Grijs, droefgeestig, mistig en waterkoud was het afgelopen donderdag. De vuilnis werd veel te laat opgehaald bij mij in de straat, met een misselijk makende troep als gevolg. Door allerlei roosteraanpassingen waren leerlingen onrustiger dan anders. En we hadden een ‘werkmiddag’. Het was gewoon een hoofdpijndag. Zo’n morgen-weer-beter-dag. Thursday’s- the- worst- day-dag.
Maar het was ook de hele dag 28 november… en wat was er nou toch ook alweer op 28 november? Wat was er met die datum? Door alle nevel en andere ellende kwam die vraag steeds weer opzetten als een vervelende jeukende muggenbult: je wil er niet aan krabben, maar je doet het toch en het helpt niet. Integendeel: de jeuk wordt steeds erger.
En toen, op weg naar huis, het was al behoorlijk donker, ineens en totaal onverwacht -ik stond te wachten bij een rood stoplicht dat zijn weerschijn vond in het herfstig natte asfalt- alsof het een door God gegeven inzicht betrof, zo’n lichtflits door mijn totaal versufte brein, alsof de zon plotseling en fel door het wolkendek brak, brak er iets door mijn troebele geest en had ik het te pakken.
Het antwoord op mijn vraag verscheen voor mijn geestesoog als een wilde donkere krullenbos met daaronder grijsblauwe ogen, een enthousiast pratende mond, gesticulerende handen, een lange slanke verschijning, goed verzorgd in het pak. En ik hoorde vanuit de echoput van mijn geheugen een naam onder mijn schedeldak schallen: Pieter Hilhorst, Pieter Hilhorst, Pieter Hilhorst!
Ja! Verdomd. Dat was het, zong het in mijn binnenste. Als een kind zo blij dat ik het weer wist, trapte ik opgetogen en met hernieuwde energie de pedalen in, ook al sneed de wind me bijkans de adem af. Hoe had ik het kunnen vergeten? 28 november was de dag in het jaar Onzes Heren 2012 dat Pieter Hilhorst wethouder van Amsterdam was geworden en er in het Parool een Open Brief van mij aan hem verscheen. Een jaar geleden alweer. Waar blijft de tijd? Een winter, een lente, een zomer en een herfst gingen voorbij. Twaalf maanden. 365 dagen – 104 (weekends) – (laten we zeggen) 25 vakantiedagen= nog altijd zo’n 236 werkdagen. Best veel zou je zeggen…
O, het begon allemaal zo hoopvol, zo feestelijk, zo fijn. Want diezelfde avond al vond ik tot mijn verrassing een mailtje van de nieuwe wethouder himself. Hij bedankte me voor de mooie en betrokken brief en vertelde even in het kort dat het onderwijs buiten de Ring ook hem aan het hart gaat. En dat hij juist die middag tegen de gemeenteraad had gezegd dat hij wil helpen om alle Amsterdamse kinderen de kans te geven om het beste uit zichzelf te halen. En dat hij zich al jaren druk maakt om segregatie in het onderwijs. Pieter wilde contact houden, schreef hij. En ik geloofde hem natuurlijk.
Vooral toen zijn opperbaas Diederik Samsom er twee dagen later nog een heel stuk op de PvdA-site aan wijdde, waarbij hij woorden als indringend, ontroerend en alarmerend gebruikte in de titel. Diederik werd er stil van als hij mijn brief las… en zag hem als een opdracht, een aansporing. Hij was er door “getergd”.
Wat een bewogen, betrokken, bijzondere woorden. Vooral dat “getergd” is lang bij me blijven hangen. Ik hoorde het Diederik zeggen, zag ook de verbeten, vastberaden uitdrukking op zijn gezicht daarbij. Ik raakte hoopvol gestemd. Er was blijkbaar iets losgewoeld. Iets wat iedereen eigenlijk wel weet, maar wat zo graag en gemakkelijk vergeten wordt: niet alle kinderen hebben gelijke kansen in Amsterdam. Niet alle kinderen krijgen het onderwijs waar ze recht op hebben.
Ik moest afgelopen donderdag ontzettend lang krabben waar het jeukte, totdat alles weer boven kwam, helder werd. Waarschijnlijk omdat ik 28 november en de nasleep ervan heb verdrongen. Een andere verklaring is er niet. Ik wilde al die verbitterde, chagrijnige, pessimistische, droefgeestige zuurpruimen niet gelijk hoeven geven. Die azijnpissers die zeiden dat ik me er niet te veel van moest voorstellen, ik moest niet te optimistisch, niet zo naïef zijn, het was allemaal politiek, de waan van de dag.
Dus heb ik verdrongen hoe het gesprekje tussen de wethouder en mij op 22 januari verliep. Ik heb verdrongen dat ik hem op 8 februari een uitgebreide mail heb gestuurd met concrete voorstellen en enkele weken daarna op 13 maart nog eens een herinnering aan die mail. Ik heb verdrongen dat ik in mei dagelijks ietwat plagerige tweets heb verstuurd dat ik wachtte op post van Pieter Hilhorst, totdat ik werd gebeld door zijn politiek assistent. Die deed mij toezeggingen. We hebben nog wat gesmst en telefonisch contact gehad, maar na het begin van de zomer is elke vorm van communicatie uitgebleven.
Het is een pijnlijke constatering, maar voor zover ik na kan gaan is er dus niets gebeurd na al die mooie woorden. Diederik Samsom is waarschijnlijk al lang weer ergens anders “getergd” over geraakt. Pieter Hilhorst is sinds vrijdag lijstrekker van de PvdA voor de Gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam, dus die heeft nu al helemaal heel andere dingen aan zijn hoofd.
En die kinderen om wie het uiteindelijk allemaal gaat…die zullen het allemaal voornamelijk zelf moeten uitzoeken. Worden ze sterk van. Het zijn ook echte doorzettertjes, hè? Dus dat komt dan ook wel weer best goed uit. En tegen de tijd dat ze stemrecht hebben, zien we wel weer verder. Wie dan leeft, wie dan zorgt.
Zoiets?
@MajaMischke vindt dat ze recht heeft op excuses, compensatie, genoegdoening, schadevergoeding en al die dingen. De innerlijke strijd tegen het cynisme put haar uit.