittannië en Rusland in de 19e eeuw, werd het Midden-Oosten zelf de inzet van hun internationale machtsstrijd na de vondst van olie. Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlogen werden dan ook meerdere landen door de Britten en de Russen jarenlang militair bezet en onderling verdeeld in ‘invloedsferen’.

Zo maakten de Russen in drie periodes (1907, de 1e en de 2e Wereldoorlog) in de noordelijke helft van Iran de dienst uit en verdeelden de Britten de lakens in de zuidelijke helft. Na de 2e Wereldoorlog mengde ook de Verenigde Staten (vooral ten koste van de Britten) zich in die strijd en sindsdien spelen de Amerikanen en de Russen een hoog (en meedogenloos) staaltje schaakspel met elkaar, met Syrië als het meest recente voorbeeld.

Expansionistische aard van de Islamitische staatsideologie

Het tijdperk na de Tweede Wereldoorlog wordt ook door de opkomst/wederopstanding van een aantal regionale machten gekenmerkt, die (sommige dankzij de olie-inkomsten) het pad van industrialisatie opgingen en de (vooral militaire) fundamenten van hun staat hadden verstevigd. Als gevolg is er naast de mondiale rivaliteit dus ook een regionale machtsstrijd losgebarsten tussen Iran, Saoedi Arabië, Turkije en Israël. Om even in te zoomen op het onderwerp: Iran heeft internationale pretenties en claims die deels worden ingegeven door de expansionistische aard van de Islamitische staatsideologie en deels voortvloeien uit haar millennia lange geschiedenis als de grootmacht van de regio.

Die pretenties worden kracht bijgezet door de grootte van het land (na Saoedi-Arabië het grootst), haar meest centrale ligging (het verbindt Centraal Azië en de Kaukasus met de Perzische Golf) en de enorme hoeveelheid aan energievoorraden. Maar wat Iran vooral krachtige potentie geeft is haar hoge mate aan sociaal kapitaal. Want in tegenstelling tot de Saoedi’s en zelfs de Turken barst het land (meer dan 70 miljoen inwoners) van hoogopgeleide mannen én vrouwen. Deze elementen maken Iran de grootste concurrent voor Israël, die desondanks zijn kleine schaal het sterkste land van de regio is op militair gebied.

Machtsbalans

Die militaire dimensie is van doorslaggevend belang in de machtsbalans, zeker in een regio waar geweld een continue onderdeel van de werkelijkheid is. En hier komt het belang van deze deal naar voren: wanneer Iran het recht op uraniumverrijking behoudt, wordt het de facto een internationaal geaccepteerde nucleaire macht; weliswaar zonder kernwapens (dat zullen strenge controles wel garanderen), maar wel mét de capaciteit ze in tijden van oorlog (wanneer die controles en sancties ondergeschikt worden aan zelfbehoud) te ontwikkelen. Dan kan Iran de uraniumverrijking opschroeven naar weapon-grade level (90 procent en hoger).

Het is essentieel om te nuanceren dat buiten oorlogssituaties een verhoging van het verrijkingsgehalte zware economische, en misschien zelfs militaire gevolgen met zich mee zal brengen. Het is dus een defensieve en niet een aanvallende capaciteit, zeker wanneer het regime in Iran (hoe ideologisch bezeten de machthebbers ook mogen zijn) weet dat bij een atoomaanval op Israël er nucleaire vergeldingen van o.a. de VS zullen volgen die het regime niet kan absorberen. Dat gezegd hebbende, beschermt deze defensieve capaciteit Iran wel van externe dreigingen en verstevigt het haar regionale status, waardoor de machtsbalans in het Midden Oosten ten faveure van Iran verandert. Dat is wat Israël zo dwars zit, en niet de loze existentiële dreiging.

Banden met de V.S.

Kortom, er is geen finesse tussen nucleaire energie en nucleaire wapens, omdat wanneer je onafhankelijk over nucleaire energie beschikt, je met een aantal relatief kleine stappen een atoomwapen kunt produceren. Maar nogmaals, die stappen zullen maanden in beslag nemen en niet onopgemerkt blijven. Dat maakt het primair een defensief wapen, dat van essentieel belang is voor een regime (maar ook voor het land in haar totaliteit) dat zich omringd ziet met vaak vijandige buren die een kernwapen bezitten: Pakistan en India aan het oosten, Rusland in het noorden, Israël aan het westen. En laten we de Verenigde Staten als onofficieel buurland (dankzij haar militaire aanwezigheid) in verschillende richtingen niet vergeten.

