ThePostOnline-oorlogsverslaggever Arnold Karskens werd vrijdagochtend gehoord door de Vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken over zijn visie op de missie in Mali. Nederlandse militairen moeten vrede en stabiliteit brengen in het Centraal-Afrikaanse land, 30 maal groter dan Nederland. Karskens is helder: “Stuur geen Nederlandse militairen naar Mali. Het heeft namelijk geen enkele zin.” Zijn inbreng leest u hieronder.
Welnu, om met de deur in huis te vallen: als het het mij ligt, moeten we de Nederlandse militairen niet laten gaan. Anderen kunnen de klus veel beter, veel veiliger en ook veel goedkoper klaren. Houd de enkele honderden miljoen euro’s die de klus gaat kosten fijn in eigen zak, of doe er iets leuks mee.
Stelt u zich daar niet te veel van voor. Het gevechtsterrein in Noord-Mali heeft de grootte van Frankrijk. Met nauwelijks wegen. Wat willen 90 Nederlandse commando’s (de rest, 290 militairen, is ondersteunend) uitrichten op een onmogelijk terrein waar het onderscheid tussen opstandelingen, smokkelaars en doorsnee burgers moeilijk valt te maken. Daarbij geldt het VN-mandaat alleen voor Mali, zodat de opstandelingen zich makkelijk kunnen terugtrekken over de grens van een buurstaat. Dat zagen we ook zagen in Afghanistan, toen Pakistan een ‘safe heaven’ voor de Taliban was, wat het verslaan van de tegenstander onmogelijk maakt.
Nu nog wel, met name in het zuiden De kans is groot dat de animo voor vreemdelingen afneemt als het geweld in het land toeneemt. Dat hebben we eerder gezien in Irak en Afghanistan. De onvrede stijgt naar mate er meer burgerslachtoffers vallen en de beloofde vrede en economische voorspoed uitblijven.
De islamisten zouden trainingskampen in Noord-Mali opzetten en de terroristen vervolgens naar Europa sturen. Maar de grote aanslagen in New York, Londen en Madrid bewijzen dat aanslagplegers vaak allang in het Westen wonen. Voor hun criminele opleiding zijn ze helemaal niet afhankelijk van een afgelegen oord.
De recente Syrië-gangers wijzen eerder op een tegenovergestelde richting. Van het Westen naar het Oosten.
Pak de zaak eerst eens aan in Europa. Maar ja, daar kunnen we weinig beginnen met Apache-helikopters. En zo houden we onze militairen niet aan het werk en inderdaad winnen we er weinig internationaal prestige mee.
Het geweldsniveau in Mali is na het terugdrijven van de opstandelingen door het Franse leger in januari 2013 niet extreem hoog. Maar de ervaring leert dat landen als Afghanistan na de verdrijving van de Taliban in 2001 en Irak direct na de verdrijving van Saddam Hoessein in 2003 ook een relatief rustige periode kenden.
De verdreven regeringsaanhangers moesten hun wonden likken en een nieuw commandostructuur vormen. Binnen enkele jaren lag het geweldsniveau echter hoger dan ooit. Het is niet uitgesloten dat het in Mali dezelfde kant opgaat.
De komst van westerse militairen lokt extremisten naar Mali. Momenteel zit een groot contingent in Syrië. Wellicht zakken deze doorgewinterde vechtersbazen nu af naar de Sahel. De strijders zijn in eigen land niet langer welkom. Dus er is soms ook geen alternatief. Ze brengen hun expertise mee. Maar wellicht nog belangrijker, ook hun geldschieters uit Saoedi-Arabië, Qatar. Maar ook donoren uit China, Europa en waarschijnlijk de VS raken financieel bij het conflict in Mali betrokken. Dat verhevigt de strijd en is andere koek dan een paar arme Toearegs op een kameel.
De Mali Missie van de VN is een vredesafdwingende operatie. Er zal hoe dan ook moeten worden gevochten, met alle risico van escalatie. Bij vredeshandhavende missies, zoals ooit in Liberia (UNMIL: 20013-2004), is de kans op succes veel groter. Want daar hoef je de partijen alleen te scheiden. Je bent niet het primaire doelwit, zoals nu in Mali.
De praktijk leert dat met meer geweld meer mensen op de vlucht slaan. De westerse aanwezigheid in Irak en Afghanistan heeft dat aangetoond. Ook de mensen die Mali als doorgangsland gebruiken, stoppen we niet. Veel economische vluchtelingen zullen sowieso blijven komen, waarbij de kapitalen die ze betalen voor hun tocht gebruikt zullen worden door de extremisten voor hun strijd. Hetzelfde geldt overigens voor de drugshandel.
Vergeet ook niet dat dezelfde vluchtelingenstroom deel uitmaakt van een grootser plan. Landen als Saoedi-Arabië en Qatar nemen niet of nauwelijks vluchtelingen op. Hun grotere doel, ook in de strijd in Syrië, is Europa te overspoelen met moslims in hun wens de hele wereld voor hun staatsgodsdienst te winnen.
Daarbij kleeft een extra nadeel aan de vluchtelingenstroom. Afrikanen, juist met een goede opleiding, die de problemen in hun eigen land moeten oplossen, vertrekken nu naar Europa. Terwijl Europeanen in hun geboorteland de kastanjes uit het vuur moeten halen. Het creëert een vicieuze cirkel van ellende.
Het sturen van Nederlandse militairen lost de interne problemen van Mali niet op: de ongelijke verdeling van welvaart en de achterstelling van minderheidsgroepen als Arabieren en Toearegs in het noorden. “Arabieren en Toearegs worden in Mali vermoord vanwege de kleur van hun huid”, vertelde de zoon van een verdwenen Arabier.
Ook de corruptie, bron van bijna alle ellende in de Derde Wereld, wordt niet opgelost door Nederlandse militaire aanwezigheid. Ook niet door het subsidiëren van nog meer ontwikkelingsprojecten. Nederland heeft tussen 1987 en 2011, dus in 25 jaar, volgens cijfers van het Nederlands ministerie van Buitenlandse Zaken één miljard dollar aan Mali ter beschikking gesteld. Dat heeft een zoveelste oorlog tussen het noorden en het zuiden niet voorkomen.
Sterker, ons geld wordt blijkbaar niet echt geapprecieerd. Een voorbeeld is de moord op drie Nederlanders in Mali in 2000. De Malinese regering heeft tot op de dag van vandaag geen bevredigend antwoord gegeven over de daders en hun straf. Een woordvoerder van BZ mailde me vorige week: ‘Nederland heeft herhaaldelijk en op hoog niveau bij de Malinese autoriteiten geïnsisteerd om meer informatie over deze moord te krijgen en om de daders te berechten. Helaas zijn de Malinese autoriteiten er niet in geslaagd om met een duidelijk antwoord te komen.’
Het conflict in Mali is veel groter dan het land. Van Tsjaad en Niger tot Algerije, Mauritanië en niet te vergeten de Centraal Afrikaanse Republiek en Nigeria. Laat Afrikaanse landen de Afrikaanse problemen oplossen. We kunnen altijd wat adviseurs sturen. Ik ben bij de EU-trainingsmissie in Mali geweest en daar leren ze de Malinese militairen iets over mensenrechten. Dat is een eerste concrete stap.
Dagelijks schrijft Arnold Karskens 74 woorden uit de heup. Lees hier meer columns van Arnold en abonneer u nu op zijn TPO-Magazine-kanaal!