Naast de militaire versteviging van Iran is er een tweede internationale consequentie aan deze deal verbonden, die wederom in het voordeel van het land en in het nadeel van Israël uitpakt: de banden met de Verenigde Staten. De afgelopen 34 jaar is Iran namelijk in toenemende mate in een internationale isolatie geraakt en kan het vooral met de Russen zaken doen, omdat de staatsideologie Amerika als de ‘Grote Satan’ heeft gemarkeerd. Die geïsoleerde relatie met Rusland heeft veel tegenwerking van de Verenigde Staten en het Westen met zich meegebracht; een ontwikkeling waarvan andere landen (vooral Saoedi-Arabië, Israël en Turkije, maar ook Pakistan en Azerbaijan) dankbaar gebruik hebben gemaakt.

Ideologische en strategische vijandigheden

Tegelijkertijd heeft Iran telkens een hoge prijs aan de Russen (en de laatste jaren de Chinezen die in hetzelfde kamp zitten) moeten betalen, omdat het geen andere overlegpartners op mondiaal niveau heeft. Het omgekeerde hiervan gold ten tijde van de Sjah, toen Iran onderdanig aan de Verenigde Staten en vijandig tegenover de Sovjets was. Het beste scenario voor de Iraniërs is, uiteraard, wanneer ze met beide kampen zaken kunnen doen. De meeste vooruitgang op het gebied van internationale relaties heeft het land dan ook ten tijde van de Constitutionele Periode, aan het begin van de 20e eeuw, en gedurende de Mossadegh-regering (1951-1953) geboekt, toen het beide grootmachten tegen elkaar kon laten balanceren en uitspelen

Nu zullen de Verenigde Staten en Iran natuurlijk geen boezemvrienden worden; immers, ideologische en strategische vijandigheden zullen voortbestaan. Echter, deze deal maakt wel de weg vrij om desondanks die vijandigheid  ook in de toekomst over hele concrete gevallen met elkaar zaken te doen. Wanneer dit onderhandelingsvermogen van Iran daadwerkelijk omhoog gaat, zal het haar agenda op andere gebieden gemakkelijker kunnen realiseren – ten koste van haar regionale rivalen. Dat verklaart Netanyahu’s haast kinderachtige reactie op de deal tussen Iran en Amerika. Hij is bang dat hij een vriendje kwijt raakt.

Aan deze internationale machtstoename van Iran hangt echter wel een hoog binnenlands prijskaartje.

Nationale gevolgen

Toegegeven: ik had niet gedacht dat het Islamitische regime een deal met de VS zou aangaan, omdat haar expansieve energie zich inwaarts zou kunnen gaan keren en tot een implosie kan leiden. Immers, hoe kan een regime dat de vertegenwoordiging van Allah op aarde claimt te zijn zaken doen met de Grote Satan? Khomeini keert zich om in zijn graf, zullen veel aanhangers denken.

Maar het regime dat onder hevige druk staat van Amerikaanse sancties heeft blijkbaar gedacht dat er geen ontkomen aan is en dat het maar beter nu zaken kan doen, omdat het met haar invloed in Syrië, Irak en Afghanistan serieus wisselgeld op zak heeft en dus meer van de Amerikanen kan eisen. Die inwaartse energie neemt het regime voor lief en het zal proberen het af te wenden. Dit is een serieuze inschattingsfout, want terwijl het regime op de korte termijn de boel op orde krijgt zal ze op de lange termijn serieus tegenstand gaan voelen.

Schijn van democratie

Als Iran en de internationaal gemeenschap (lees: de VS en kameraden) over 6 maanden tot een permanent akkoord komen, dan zullen de sancties worden opgeheven en dat betekent op zijn beurt economische groei. Met meer financiële speelruimte kan het regime de binnenlandse economische ontevredenheid sussen. Tegelijkertijd, en dit is vanuit strategisch oogpunt van vitaal belang voor een regime dat met enorme politieke ontevredenheid onder de bevolking kampt, kan het claimen dat verkiezingen in de Islamitische Republiek van Iran wel degelijk van belang zijn: Ahmadinejad had de boel op scherp gezet, maar de nieuw gekozen Rouhani heeft voor een koersverandering gezorgd.

Dit is uiteraard een loze claim, omdat Associated Press heeft bericht over het feit dat gesprekken tussen Amerika en Iran – op lager niveau – al aan het einde van het Ahmadinejad-tijdperk in het geheim plaats vonden. Veel van de destijds afgesproken punten zijn in de huidige Geneva-overeenkomst opgenomen. Maar het regime in Iran wil de schijn van een democratie hoog houden en laat haar koersveranderingen parallel lopen met presidentstermijnen. Hiermee zal het hopen dat veel gedesillusioneerde stemmers van 2009 (van de Groene beweging) weer heil zien in participatie in het politieke proces en niet verleid kunnen worden door radicale ideeën van revolutie en omverwerping. Ongetwijfeld zal ook een deel van die groep weer hoop krijgen op de uiteindelijke hervorming van het regime naar een liberaal eindstation.

Noties van liberalisme

Dit is cruciaal voor de Islamitische Republiek, want het hervormingsproject is tot zover een belangrijk instrument gebleken om noties van liberalisme in de kaders van de Republiek te plaatsen (zonder ze daadwerkelijk te kunnen realiseren) en de roep om liberalisme niet aan een eventueel revolutionaire oppositie in het buitenland over te laten. Dus zowel de economische opleving als de hernieuwde hoop op het hervormen van de Islamitische Republiek tot een liberale staat zijn twee belangrijke korte termijn aanwinsten voor dit regime.

De lange termijn, echter, is een heel ander verhaal. Het opheffen van de sancties zal tot economisch herstel van de maatschappij, en voornamelijk de middenklasse, leiden. De ontevredenheid onder de bevolking zal haar economische focus gestaag verliezen, om vervolgens haar ware politieke aard te onthullen. De politieke eisen van de middenklasse in Iran, gestoeld op een lange traditie van liberalisme vanaf het eind van de 19e eeuw, zijn die van politieke vrijheden, persvrijheid, vrijheid van meningsuiting, sociale en individuele vrijheden m.b.t. kledij enzovoorts.

Prille democratische ervaringen

Deze politieke eisen kunnen alleen door een liberale democratie worden gegarandeerd en behoeven de scheiding tussen kerk en staat. Dit is precies die ene eis die een totalitair dictatorschap nooit in haar raamwerk kan accommoderen. Het door voormalig president Khatami ten dode opgeschreven hervormingsproject van het regime zal de komende 8 jaar definitief worden begraven.Dan resten alleen nog Iraniërs met hun politieke eisen en een niet-hervormbaar regime.

En wil het nu net zo zijn dat tijdens de huidige economische malaise deze politieke eisen naar de achtergrond zijn verdwenen en plaats hebben gemaakt voor economische vraagstukken. Economisch herstel zal juist weer ruimte geven aan de fundamentele politieke eisen van de middenklasse. Er is hiervoor een overvloed aan historisch en theoretisch bewijs. Het is de economische vooruitgang van de middenklasse geweest die tot liberale democratieën in de verschillende uithoeken van de wereld heeft geleid van landen in het Westen tot aan Japan; de prille democratische ervaringen van Iran in 1906 en 1951 zijn niet anders geweest.

Met andere woorden, economisch herstel heeft twee tegenstrijdige kanten voor het Islamistische regime; een regime dat per definitie de fundamentele politieke wensen van de Iraniërs niet tegemoet kan komen.

Het goede en kwade

Tegelijkertijd zal de deal met de Verenigde Staten het regime intern verzwakken. De fundamentalistische achterban van het regime zal de overeenkomst met Amerika als een pact met de duivel zien (de altijd charmante George W. Bush kwalificeerde Iran als de As van het Kwaad). Daarvan schud je de hand als gelovige niet. De strijd tussen Goed en Kwaad is er één van leven en dood; niet van concessies. Wat op het spel staat is of een complete overwinning of een vernietigende nederlaag.

Deze onverenigbaarheid tussen het Goede en het Kwade is niet alleen een theologische constatering, maar heeft resolute wortels in het Sjiisme: niet Ali noch zijn kleinzoon Hussain, de eerste en derde Imams van de Sjiieten, waren mannen van diplomatie. Beiden gingen ook ten onder aan hun halsstarrigheid en hun weigering om te praten met hun vijanden, laat staan concessies te doen.

Hoofdpilaren van het Sjiisme

Hussain werd samen met 72 volgers geslacht in Karbala. Meerdere malen sloeg hij het aanbod af om zich op een waardige wijze over te geven, om vervolgens zichzelf en de vrouwen en kinderen die in zijn entourage zaten allemaal de dood in te jagen. Extreme gelovigen rouwen ruim 1300 jaar later nog altijd om zijn dood door middel van zelfkastijding. Het zijn zij die de achterban van het regime vormen. Kortom, met Ali en Hussain als de twee hoofdpilaren van het Sjiisme en de spil van de Iraanse staatsideologie, zullen de fundamentalistische aanhangers van de Islamitische Republiek heel veel moeite hebben om de deal met de Verenigde Staten te accepteren. Dat is simpelweg teveel van hen gevraagd.

Het is een kenmerk van politici (van alle huizen) om pragmatisch te zijn; niet van aanhangers. Als deze deal – en dat is een grote als – over 6 maanden een permanente vorm krijgt, zal het een voorbode zijn om vaker met de Grote Satan zaken te doen. Dat betekent niets anders dan een erosie van de fundamentalistische achterban van het regime, die opgezadeld is met de taak om de rest van de natie in toom te houden.

Behoefte aan enige mate van stabiliteit

Een derde, en niet te onderschatten impact van een overeenkomst met de VS is dat de dreiging van een aanstaande oorlog, die al ruim tien jaar boven het hoofd van Iraniërs hangt, voorlopig verdwijnt. Gecombineerd met het economische herstel zal de afwezigheid van een oorlogsdreiging de focus van de bevolking automatisch meer op binnenlandse zaken doen richten.

Nog belangrijker dan dit, is het gegeven dat de vrees van buitenlandse inmenging of bezetting altijd een grote obstakel is geweest voor liberale bewegingen in Iran, omdat Iraniërs in de 20e eeuw drie keer zijn bezet en twee door het Westen gesteunde staatsgrepen hebben ervaren. De vorming van een liberale beweging ten tijde van extreme internationale druk is dan ook een onmogelijke taak gebleken voor de Iraanse oppositie in het buitenland. Dat behoeft enige mate van stabiliteit.

Conclusie

Een permanente nucleaire deal zal de internationale positie van Iran verstevigen en dat ten koste van voornamelijk Israël doen. De overdreven reactie van Netanyahu is in deze context goed te begrijpen, want tussen de twee landen is er een klassieke machtsstrijd gaande die al voor 1979 losbarstte, maar tegenwoordig gemaskeerd wordt door de ideologische vijandigheid over en weer. Het economisch herstel dat met de opheffing van de sancties gepaard gaat zal het Islamitische regime op korte termijn goed doen, maar stelt het voor grote problemen in de komende 5 a 10 jaar door de empowerment van de middenklasse. Bovendien verzwakt het de ideologische geloofwaardigheid van het regime, wat vervolgens tot een erosie onder haar aanhangers zal leiden.

Dus de verminderde dreiging van een oorlog, een sterkere middenklasse, een verzwakte fundamentalistische basis en geen Amerikaanse zondebok voor handen: You do the math. Het is niet moeilijk voorstelbaar dat op de midden-lange termijn de fundamenten van het regime door de liberale aspiraties van het Iraanse volk zullen worden belaagd.

Het zijn maar handjes die worden geschud gevolgd door een paar krabbeltjes. Maar de implicaties kunnen vergaand zijn. Heel vergaand.

Jamaseb Soltani is politiek antropoloog en promoveert momenteel op het onderwerp ‘de relatie tussen kerk en staat in Iran’. Hij schreef deze bijdrage op persoonlijke titel en de inhoud ervan komt niet noodzakelijkerwijs overeen met de visie van Stukje Duiding.

Lees ook: 100 dagen Rohani in Iran: ‘The Geneva Deal’